Herman Koch - Geachte Heer M.

En? Hoe was het? Goed? Spannend? Of viel het tegen? Moet ik het lezen? Is het de moeite waard?
Je zult je als lezer maar verlaten op onze literaire critici. Dan stel je inderdaad bovenstaande vragen, want de meningen liepen nogal uiteen.
De Volkskrant vond het maar niks. Jeroen Vullings in de VN ook niet (maar die had het misschien te snel gelezen, want er zat een enorme misser in zijn stuk over het huisje van schrijver M.). NRC was juist wel enthousiast. Matthijs (van Nieuwkerk) ook ;-)

Gelukkig maar dat ik me al had voorgenomen dit boek blindelings te kopen. Over het literaire gehalte van de boeken van Herman Koch kan men het maar niet eens worden. Maar ik vind het fijne boeken. Ze lezen lekker en gaat meestal over een morele vraag, voor mij de meest interessante fictie die er is.
Deze keer gaat het vooral over het materiaal van de schrijver; mag je als schrijver je eigen interpretatie loslaten op losse feiten, en er je eigen draai aan geven? Ook als dat anderen, zoals de betrokkenen uit de feiten, kan schaden? En hoever ga je daar eigenlijk in?

Geachte heer M. is opgebouwd uit 5 delen, waarin wisselende stemmen hun kijk op de zaak geven. Maar niet zo rechtlijnig als dat klinkt, want het is niet chronologisch geschreven, het gaat een beetje op en neer in de tijd.
De hoofdrolspelers: de jongen/man Herman, het meisje Laura, de leraar Landzaat en de schrijver M.
De feiten: leraar Landzaat verdwijnt op een dag, nadat hij Herman en Laura, destijds 17 jaar, in het vakantiehuisje van Laura's ouders heeft bezocht. Hij heeft een korte affaire met Laura gehad. Het lijkt te gaan om een moord, maar het lichaam van Landzaat wordt nooit gevonden. Herman en Laura worden wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.
Het boek: Schrijver M. schrijft een aantal jaren later een boek over deze zaak: de Afrekening. Hierin breit hij een verhaal waarin hij de feiten losjes meeneemt maar vooral losgaat wat zijn eigen verbeelding betreft; alles wijst er zó duidelijk op dat Herman de moord gepleegd heeft, dat moet wel zo zijn. En zo schrijft hij zijn verhaal met de beschuldigende vinger naar Herman. Het verhaal moet immers vooral spannend en schokkend zijn. Alles voor de verkoop.

In het begin van het boek spelen we de film jaren door; de man Herman woont onder de schrijver M.
Hij doet een beetje raar richting M. en diens vrouw en dochtertje, het lijkt bijna wel of hij ze stalkt, nee zelfs of hij ze iets aan wil doen.  Hij heeft 'nieuw materiaal'  voor M. en zijn boek de Afrekening.  Als lezer heb je al snel veel vragen. Wat is er nu echt gebeurd met Landzaat? Wat weet Herman dan wat wij en schrijver M. niet weten? En wat wil die Herman met schrijver M.? Er bouwt zich een zekere spanning op.
De film zwenkt naar M. en diens schrijversleven, en de rol van zijn ouders. Hier is Koch op dreef en erg vilein, vooral als schrijver naar zijn lezers toe; hij laat schrijver M.behoorlijk te keer gaan over de bekende lezingen in bibliotheken, over de oudere, vooral vrouwelijke lezers, over de bibliothecaressen, over de literaire scene: de collega-schrijvers, de uitgeverij, de borrels.
De film gaat terug in de tijd, en doet verslag van de jonge Herman en Laura, en hoe het allemaal zo gekomen is. Dit deel vond ik zelf het minst geslaagd, het is wat minder interessant, over het vaak nog puberale leven van een groepje scholieren. Het verhaal van leraar Landzaat daarna laat je weer rechtop in je stoel zitten, want daar worden enige onthullingen gedaan, waardoor je denkt te weten hoe het in elkaar zit.
Het laatste deel keert terug naar de Herman en schrijver M. van nu. Nu blijkt Herman vooral een waarnemer te zijn, iemand die toekijkt zonder iets te doen. Terugblikkend is hij dat eigenlijk voortdurend, maar in zijn jonge jaren vooral verscholen achter de camera. Las ik hier een verholen kritiek op de niets ontziende filmpjes van jongeren die zonder scrupules op YouTube worden gezet?

Wie een beetje de media bijhoudt, heeft wel gehoord of gelezen dat schrijver M. moet duiden op Harry Mulish, schrijver N. die een kleine bijrol heeft op Cees Nooteboom, en zo komen er nog wat letters van het alfabet voorbij. Ik vond dit echter totaal niet interessant, het zal wellicht de leesvreugde verhogen voor sommigen van ons, die de satire van Koch over zijn collega's (en een puzzeltje) kunnen waarderen. Voor het verhaal heeft het verder geen betekenis, ik heb er dan ook verder niet bij stilgestaan en ben ook niet gaan puzzelen: wie zou schrijver C. dan zijn? En schrijver W.?  Dat de personage Herman dingen van de schrijver Koch in zich heeft, dat zal. Maar ik zie ook in schrijver M. dingen terug van Koch. En dingen van andere schrijvers. Daarmee maakt hij van schrijver M. zowel een parodie als een voertuig voor zijn meningen over het literaire wereldje en de 'verplichtingen van de schrijver'.
Ik heb het gelezen zoals de engelstalige lezers straks dit boek van Hurmen Kotsj zullen lezen: over een schrijver genaamd M.

Ik las een lekker thrillerachtig boek, met een wat rommelig verhaal, met op zijn tijd die typische Koch humor, dat vooral ging over het schrijverschap en een morele vraag in zich heeft. Daarvoor zou ik 3,5 ster geven. Maar door de geweldige wending aan het eind zijn het er uiteindelijk toch vier geworden.
En het antwoord is ja: een schrijver kan ver gaan, in zijn interpretatie van de feiten. Te ver.
En nee: je hoeft het niet te lezen. Maar als je het wel doet: het is de moeite waard.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten