Julia, 11 jaar oud, woonachtig in een kustplaatsje in Californië en enig kind van Joel en Helen wordt op een ochtend wakker in een wereld waar de dag een uur langer duurt. So what? zou je denken. Maar daar blijft het niet bij. Het blijkt dat de omwenteling van de aarde steeds trager gaat en elke dag komt er wel een uur of een half uur bij. Er ontstaat een nieuwe zwaartekracht, waardoor vogels niet meer kunnen vliegen maar ter aarde storten.
Dit lijkt in eerste instantie het enige gevolg van een trager draaiende aarde te zijn.
Maar al snel worden de dagen (en nachten) zo lang, dat het normale leven wordt ontregeld. Er ontstaan, zoals Julia constateert, twee tijdsdimensies in één enkele ruimte: de kloktijdmensen, zij die, zoals de overheid dat afdwingt, vasthouden aan de kloktijd. En de real-timers, die meegaan in het licht en donker en dus langer gaan slapen en langer wakker blijven. Deze laatste groep organiseert zich in zgn. 'daglichtkolonies' in de woestijn van Californië.
Er ontstaan meer problemen. Omdat de zon tijdens de daglichturen veel heter is (en de nachten veel kouder) gaan de gewassen op het land dood. Alles moet in kassen ondergebracht worden, met daglichtlampen. Er ontstaan voedseltekorten, hamster-acties, energietekorten. De huizen moeten compleet verduisterd worden om ook bij daglicht te kunnen slapen. Sommige mensen blijken vatbaar voor de 'zwaartekrachtziekte' oftewel het vertragingssyndroom: duizeligheid, zwakte en erge vermoeidheid.
Er ontstaan zonnestormen omdat het magnetisch veld verandert. Eb en vloed worden extreem, zodat bij vloed de hele kuststrook weggevaagd wordt.
En ondertussen gaat het leven van Julia door. Een meisje op weg naar het vrouwzijn, dat haar eerste BH koopt, onzeker is, verliefd wordt, wiens vader vreemdgaat. Haar ouders gaan op heel verschillende wijze met de verandering om. Haar moeder ziet alles als een bedreiging, als een vooraankondiging van iets ergers, de vernietiging. Zij krijgt ook last van de zwaartekrachtziekte. Haar vader daarentegen laat alles een beetje gelaten over zich heenkomen. Hij krijgt juist meer bravoure door de veranderende omstandigheden en ziet alles meer vanuit een soort nieuwsgierigheid:
"het zijn wonderlijke tijden. We leven in wonderlijke tijden."
Dit boek is de moeite waard door het onderwerp, de vertraging van de aarde. Iets wat je je heel goed voor kunt stellen, te meer daar duidelijk gemaakt wordt dat dit is ontstaan door toedoen van de mensen; door het evenwicht in de natuur te verstoren.
Het is goed slecht geschreven (en ook goed vertaald!) Maar het verhaal zelf, afgezien van de beeldend beschreven gevolgen van het langer worden van de dag, is een beetje mager. De belangrijkste personages, Julia, haar ouders en haar vriendje Seth, komen niet zo goed uit de verf. Ook worden er steeds voorschotjes op de toekomst genomen, zoals: "We hadden een zilverkleurige stationcar, hoewel hij later in het politierapport beschreven zou worden als blauw." Of: "het zouden de laatste druiven zijn die ik ooit zou eten."
En het eind....nee, daarover ga ik natuurlijk niets verklappen. Lees het en je weet wat ik bedoel.
Als ik weer eens iets lees over aangespoelde walvissen, of een plotselinge zee-beving, of het afbrokkelen van de ijslaag op de Noordpool, dan denk ik vast aan dit boek. Aan wat de uiteindelijke gevolgen van ons handelen kunnen zijn. Gevolgen die wij nooit kunnen voorzien.
Zoals Julia zegt:
"Later zou ik aan die eerste dagen denken als de tijd waarin we als soort beseften dawe ons zorgen hadden gemaakt over de verkeerde dingen: het gat in de ozonlaag, het smelten van de ijskappen, het West-Nijlvirus en de varkensgriep en de killerbij. Maar dat waar je je zorgen over maakt, denk ik, gebeurt uiteindelijk nooit. De echte rampen zijn altijd anders - onvoorstelbaar, onverhoeds, onbekend."
Dat is natuurlijk geen uitspraak die een meisje van 11 jaar zou doen, maar wel één die hout snijdt. En daarom krijgt dit boek van mij, ondanks het wat magere verhaal, toch 4 sterren. Voor de boodschap, en het originele uitgangspunt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten