Ben er even tussenuit
















Trouwe lezers van mijn blog was het vast al opgevallen: ik ben nogal afwezig de laatste tijd.
Het gaat weer even niet zo goed met mijn rug en door de nieuwe medicijnen is het in mijn bovenkamer ook niet helemaal fris.
De druk die ik mijzelf opleg om toch te willen blijven publiceren wordt me momenteel iets te veel.

Ik neem daarom (weer) even een adempauze. Ik blijf doorlezen maar schroef mijn tempo een beetje omlaag, en wil proberen wat meer creatieve dingen te doen. Eind maart ben ik weer terug, met een hopelijk gezonder lijf, een frisse geest en een opgefriste voorjaarsblog.

Tot dan!

Abigail Thomas - Mijn nieuwe familie

In de Volkskrant van afgelopen zaterdag stond in het Boekenkatern een beschouwing over literatuur, onder de titel Vervelend boek, grote literatuur. Aan zes jonge schrijvers was gevraagd wanneer een goed boek literatuur is. Dit naar aanleiding van het boek De waarheid over de zaak Harry Quebert van Joël Dicker. Het boek werd in Frankrijk met een grote literatuurprijs bekroond, terwijl het volgens de meeste critici geen literatuur is. Wel is het boek na deze bekroning in veel landen een bestseller geworden of aan het worden.

De visie van de jonge schrijvers kwam erop neer, dat literatuur zich niet laat definiëren en dat een goed boek niet per definitie literatuur is, of zelfs vaak niet, literatuur moet zo ontwrichtend zijn en zoveel vragen oproepen, dat het vaak niet fijn meer is om te lezen (nog steeds volgens de jonge schrijvers hè).
De mooiste uitspraak vond ik bij Jamal Ouariachi:
"Anno 2014 is iedereen zijn eigen expert. Niets houdt de individuele lezer tegen zijn eigen leesgeschiedenis vorm te geven. Zijn eigen canon op te bouwen. Te schakelen tussen de klassiekers van toen en de bestsellers van nu, tussen onversneden thrillers en plotloze romans over de zoektocht naar zingeving."
Hieraan moest ik denken bij het schrijven over Mijn nieuwe familie van Abigail Thomas. Dit is ontegenzeggelijk een goed boek, maar naar alle waarschijnlijkheid geen literauur. Hoewel het wel vragen oproept; het is de memoire van een vrouw (Abigail)  wiens echtgenoot door een verkeersongeluk een hersenbeschadiging oploopt, waardoor hij niet alleen geheugenproblemen en psychoses ontwikkeld maar ook een heel andere man wordt.
De morele vraag, die door Abigail wordt opgeroepen en door haar ook wordt beantwoordt is: moet je, als je levenspartner hulpbehoevend wordt, je leven opgeven om hem de rest van zijn leven te verzorgen. Of mag je deze zorg aan anderen toevertrouwen en zelf een nieuw leven opbouwen?

Ik houd van boeken met dit soort vragen, omdat ze een uitdaging in zich hebben die zich pas na lezing, als je bent losgekomen van het boek, doen gelden: hoe zou je zelf reageren, wat zou je zelf doen?
In dit geval: wat zou je doen, als je lief een ongeluk krijgt en door hersenletsel niet meer de man is waar je voor gekozen had en waar je zo veel lief en leed mee gedeeld hebt. Als hij zich dat leven niet meer herinnerd. Als hij een andere man is geworden. (citaten in het engels, ik las de engelstalige versie)
"This man is not the man I married. None of this is his doing, he didn’t choose this, but neither did I."
(en tegelijk realiseer je je ook weer wat je hebt, en dat je daar nú van moet genieten, cliché huh?)

Het lukt Abigail een eigen leven op te bouwen en tegelijk een liefdevolle band met haar man in stand te houden. Haar drie honden spelen hierbij een grote rol. Hoe ze dit doet en waar ze tegenaan loopt, beschrijft ze in dit kleine juweel van een boek. Ze doet dat op een mooie manier, vol warmte en compassie.

Ze stelt zichzelf en anderen voortdurend belangrijke levensvragen.
"Twenty years ago I asked a friend if he felt (as I did) a kind of chronic longing, a longing I wanted to identify. “Of course,” he answered. We were having lunch by the pond at 59th Street, watching the ducks. The sun was out, the grass was thick and green, the ducks paddled around in the not very blue pond. I was between lives. “What is it?” I asked. “What is it we are longing for?” He thought a minute and said, “There isn’t any it. There is just the longing for it.” This sounded exactly right. Years later and a little wiser, I know what the longing was for: here is where I belong."
De oorspronkelijke titel van het boek: A Three Dog Life" wordt verklaard aan het begin van dit boek:
Australian Aborigines slept with their dogs for warmth on cold nights, the coldest being a “three dog night.”
Het is jammer dat in de Nederlandse vertaling deze koppeling tussen titel en inhoud van het boek niet in stand is gehouden.

Geen literatuur (of toch wel?), maar wel een goed, wijs en warm boek.





Oh ja, dit nog:
Naar aanleiding van dit boek kwam ik op internet een filmpje tegen over het boekenbezit van Abigail Thomas en haar keuze daaruit, getiteld 'The life of books with Abigail Thomas'. Geeft meteen een beeld van de schrijfster en haar huis.