Lot Vekemans - Een bruidsjurk uit Warschau

De Poolse Marlena is al 26, en nog ongetrouwd. Dat is blijkbaar in Polen niet gebruikelijk, want haar moeder begint zich ernstig zorgen te maken dat haar dochter een oude vrijster zal worden. Als Marlena verliefd wordt op de Amerikaanse journalist Natan, verzwijgt ze dat voor haar moeder.  In het hotel van Szymon, een familielid van Natan, beleven ze een mooie tijd, tot Natan plotseling terugmoet naar Amerika. Na zijn vertrek ontdekt Marlena dat ze zwanger is.
Omdat ze aan haar moeder niet wil vertellen wie de vader is, wil moeder dat ze trouwt met haar neef, die het verstand van een 8-jarige heeft.
Moeder heeft zoveel invloed, dat Marlena op de vlucht slaat en uiteindelijk via een bemiddelingsburo wordt gekoppeld aan een man in Nederland, de boer Andries.
Eenmaal in Nederland ontdekt Andries, die zijn nieuwe vrouw nog nooit aangeraakt heeft,  al snel dat ze zwanger is maar als baby Boris geboren wordt blijkt hij zich verrassend genoeg te ontpoppen tot de volmaakte vader.
Toch gaat Marlena terug naar Polen met haar zoon, Andries alleen achterlatend. Die gaat uiteindelijk, uit liefde voor zijn door hem erkende zoon, achter Marlena aan, naar Polen. Hij komt terecht in het hotel van Szymon. Dan buitelen de ontwikkelingen snel over elkaar heen en blijkt dat Szymon jarenlang iets achtergehouden heeft....

Lot Vekemans heeft dit verhaal geschreven als een drieakter, waarin Marlena, Andries en Szymon ieder hun kant van de zaak vertellen. Dat is een mooie vondst omdat daarmee duidelijk wordt hoe deze hoofdpersonages vooral veel verzwijgen tegenover elkaar, terwijl in hun binnenwereld heel wat aan de hand is. Een zwijgen dat in dit geval ook veel gevolgen heeft voor alle drie de levens, en ook voor Boris.
Ze schrijft in een mooie sobere stijl, die me bij tijd en wijle erg aan Gerbrand Bakker (met name in Boven is het stil) deed denken. Het leest ook erg prettig, ik heb het in twee avonden uitgelezen.  Maar. Het raakte me persoonlijk totaal niet. Geen van de personages ging voor mij leven, het bleef allemaal tamelijk vlak. Het trok me niet echt naar binnen.  En het eind...vond ik totaal niet bevredigend.
Ik weet dat dit boek veel lovende besprekingen heeft gekregen. Ik kan dat wel begrijpen omdat het een mooi geschreven boek is. Alleen helaas niet mijn boek. Maar tóch met plezier gelezen.



Boeken en TV

Tot mijn grote verrassing heeft DWDD (De Wereld Draait Door) een nieuw item geïntroduceerd: het Boek van de Maand. Elke laatste donderdag van de maand vertellen 4 boekverkopers, waaronder Gerda Aukes (van Boekhandel de Boer in Baarn maar ook van de trouw door mij gelezen blog Moet je lezen!) over hun favoriete boek van de afgelopen maand.

Wat mij betreft had dat best mogen zijn: hun 5 favoriete boeken van de maand en hadden het best 10 boekverkopers mogen zijn, maar het is een goed begin. Eindelijk weer eens een boekenrubriek op TV!

Deze maand waren de uitverkoren boeken:
Kinderen van het ruige land van Auke Hulst
Telegraph Avenue van Michael Chabon
Nederland van Charlotte Dematons
De zaak Collini van Ferdinand von Schirach.

En het boek van de maand werd.......De zaak Collini. Beschreven als een intelligent maar heftig boek over een onopvallende Italiaanse monteur die op een dag een oude man in een hotel vermoord, zichzelf aangeeft en vervolgens zwijgt in alle talen over zijn daad. En de advocaat die hem moet verdedigen, komt er achter dat hij het slachtoffer kent.

Wie het heeft gemist en het graag nog zou willen zien: HIER vindt je het specifieke stuk van de uitzending (zodat je niet de hele uitzending hoeft te bekijken) en meer informatie.

Goed initiatief van de VARA!

Michelle Visser - Véronique

Een boek naar mijn hart! Een kloeke historische roman over een vrouw in de 19e eeuw. Meeslepend, tikje romantisch. Spelend deels in Amsterdam en deels op het tot de verbeelding sprekende Java;

Véronique is de dochter van baron Eedelhart, eigenaar van het landgoed Welestae in Zutphen. Als hij verongelukt blijkt hij een financieel wanbeleid te hebben gevoerd en de overblijvende familie: zijn vrouw Johanna, hun dochter Véronique en de moeder van Johanna staat het water aan de lippen. Het landgoed raakt al snel in verval, er moet iets gebeuren. Het is 1882 en hoe gaat dat in die tijd: de dochter wordt uitgehuwelijkt aan een rijke man, Pieter Meijer, die ze nauwelijks kent en waar ze niet van houdt. Voor de verloving verhuist Véronique naar Amsterdam. Voor het huwelijk geniet ze nog met haar nicht Anna van de dynamiek van deze stad. Het is de tijd van de Wereldtentoonstelling, de bouw van het Rijksmuseum en station CS. Een opwindende tijd. Maar voor Véronique is de pret snel voorbij. Eenmaal getrouwd komt ze terecht in het strakke keurslijf van de echtgenote van een rijke koopman. Haar man Pieter is de zoon van Heinrich Meijer, een omhooggevallen zakenman (eigenaar van een 'handelshuis')  die op eigen kracht veel heeft bereikt, maar zich nog steeds gedraagt als de boer die hij eigenlijk is. Pieter leidt daardoor onder een grote mate van onzekerheid, en daar wordt Véronique de dupe van.
Véronique heeft af en toe contact met de broer van Pieter, Willem. Willem is een sympathieke journalist die schrijft over de sociale misstanden van die tijd, waaronder kinderarbeid en uitbuiting van arbeiders, vaak bij handelspartners van Handelshuis Meijer.  Willem is dus niet zo populair in de familie en de tegenpool van zijn broer. Véronique komt via Willem in contact met Aletta en Charlotte Jacobs. Aletta, de eerste vrouw die heeft gestudeerd en de eerste vrouwelijke arts in Nederland. En Charlotte, haar zuster, is de eerste vrouw die afgestudeerd apotheker is en werkt in een apotheek in Utrecht. Als het Pieter ter ore komt dat Véronique contact heeft met deze 'opruiende' vrouwen, wordt ze een soort gevangene in eigen huis.

Pieter en Véronique worden door vader Heinrich naar Java gestuurd, Pieter moet het plaatselijke kantoor van het handelshuis gaan leiden. Op de boot ontdekt Véronique dat ook Willem is meegestuurd, opdat hij wat minder 'kwaad kan aanrichten'. En, grote verrassing, Charlotte Jacobs bevindt zich ook op de boot, met het plan om op Java onderwijzeres te worden.

Véronique vindt het heerlijk in Batavia, waar ze in een prachtig huis woont met vriendelijk personeel. Maar met haar huwelijk gaat het steeds slechter.
Dankzij Charlotte vindt Véronique uiteindelijk een uitweg uit deze ellende, maar voor het zover is moet ze nog heel wat vernederende toestanden doorstaan.

Ik vond dit een heerlijk boek om te lezen. De beschrijving over de beknotting van vrouwen door mannen sluit naadloos aan bij de bespreking van een boek van Couperus bij Theetante en van een boek van Kate Summerscale bij Bettina schrijft. Het lijkt wel of het in de lucht hangt!
Ik heb me echt vreselijk op zitten winden over de arrogantie waarmee zo'n man denkt eigenaar te zijn van zijn eigen vrouw en hoe die vrouw daar dan in berust! In de interactie tussen Charlotte en Véronique wordt wel mooi beschreven hoe in die tijd de meeste vrouwen er nog niet eens bij stilstonden dat het ook anders kon en dat het niet vanzelfsprekend hoeft te zijn dat een vrouw eigendom van haar man is.

Ook erg mooi zijn de sfeerbeschrijvingen van Amsterdam en (het koloniale) Java.
Minpuntjes zijn de herhalingen in het begin, zo heb ik wel een paar keer precies dezelfde beschrijving over de ogen van Véronique gelezen ('ogen die afhankelijk van de lichtval en haar kleding grijs, blauw of groen lijken') maar gelukkig komt dat later niet meer voor. Ander minpunt is de romantische afwikkeling van het verhaal, dat is net ietsje te. Die minpuntjes zorgen voor een sterretje minder, maar verder is dit een lekker boek voor liefhebbers van historische romans dat ik met erg veel plezier gelezen heb!






Michelle Visser (Meppel, 1973) werkte voordat ze schrijfster werd in diverse communicatiefuncties. Véronique is haar debuutroman.


Grace McCleen - Het land van melk en honing

Oorspronkelijke titel: The land of decoration

Judith McPherson is 10 jaar oud. Haar moeder is overleden bij haar geboorte, dus Judith moet het alleen zien te rooien met haar vader. Ze zijn lid van een streng-christelijke groepering die geloven in het eind van de wereld (Armageddon) waarna met de mensen die het verdienen een paradijs op aarde zal komen: het land van Melk en Honing. Judith gelooft met hart en ziel, maar ze wordt vanwege dat geloof flink gepest op school. Ze is een soort verstoteling en vlucht in haar eigen wereldje; op haar kamer heeft ze van allerlei op straat gevonden materiaal een landschap geknutseld: jawel, het land van Melk en Honing. Het is mooi om te lezen hoezeer Judith haar verbeelding aan het werk zet; haar vriendinnetjes zien in haar geknutselde wereld niet meer dan een hoop rotzooi, maar Judith ziet een prachtig landschap en ze ziet iets moois in alles wat ze op straat vindt: het lipje van een blikje, stukjes papier, het stokje van een lolly; alles krijgt een tweede leven als onderdeel van haar land van Melk en Honing. Door het knutselen aan haar eigen wereld, houdt Judith grip op zichzelf en de echte wereld.

Op een zondag hoort ze de preek van Broeder Michael, die zegt dat als je maar heel erg gelooft, je dan wonderen kunt verrichten en dat wonderen vooral in kleine dingen zitten.
Judith neemt dit erg letterlijk. ze zou wel willen dat het smaandags ging sneeuwen zodat ze niet naar school kan en, door broeder Michael op een idee gebracht, gaat ze heel sterk aan sneeuw denken, onder andere door Het Land van Melk en Honing te voorzien van een laag (geknutselde) sneeuw.
En dan blijkt het smaandags te sneeuwen…..
Judith spreekt met God, en hij zegt dat hij Judith wel goed kan gebruiken als Zijn Instrument, om wonderen te verrichten op aarde.
Steeds als Judith iets doet in haar Land van Melk en Honing, gebeurt dat ook in het echt.
Maar al snel loopt het helemaal uit de hand met die wonderen, waar haar ergste plaaggeest op school, Neil Lewis, en vervolgens haar eigen vader het behoorlijk zwaar mee krijgen.
Het loopt zo uit de hand, dat Judith uiteindelijk beseft dat ze haar vader moet redden. Dan pas wordt het Judith duidelijk wat het allerbelangrijkst in het leven is.


Judith is een aandoenlijk meisje. Ze is de verteller van haar eigen verhaal, en neemt je ogenblikkelijk voor zich in. Hoewel ze erg slim is, vertelt ze haar verhaal toch vanuit de beleving van een 10-jarige. Dat maakt dit verhaal een plezier om te lezen. Ook de vader is een personage dat heel erg tot leven komt, bijna letterlijk. In het begin is het een afstandelijke man, die tobt met het verlies van zijn vrouw en niet weet hoe hij Judith zijn liefde moet tonen. Daarbij lijkt Judith ook nog erg op haar moeder, zodat zij steeds pijnlijke herinneringen oproept. Het geloof, dat eigenlijk niet vanuit zijn hart komt, maar dat hij aanhangt omdat zijn vrouw dat wilde, zit hem ook in de weg. Maar gaandeweg het verhaal krijgt hij zo veel te verstouwen, dat hij steeds menselijker wordt. Ik had echt vreselijk met hem te doen. Ook hij blijkt een verstoteling te zijn, wanneer hij niet wil meedoen aan een staking in de fabriek waar hij werkt. Twee mensen die buiten de maatschappij staan en elkaar nodig hebben, maar steeds maar om elkaar heen draaien.

Zonder het lezen te kort te doen, kan ik alvast verklappen dat het goed komt. Maar hoe, dat moet je zelf maar lezen. Het is een boek dat heel vlot leest, maar waar je nadat je het dichtgeslagen over na blijft denken. Het lijkt ogenschijnlijk zo'n simpel verhaal, dat zo gemakkelijk leest. Maar waar ging het nu over? Waarom raakt het me?
Het boek stelt vragen. Zoals een goed boek hoort te doen.


Karen Thompson Walker - Wij waren hier

Oorspronkelijke titel: The age of miracles

Julia, 11 jaar oud, woonachtig in een kustplaatsje in Californië en enig kind van Joel en Helen wordt op een ochtend wakker in een wereld waar de dag een uur langer duurt. So what? zou je denken. Maar daar blijft het niet bij. Het blijkt dat de omwenteling van de aarde steeds trager gaat en elke dag komt er wel een uur of een half uur bij. Er ontstaat een nieuwe zwaartekracht, waardoor vogels niet meer kunnen vliegen maar ter aarde storten.
Dit lijkt in eerste instantie het enige gevolg van een trager draaiende aarde te zijn.
Maar al snel worden de dagen (en nachten) zo lang, dat het normale leven wordt ontregeld. Er ontstaan, zoals Julia constateert, twee tijdsdimensies in één enkele ruimte: de kloktijdmensen, zij die, zoals de overheid dat afdwingt, vasthouden aan de kloktijd. En de real-timers, die meegaan in het licht en donker en dus langer gaan slapen en langer wakker blijven. Deze laatste groep organiseert zich in zgn. 'daglichtkolonies' in de woestijn van Californië.

Er ontstaan meer problemen. Omdat de zon tijdens de daglichturen veel heter is (en de nachten veel kouder) gaan de gewassen op het land dood. Alles moet in kassen ondergebracht worden, met daglichtlampen. Er ontstaan voedseltekorten, hamster-acties, energietekorten. De huizen moeten compleet verduisterd worden om ook bij daglicht te kunnen slapen. Sommige mensen blijken vatbaar voor de 'zwaartekrachtziekte' oftewel het vertragingssyndroom: duizeligheid, zwakte en erge vermoeidheid.
Er ontstaan zonnestormen omdat het magnetisch veld verandert. Eb en vloed worden extreem, zodat bij vloed de hele kuststrook weggevaagd wordt.
En ondertussen gaat het leven van Julia door. Een meisje op weg naar het vrouwzijn, dat haar eerste BH koopt, onzeker is, verliefd wordt, wiens vader vreemdgaat. Haar ouders gaan op heel verschillende wijze met de verandering om. Haar moeder ziet alles als een bedreiging, als een vooraankondiging van iets ergers, de vernietiging. Zij krijgt ook last van de zwaartekrachtziekte. Haar vader daarentegen laat alles een beetje gelaten over zich heenkomen. Hij krijgt juist meer bravoure door de veranderende omstandigheden en ziet alles meer vanuit een soort nieuwsgierigheid:
"het zijn wonderlijke tijden. We leven in wonderlijke tijden."

Dit boek is de moeite waard door het onderwerp, de vertraging van de aarde. Iets wat je je heel goed voor kunt stellen, te meer daar duidelijk gemaakt wordt dat dit is ontstaan door toedoen van de mensen; door het evenwicht in de natuur te verstoren.
Het is goed slecht geschreven (en ook goed vertaald!) Maar het verhaal zelf, afgezien van de beeldend beschreven gevolgen van het langer worden van de dag, is een beetje mager. De belangrijkste personages, Julia, haar ouders en haar vriendje Seth, komen niet zo goed uit de verf. Ook worden er steeds voorschotjes op de toekomst genomen, zoals: "We hadden een zilverkleurige stationcar, hoewel hij later in het politierapport beschreven zou worden als blauw." Of: "het zouden de laatste druiven zijn die ik ooit zou eten."
En het eind....nee, daarover ga ik natuurlijk niets verklappen. Lees het en je weet wat ik bedoel.

