Ron Rash - Serena

Ik lees de laatste tijd wat minder. Ik ben naast het lezen een beetje creatief aan het rommelen. Maar deze fascinerende roman las ik nog net op de drempel naar december uit.

Serena speelt zich af in North Carolina rond 1920 (The Great Depression), het toneel is dat van de houthandel: de enorme houtkap die zich in dit soort ruige gebieden afspeelde. Ik zeg met opzet het toneel, want Rash baseerde zijn verhaal op het klassieke Elizabethaanse drama. Het boek bevat 4 delen en een zgn. 'coda' (eindstuk) waarin we lezen hoe het de hoofdpersoon, Serena, verder vergaat. De schrijver heeft zich erg laten beïnvloeden door zowel William Shakespeare als Christopher Marlowe, de grote schrijvers van het Elizabethaanse toneel.

Serena is de kersverse bruid van Pemberton, die hij meeneemt vanuit Boston naar de plek waar hij al langere tijd woont: het kamp van de houthakkers in een gebied in de Appalachen. In het begin van het verhaal wordt een belangrijke toon gezet, wanneer Serena wordt geconfronteerd met Rachel Harmon, een voormalig, zwanger liefje van Pemberton en haar vader:
'U beweert dus dat zij het kind van mijn man draagt.'
'Dat is niet alleen een bewering', zei Harmon.
'Dan mag u zich een gelukkig man prijzen', zei Serena tegen Harmon. 'Beter zaad om een kind bij haar te verwekken zult u niet vinden. Dat blijkt wel uit de omvang van haar buik'.
Serena keek de dochter aan.
'Maar meer zul je er niet van hem krijgen. Ik ben er nu. Alle andere kinderen die hij krijgt zullen van mij zijn.'
Serena is een keiharde vrouw die geen emoties kent, behalve voor haar man, zo lijkt het maar zelfs als ze haar genegenheid voor hem laat zien, krijg je daar een ongemakkelijk gevoel bij. Hier klopt iets niet, dacht ik steeds.
Maar het is niet alleen het verhaal van Serena. Het is ook een aanklacht tegen de enorme houtkap en ontbossing die daar in het begin van de 20e eeuw heeft plaatsgevonden; de Pembertons krijgen te maken met de overheid, die van het gebied een nationaal park willen maken: het begin van het Smoky Mountains National Park. Om de houtkap zo vlug mogelijk door te zetten en zo snel mogelijk de winst op te strijken, gaan de Pembertons letterlijk over lijken; een ieder die ze dwars zit wordt omgelegd.
Als blijkt dat Serena geen kinderen kan krijgen, brokkelt haar laatste restje menselijkheid weg en zet zij een meedogenloze jacht in op het kind van Pemberton dat hij bij Rachel heeft verwekt, de jongen Jacob.

Ron Rash is van huis uit een dichter, en dat is te merken. Niet alleen aan de vorm (de vier delen, de verhalen van de houthakkers die commentaar vormen op het verhaal van de Pembertons) maar ook aan de manier waarop dit verhaal geschreven is. Hij zet beelden neer die zich zo in mijn hoofd hebben vastgezet dat ik denk dat ik ze er nooit meer uitkrijg;  de mannen hebben erg veel ontzag voor Serena, vooral als ze een adelaar africht om op slangen te jagen; slangen waren één van de grootste bedreigingen voor de mannen die op de hellingen bezig waren met de houtkap. Het beschreven beeld waarin zij uitrijdt op haar witte schimmel met op haar arm de enorme adelaar,  maakt haar een haast mythische verschijning.
Andere beelden zijn die van de zwoegende mannen op de onherbergzame hellingen, vooral in de winter. Het gevecht tussen Pemberton en een beer. De adelaar op jacht naar slangen. Een jonge leerling, die bij de zagerij in het water valt en onder de stammen terecht komt. De rij mannen die elke dag staat te wachten bij het kamp in de hoop een baantje te krijgen  Het gevecht tussen de adelaar en een komodo-varaan, meegekomen met een reizend circus....het boek staat bol van dat soort beelden. Vooral het berggebied wordt zo goed in taal gevat dat je er midden in staat. Zoals ik in een engelstalige recensie heb gelezen:
His background as a narrative poet enlivens the imagery of this story. Rash captures the language of the mountains, long reputed to be Elizabethan in character and pronunciation, a myth that reinforces the reality of the characters' speech. The historical reality of the fight for the Great Smoky Mountains National Park is brought to life here, both sides being presented. 
 Er is heel veel uit dit verhaal te halen, veel meer dan ik hier beschrijf (zoals het feit dat Serena verwijst naar godin Selena en het verhaal dat overeenkomsten heeft met Shakespeare's Macbeth) en dat maakt het niet alleen een dwingend verhaal vol met beelden, maar ook een rijk verhaal. Het is een typisch Amerikaans verhaal met veel natuurbeschrijvingen, maar ook het verhaal van een maatschappelijke en meedogenloze strijd om de natuur. Het is een misdaadroman, een psychologische roman, een literaire roman. Het is dat alles tegelijk. En ik heb het nog net op tijd gelezen om het ook nog te kunnen laten meedingen met de beste boeken die ik dit jaar gelezen heb!


Sarah McCoy - De bakkersdochter

Oorspronkelijke titel: The baker's daughter

Ik las dit boek voor de leesclub, we gaan het woensdag bespreken. Ik heb het vanochtend ademloos uit zitten lezen en heb wel weer even een traantje weggepinkt. Nu doe ik dat wel vrij snel hoor ;-) Maar het zegt toch wel iets over hoe ik dit boek heb beleefd.

In De bakkersdochter worden drie verhalen verteld. De hoofdlijn wordt gevormd door het verhaal van Elsie Schmidt en speelt tijdens de laatste jaren van de oorlog. Elsie, de bakkersdochter, die de oorlog probeert door te komen door de SS-er Jozef Hub te vriend te houden, waardoor ze ook de bakkerswinkel open kunnen houden. Haar zus Hazel wordt na de dood van haar verloofde Peter, zwanger en al opgenomen in het Lebensborn-programma van de nazi's (2e - kleinere - verhaallijn), bedoeld om het zuivere arische ras te 'fokken' maar in feite gewoon een ordinair bordeel waar vooral SS-ers hun lusten konden botvieren.
De derde verhaallijn is dat van Reba Adams, journaliste, die in 2007 voor het tijdschrift waar ze voor werkt een interview houdt met Elsie Meriwether van 'Elsie's German Bakery' in El Paso, Texas. Reba raakt bevriend met Elsie en vooral met Elsie's dochter Jane. Reba is verloofd met een mexicaanse immigrant, Riki Chavez, die werkt bij de Amerikaanse douane- en grensbewaking en wiens werk voornamelijk bestaat uit illegale mexicanen terugsturen naar Mexico.
Door deze derde verhaallijn weten we dat Elsie blijkbaar de oorlog overleefd heeft, maar niet hoe ze in Texas terechtgekomen is, en wat er allemaal gebeurd is voordat ze daar terechtkwam. Dat wordt verteld in het verhaal van Elsie, en dit was een meeslepend oorlogsverhaal. Het verhaal van de zus, Hazel, is een verschrikkelijk, schrijnend verhaal over één van de gruwelijke nazi-praktijken, het creëren van het perfecte Arische ras. Dit wat kleinere verhaal, eigenlijk een soort zijpad,  komt voornamelijk tot ons via de brieven die Hazel aan haar zuster Elsie schrijft.
De verhaallijn van Reba maakt het allemaal goed te verteren, zonder haar verhaal, wat ook niet gespeend is van enig (modern) drama, zou het wel een beetje erg veel van het goede worden.

Ik was in het begin een beetje bang voor een 'Haar naam was Sarah ervaring', vooral gezien de omslag. Dat is een rare angst want ik heb dat boek van Tatiana de Rosnay nooit gelezen, maar het is zo vreselijk uitgemolken dat ik dat ook niet meer hoefde, al leek het me geen boek voor mij (maar zelfs daar kan ik me in vergissen).
In ieder geval: dit boek bleek gelukkig niet het melodramatische verhaal te zijn dat ik had gevreesd. Integendeel , ik vond het prachtig, de verhaallijnen wisselen elkaar mooi af en vullen elkaar ook aan; de jacht op de joden aan het eind van de oorlog wordt dunnetjes overgedaan in het hedendaagse verhaal over de onmenselijke jacht op de illegale mexicanen.
Mooi vond ik ook om nu eens te lezen hoe gewone duitse mensen, die probeerden te overleven in een ook voor hen harde oorlogswereld, aankeken tegen het nazisme en hoe bij veel van hen ook een verandering plaatsvond in de manier waarop zij aankeken tegen het nazisme en de oorlog, toen bij hen eindelijk duidelijk werd wat er in de kampen gebeurde.
Er zit ook wel een romantisch aspect in, in die zin dat de liefde hier op alle fronten overwint, de liefde van een vrouw voor een man maar ook de liefde voor familie. Maar dat romantische aspect vond ik een welkom  tegenwicht voor de bittere aspecten, de slechtheid van de mens.
Dat ik aan het eind meerdere malen tranen heb laten vloeien, betekent voor mij al per definitie een 5-sterrenwaardering; want het geeft aan dat ik me door dit boek mee heb laten slepen. Het was, kortom, weer een prachtige leeservaring!





Boeken voor een verlicht Januari

Iris maakte vorige week melding van de (informele) challenge 'Januari 2013: Long awaited reads month'. Ik ben niet van de challenges, maar het idee vond ik wel erg leuk: dat je de maand Januari reserveert voor boeken die je ooit hebt gekocht of op je lijstje gezet, en waarvan je bijna zeker weet dat je er veel plezier en gaat beleven, maar die op de één of andere manier steeds niet aan bod komen (soms jarenlang niet). Laten we eerlijk zijn: Januari is gewoon een vreselijke maand om door te komen; de gezellige dagen zijn achter de rug, de lichtjes zijn opgeborgen maar buiten is het nog donker en koud en het voorjaar laat nog lang op zich wachten.....dan is het toch een heerlijk idee om een paar boeken te lezen waar je echt helemaal in kunt kruipen....

Het idee was om een lijstje te maken om uit te kiezen en je vooral niet van te voren al vast te pinnen op bepaalde boeken, het moet een beetje ontspannen blijven allemaal. Ik ben gek op lijstjes, dus ik zat onmiddellijk na te denken wat er dan op dat lijstje zou komen. Niet te veel maar wel een ruime keuze. Het lijstje werd al weer snel een beetje lang natuurlijk, daarom heb ik de ebooks buiten beschouwing gelaten en alleen gekozen voor het echte werk, omdat ik dat ook wel vind passen bij het 'comfort-lezen' om zo'n nare maand een beetje te verlichten. Dit is het geworden:

Simone de Beauvoir - Alle mensen zijn sterfelijk
Jeroen Brouwers - Geheime kamers
Bernard Cornwell - De winterkoning (dl. 1 van De kronieken van de krijgsheren)
Monica Dickens - One pair of hands
Kerstin Ekman - De dwaas
Richard Ford - Onafhankelijkheidsdag
Joanne Harris - Holy fools
Philip Kerr - Een Berlijnse kwestie (dl. 1 van een serie rond privedetective Bernie Gunther, spelend in het vooroorlogse Berlijn en het na-oorlogse Wenen)
Elizabeth Kostova - De historicus
Andrea Levy - Klein eiland
Mary Doria Russell - De gevangene
Vikram Seth - Verwante stemmen
Jan Siebelink - Margaretha
Mona Simpson - Overal en nergens
Christina Stead - The man who loved children
Beverly Swerling - Stad van dromen (geschiedenis van New York)
Tom Wolfe - In alles een man

En ik zou er nog aan toe willen voegen de boeken van de Dikke-pillen-missie die ik nog niet gelezen heb.

Ik zou bijna zin krijgen in Januari!


Regina O'Melveny - De geneesvrouw

Oorspronkelijke titel: The book of madness and cures

Een vrouwelijke arts die door het Europa van eind 16e eeuw reist....dat is waar deze historische roman over gaat. Een mooie vondst, want zo kan de schrijfster niet alleen veel kwijt over vrouwen (en dan vooral vrouwen die een eigen, zelfstandig leven willen leiden) maar ook over belangrijke Europese steden in die periode.

Gabriella Mondini woont in Venetië. Ze is het enige kind van dottore Mondini en door hem opgeleid als arts. In 1580 gaat de dottore op reis door Europa, zonder verder aan te geven wat hij gaat doen en hoe lang hij wegblijft.
In Italië worden vrouwelijke artsen door de gildes niet geaccepteerd dus als hij na 10 jaar nog niet terug is, wordt Gabriella door het artsengilde uit haar 'ambt' gezet. Een alarmerende brief van haar vader (ik kom niet meer terug, ga me niet zoeken) doet haar vervolgens besluiten haar vader te gaan zoeken door zijn spoor via zijn brieven te volgen.
Ze neemt haar bediende en min Olmina en diens man Lorenzo mee. Onderweg schrijft Gabriella aan haar 'boek van alle ziekten'.
Het trio trekt vervolgens door Europa en doet alle grote universiteitssteden in de tijd aan. In elke stad worden ze ontvangen door vrienden of kennissen van Il dottore, die meestal iets met de universitiet van die stad te maken hebben. Ze maken kennis met een bonte stoet mensen, van alle rangen en standen.

Gaandeweg krijgen ze steeds meer te horen over dottore Mondini, die naar het lijkt psychisch niet meer in orde is.  En in elke stad of streek is wel iets aan de hand;  in Tübingen zijn heksenjachten de dagelijkse praktijk, zodat zowel Gabriella als Olmina als man moeten reizen. In Leiden komen ze als warmbloedige Italianen terecht in een strenge Hollandse winter en woont Gabrielle bij de medische faculteit een 'snij-sessie' bij. In Edinburgh ontmoeten ze doctor Hamish Urquhart, waar Gabriella haar hart aan verliest. Onder 'toezicht' van Hamish mag ze als vrouw in de grote bibliotheek van de universiteit studeren. In Montpellier heerst een religieuze oorlog, de Hugenoten zijn op jacht naar de katholieken en de universiteit is geplunderd. In Santa Engracia slaat het noodlot toe en in Taroudannt (Marokko) moet Gabriella weer als man verkleed.

Uiteindelijk komt ze natuurlijk wel weer in Venetië terecht, maar hoe en met wie...dat verklap ik natuurlijk niet.

Ik ben een liefhebber van historische romans. Deze viel wel een klein beetje tegen, in die zin dat het een vrij 'simpel' verhaal was (met wat onwaarschijnlijkheden hier en daar), en ook wel behoorlijk geromantiseerd.  Neemt niet weg dat het heerlijk las en dat de sfeer in de steden én onderweg  treffend beschreven wordt.  In dit boek gaat het met name over de rol van vrouwen aan het eind van de 16e eeuw, een tijd waarin overal in Europa het universiteitsleven tot bloei kwam, maar waaraan vrouwen geen deel mochten nemen. Ze mochten trouwens ook weinig beroepen uitoefenen en al helemaal niet het beroep van arts. Dat overigens in die tijd nog veel kruidenwijsheid is, veel medische kennis was er nog niet. Gabriella is ook een groot liefhebber van boeken, in zijn algemeenheid en natuurlijk specifiek de planten-en kruidenboeken en de medische boeken. Om daar toegang toe te krijgen moet ze nog goed haar best doen, ook dat was niet vanzelfsprekend voor een vrouw.