Als ik weer eens iets lees over aangespoelde walvissen, of een plotselinge zee-beving, of het afbrokkelen van de ijslaag op de Noordpool, dan denk ik vast aan dit boek. Aan wat de uiteindelijke gevolgen van ons handelen kunnen zijn. Gevolgen die wij nooit kunnen voorzien.
Zoals Julia zegt:
"Later zou ik aan die eerste dagen denken als de tijd waarin we als soort beseften dawe ons zorgen hadden gemaakt over de verkeerde dingen: het gat in de ozonlaag, het smelten van de ijskappen, het West-Nijlvirus en de varkensgriep en de killerbij. Maar dat waar je je zorgen over maakt, denk ik, gebeurt uiteindelijk nooit. De echte rampen zijn altijd anders - onvoorstelbaar, onverhoeds, onbekend."

Dat is natuurlijk geen uitspraak die een meisje van 11 jaar zou doen, maar wel één die hout snijdt. En daarom krijgt dit boek van mij, ondanks het wat magere verhaal, toch 4 sterren. Voor de boodschap, en het originele uitgangspunt.






Margaret Mazzantini - Ter wereld gekomen


Ook dit boek van Margaret Mazzantini, waarvan ik eerder ‘Ga niet weg’ las, heb ik gelezen voor de leesclub.
Het geeft zich niet onmiddellijk prijs, het eerste stuk heb ik me er doorheen moeten worstelen.
De Italiaanse Gemma besluit daarin met haar zoon Pietro naar Sarajevo te gaan, dit na een telefoontje van ene Gojko. We begrijpen dat de vader van Pietro, Diego, gestorven is in Sarajevo. Gemma is getrouwd met Giuliano, die een functie heeft bij de Carabinieri.
Eenmaal in Sarajevo worden ze op sleeptouw genomen door Gojko. Hij was en is een dierbare vriend van zowel Gemma als Diego. Alles is een beetje troosteloos, de stad Sarajevo, Gojko, Pietro. Je word er als lezer ook een beetje troosteloos van. Daarom is dit stuk even doorbijten.

Maar dat slaat om op het moment dat Gemma begint te vertellen over hoe het allemaal zo is gekomen. Hoe ze Gojko en Diego heeft ontmoet, en hoe dat in de loop van de 16 jaar verder is gegaan. En hoe daar uiteindelijk Pietro uit voort is gekomen.
Het boek is niet een verhaal over de Balkan-oorlog. Daar wordt eigenlijk niet veel over verteld. Bovendien speelt een groot deel van het verhaal van Gemma zich 'gewoon' in Rome af. Wel gaat het over de gruwelijke effecten van deze oorlog op de inwoners van Sarajevo tijdens de belegering door Bosnisch-Servische troepen in de periode 1992 -1995. Hoe deze mensen van dag tot dag probeerden te overleven, in de chaos waarbij de vele sluipschutters in de bergen schoten op alles wat bewoog. Elke dag leefde je met de angst een toevallig doelwit te worden.

Maar het is net zo goed, of misschien nog wel meer, het verhaal van een vrouw die geen kinderen kan krijgen, maar daar hartstochtelijk naar verlangt. Dit hele proces, van het verlangen via het vonnis ‘onvruchtbaar’ tot de uiteindelijke zoon Pietro, wordt op een pijnlijke, indringende manier vertelt, maar o wat kan Mazzantini goed vertellen! Prachtig proza, bedwelmend en meeslepend. In combinatie met de gruwelen van de belegering in Sarajevo, was het bij tijd en wijle zo indringend dat het onder mijn huid kroop en ik het boek even terzijde moest leggen. En het laatste stuk, waarin de Balkan-oorlog ten einde loopt, had nog een pittige verrassing in petto.
Chapeau voor Mazzantini, dit is voorlopig mijn ‘beste boek van het jaar’.



Irvin D. Yalom - De Schopenhauer Kuur


Yalom bewonder ik omdat het hem steeds weer lukt een voertuig te vinden waarmee hij het gedachtegoed van een filosoof op speelse wijze voor het voetlicht kan brengen. Vaak combineert hij dit met zijn eigen achtergrond, dat van de psycho-therapie.
Ook in De Schopenhauer kuur heeft hij een manier gevonden om de op zich niet gemakkelijke filosofie van Arthur Schopenhauer uit de doeken te doen.

Julius is een psycho-therapeut die net gehoord heeft dat hij een ongeneeslijke vorm van kanker heeft. De dokters geven hem nog één gezond jaar. Na de eerste boosheid heeft hij sterk de behoefte een soort evaluatie van zijn jarenlange praktijk te houden. Hij komt uit bij zijn grootste mislukkingen, de mensen die hij niet heeft kunnen helpen, omdat hij juist daarvan zou willen weten of die later alsnog goed terecht zijn gekomen.
Hij benadert Philip, die jaren geleden 3 jaar zonder echt resultaat bij hem in therapie is geweest om zich te ontdoen van een obsessie voor sex. Philip blijkt inmiddels een eigen therapie-praktijk te hebben, maar dan een filosofische therapie.
Om de officiele vergunning tot counselor te krijgen moet hij nog voor 6 maanden een supervisor zien te vinden. Hij doet Julius een voorstel: hij brengt Julius meer kennis bij van Schopenhauer omdat hij denkt dat deze filosoof Julius kan helpen bij het aanvaarden van de dood. Als tegenprestatie moet Julius dan 6 maanden zijn supervisor zijn. Julius gaat akkoord op één voorwaarde: Philip moet eerst een halfjaar deelnemen aan zijn groepstherapie, omdat Julius vindt dat hij te weinig empathie voor andere mensen heeft om een goede counselor te kunnen zijn.

Vervolgens worden de groepssessies, waar naast Philip nog 3 mannen en 3 vrouwen aan deelnemen, kern van dit verhaal. We volgen de groep van week tot week, met al hun problemen en hoe ze daar in de sessies mee omgaan, waarbij Philip regelmatig de gedachten van Schopenhauer als oplossing biedt. Tussen de sessie-beschrijvingen door wordt het leven van Arthur Schopenhauer beschreven.

Ik vond dit boek een stuk minder dan Nietzsche’s tranen. Dat komt denk ik voornamelijk door de setting; Nietzsche’s tranen speelt zich af in het Wenen van het fin-de-siècle, met Nietzsche zelf in de hoofdrol en een jonge Freud in een bijrol.
De Schopenhauer kuur speelt zich af in deze tijd, in San Francisco.
Daarnaast vond ik de beschrijvingen van de groepssessies, die soms van minuut tot minuut worden verslagen, bij tijd en wijle slaapverwekkend.

Ik ben stug door blijven lezen en dat heeft er wel voor gezorgd dat ik toch een heel samenhangend beeld heb gekregen van leven en werk van Arthur Schopenhauer. Dat is dan toch wel weer de grote verdienste van Yalom.


Zie ook: Nietzsche's tranen

Deon Meyer - 13 uur


Het is zo'n landerige zondagmiddag. Je wilt wat lezen. Maar niet Ter wereld gekomen van Mazzantini, te zwaar voor vandaag. En ook niet Schopenhauer's kuur van Yalom, te filosofisch. Dan pak je 13 uur van Deon Meyer op. Eigenlijk was meneer Boekhappen het aan het lezen, maar die is een weekje op de motor weg. Dus...je begint te lezen. En je blijft lezen. Aan het eind van de dag ben je halverwege. De volgende zondag lees je het uit. Met een zucht sla je het dicht....

Het boek speelt zich af in de Kaap, Zuid Afrika. Er is een Amerikaans meisje vermoord, en haar vriendin, Rachel Anderson, loopt nog ergens rond. Ze is in groot gevaar en wordt achtervolgd. Waarom is volstrekt onduidelijk. Benny Griessel, inspecteur bij de SAPS, de South African Police Service, moet het gaan uitzoeken.
Dan wordt er een man vermoord gevonden in zijn huis. Adam Barnard, zakenman. Zijn dronken vrouw ligt ernaast. Zaken die niets met elkaar te maken hebben. Of toch wel?
Beurtelings volgen we de zaak van Rachel en de zaak van Barnard. De race tegen de klok om Rachel te redden en de puzzel van Adam Barnard, waar steeds meer verdachten opduiken.
Maar naast deze twee moordzaken gaat het tussen de regels door ook over de zwarten, de kleurlingen en de blanken. Officieel geintegreerd, maar niets is minder waar en de politie vormt een mooie afspiegeling van deze bevolkingsgroepen.
En het gaat over Benny Griessel, een sympathieke, kwetsbare man die zelf ook de nodige problemen heeft.

Door al die verschillende lijnen overstijgt dit misdaadverhaal het genre en verdient het, als één van de weinige boeken, het label 'literaire thriller'. Het is een spannend verhaal met verdieping. Niets minder dan een topboek!


Andere recensie: Bettina schrijft

Go with the Flow

en andere lezenswaardige nieuwtjes


Ik raak steeds enthousiaster over het blad Flow. Afgelopen woensdag kwam het nieuwe nummer weer uit en ik zat er echt naar uit te kijken! Toen het blad net begon, leek het me een beetje kinderachtig, veel verschillende soorten papier in één blad en heel veel 'plaatjes'. Nu vind ik dat juist de charme van het blad, het is anders dan anders en het maakt je vrolijk. De artikelen gaan over psychologie en filosofie, en over creativiteit. Geen getut over mode, ziektes, bedrogen vrouwen en carrière-tips. Daar zijn allemaal andere bladen voor. Dit is een lekker positief ingesteld blad, voor de creatieven onder ons of zij die wat meer creativiteit in hun leven willen. En dan heb ik het niet over freubelen of handwerken, maar gewoon over een creatieve geest, denken buiten de geijkte lijntjes.
Leuk blad!

Verder kwam ik in de New York Times een artikel tegen over de hausse aan verwachtingsvolle nieuwe literatuur deze herfst: A pride of literary Lions, unleashed all at once. Verwachtingsvol, omdat er veel verschijnt van auteurs waar je iets van mag verwachten.
Mij hoor je niet klagen, al wordt het wel tobben met die overvolle wensenlijstjes...


Op een Engelstalige boekenblog las ik over de nominaties voor de Giller Prize 2012. De Canadese equivalent van de Booker Prize. Beslist de moeite waard om eens te kijken naar deze nominaties.

Tja en toen zat ik vanochtend de Volkskrant te lezen. In de Boekenbijlage zijn ze begonnen met een nieuwe serie: Pubers versus de klassiekers. Een scholiere leest een 'klassieker' en vertelt wat hij of zij ervan vond.
Ditmaal had een 16 jarige 5-VWO leerlinge het boek Buitenstaanders van Renate Dorrestein gelezen.
Niets ten nadele van de boeken van Dorrestein, ik heb er vele met plezier gelezen, maar haar boeken zijn volgens mij niet van de categorie die je onder 'Klassiekers' mag verstaan.
Maar het werd nog erger, gevraagd naar wat ze van dit boek vond.
"Dit is de eerste literatuur die ik las." Pardon? 5-VWO, de eerste literatuur? Wat doen ze daar tegenwoordig? Toen ik nog VWO deed (ja duh, vroeger, toen alles beter was) begon je in het eerste jaar al met het opbouwen van een literaire bagage.
Maar goed, wat zegt ze vervolgens:
"Van dit boek zie ik niet echt het nut in, omdat het zo raar is."
Ik heb dit soort opmerkingen meer gezien, in allerlei vormen, maar het komt volgens mij hierop neer: dat wij meer en meer toegaan naar een maatschappij waarin alles draait om scoren, geld, produceren en nut. Niet noodzakelijk in deze volgorde.
Een boek lezen moet nut hebben, anders is het zonde van de schaarse tijd. En het mag al helemaal niet 'raar' zijn. Er lijkt geen ruimte meer te zijn voor verbeelding, voor het je verplaatsen in andere hoofden en andere werelden.
Is dit erg? Ja, ik vind dit heel erg.

Sarah Hall - Portret van een dode man

Oorspronkelijke titel: How to paint a dead man

Ik heb echt zitten worstelen met het schrijven over dit boek. Ik moet namelijk bekennen dat ik het denk ik niet helemaal gesnapt heb, het verhaal. Ik vond het daarnaast een vreemd boek maar wel met een bepaalde aantrekkingskracht, ik kon het toch niet naast me neerleggen.
Ik zal het proberen uit te leggen.