Ondanks de mindere puntjes ga ik niet zuur zijn, want ik merk dat ik steeds kritischer word. Het was een plezier om te lezen dus ik geef 'm toch:



Anton Valens - Het boek ont

Isebrand Schut is net ontslagen als callcentermedewerker bij Altex Communications, en nog wel op een tamelijk vernederende manier, door zijn jonge bazin Manja van der Ziel (what's in a name). Isebrand zou in onze moderne op produktie gerichte maatschappij al snel een 'loser' worden genoemd.
Hij heeft gelukkig een door hem opgericht groepje om op terug te vallen: Man&Post. Stuk voor stuk enigszins gemankeerde mannen die vooral met elkaar gemeen hebben dat ze hun post niet durven openmaken.  Maar ze hebben ook allemaal de nodige problemen, waar ze als onderdeel van de bijeenkomsten van Man&Post 'aan werken'. De één wil van zijn wietplantage af (!), de ander wil zijn baan als nachtverpleger ruilen voor een carrière in de muziek. Isebrand zelf heeft een groetprobleem (moet je altijd groeten, wie groet je, hoe groet je) maar dat is nog wel de minste van zijn problemen. Hij is weggezakt in een soort allesomvattende lethargie.
Gelukkig is daar Cor Meckering, voormalig organisatie-adviseur en eigenaar van Meckering Consultancy. Hij neemt Isebrand mee op sleeptouw, zodat die al snel erg tegen Cor opkijkt. En gelukkig is daar ook nog Ebel Formsma, de baas van Isebrand in zijn uitzendbaantje als schoonmaker bij de openbare toiletten van de Metro. Beide mannen worden lid van Man&Post en beide mannen geven Isebrand net de zetjes die hij nodig heeft om een stukje verder uit de diepe kuil van de doelloosheid te kruipen.

De personages in Het boek ont zijn stuk voor stuk uit het leven gegrepen, maar omdat bij allen een karaktertrek uitvergroot wordt, worden ze allemaal licht absurd. Vooral Cor Meckering moet eraan geloven, hij wil een boek schrijven over woorden met ont, dat lijkt voor hem het eind van waar het voor staat. Ontdoen, ontkennen, ontstijgen.... Deze obsessie met woorden breidt zich uit naar worden die eindigen op -oep en -ip. Als Meckering zijn filosofietjes hierover openbaart aan Isebrand, volgen verhandelingen in de categorie 'slap geouwehoer' die hun weerga niet hebben. Maar Isebrand gaat er helemaal in mee, alleen: volgens hem is ont- het begin van alles en niet het eind.

Alleen Isebrand ontstijgt de absurditeit die de andere personages omgehangen krijgen. Hij blijft voor de lezer een zeer menselijke personage, niet in de laatste plaats door zijn vele onzekerheden. Daarbij speelt zeker ook een rol dat Isebrand zich voornamelijk beweegt in de onderbuik van de samenleving.
Mijn bezwaar tegen dit boek is het gebrek aan plot; zeker tot de helft van het boek gebeurt er weinig. Ik zat me steeds af te vragen wanneer er nu iets ging gebeuren?  Dat ik het boek toch uitgelezen heb, en vanaf halverwege ook nog wel met enige haast, heeft alles te maken met de schrijfkunsten van de auteur. Want de stijl is prachtig, krachtig en speels, en Isebrand is geweldig neergezet, je kunt hem bij wijze van spreken zo tegenkomen in de stad. De stad Groningen, wel te verstaan, want daar speelt dit verhaal zich af. Isebrand woont op het A-kerkhof, tegenover de A-kerk. Ik dacht dat dit wel verzonnen zou zijn, maar zag later dat deze plekken echt bestaan. Er worden nog veel meer plekken in en rond Groningen beschreven, dus ik denk dat het voor de Groningers of Groningen-kenners onder ons een feest van herkenning is.

Ik vind het moeilijk dit boek te waarderen. Voor het verhaal zelf kom ik niet verder dan 3 sterren. Voor de stijl echter zou ik 4 sterren weg willen geven. Zelf vind ik toch de inhoud belangrijker dan de vorm. Dat bepaalt voor mij of het verhaal blijft hangen of niet. Raakt het me, wil ik het herkauwen. Dat is in dit geval voor mij niet gelukt. Daarom is mijn eindoordeel 3 sterren. Maar wel met de aantekening dat het wat karige verhaal prachtig geschreven is.