Het boek bestaat uit 4 afzonderlijke verhalen, die 4 stemmen vormen. De verhalen hebben een raakvlak met elkaar, maar dat is soms wel een heel dun vlak.
De verhalen komen steeds in een vaste volgorde om de beurt aan bod. Ze spelen echter allemaal in een andere tijd, en ze zijn alle vier geschreven in een andere stijl;

1. De Spiegelcrisis
Dit is het relaas van Susan (Suzie) die net haar tweelingbroer Danny verloren heeft. Danny is overleden na een verkeersongeluk. Daarmee lijkt dit verhaal in het heden te spelen. Voor mijn gevoel vormde dit verhaal een soort scharnierpunt in dit boek. Met het verlies van haar broer is ze een stuk van zichzelf kwijt. Op zoek naar iets, zichzelf?troost? de broer? geeft ze zich over aan sex met de man van haar vriendin en zakenpartner. Ze werkt in een gallery en is zelf ook een professioneel fotografe.
Dit hoofdstuk is geschreven in de jij-vorm, wat mij ontzettend irriteerde, maar dat is waarschijnlijk gedaan omdat Susan als deel van een tweeling zichzelf nooit als een unieke persoon zag, een ik.

2. Vertaalde passages uit de flesdagboeken
Dit is het verhaal van de kunstschilder Georgio. Hij woont geïsoleerd op een berg en wordt verzorgd door zijn huishoudster Theresa. Hij schildert alleen stillevens met flessen, maar is daarmee wel heel beroemd geworden. Gaandeweg zijn verhaal krijgt hij de diagnose 'longkanker' aan zijn broek. Hij schrijft gepassioneerde brieven over kunst met de 'jongeman' Peter.

3. The Fool on the Hill
Dit gaat over Peter Caldicutt; kunstschilder, de Peter die in zijn honge jaren schreef met Georgio. Hij schildert landschappen en heeft een paar grote successen gehad. Hij bewoont een cottage in Schotland, op een heel afgelegen plek. Peter is de vader van Susan en Danny.
Hij valt bij het maken van schetsen in de hooglanden in een rotsspleet en blijft met zijn been klemzitten tussen de rotsen. Het is een afgelegen plek, er is niemand in de buurt. Ook dit verhaal speelt in het verleden (ten opzichte van het verhaal van Susan) want Susan en Danny leven dan nog.

4. Het goddelijk visioen van Annette Tambroni.
Annette is bijna blind, ze wordt erg beschermd door haar moeder. Haar moeder waarschuwt haar voor het 'beest' dat misbruik van haar zal maken. Annette verkoopt bloemen op de markt, ze kan door geur en tast elke bloem herkennen, ze is gek op bloemen. Ze verzorgt het graf van Georgio, van wie ze op school tekenles heeft gehad.
Aan het eind gebeurt er iets met haar, en dan droomt dat ze weer kan zien. Met haar geest? Of is het geen droom? De titel 'visioen' suggereert meer, maar ik kon dat er niet uithalen. Hier ging ik de mist in, ik snapte het gewoon niet! Kriegel word ik daarvan!

De eerste drie verhalen hebben, naast de relatie tussen de personen, ook een verbinding via de kunst. Het vierde echter niet, het is een vreemd verhaal wat naar mijn gevoel niet past in het geheel. Maar niet alleen kunst speelt een belangrijke rol, ik denk dat iedere lezer er zijn eigen thema's uit kan halen. Want het gaat ook over de dood, over het leven, over kijken, over identiteit.
En de scheiding tussen leven en dood. Want hoe schilder je een dode man, zo dat je direct kan zien dat hij dood is? Welke kleuren gebruik je daarvoor? Daarop is de titel gebaseerd, dit moet dus wel een belangrijk thema zijn.

Omdat ik alle verhalen erg mooi geschreven vond, heb ik ondanks de ergernis van het niet begrijpen, toch genoten van dit merkwaardige boek. Daarom geef ik het toch vier sterren.
Wie mij kan verlossen van het grote vraagteken, zou ik wel erg dankbaar zijn....