Adel van de geest


Rob Riemer: Adel van de geest
Atlas, 2010 187 blz.



"Nobility of spirit, de adel van de geest, is het grote Idee. Het behelst de realisering van de ware vrijheid, want er kan geen democratie, geen vrije wereld bestaan zonder dit morele fundament.(....)leven als een zoektocht naar waarheid, schoonheid, goedheid en liefde. Het is de kunst van het mens-worden, de cultivering van de menselijke ziel. Dit alles komt tot uitdrukking in "adel van de geest": menselijke waardigheid".

Dit boek laat zich bijna niet beschrijven zonder citaten want er staan veel mooie dingen in. Er staan na lezing erg veel uitroeptekens en strepen in mijn exemplaar van dit kleine, diepzinnige boek. Hoe moet ik hier een goede samenvatting van geven?
Rob Riemen is naast directeur van het Nexus-instituut ook essayist, het boek bestaat dan ook uit een groot aantal aan elkaar gerelateerde essays. Je zou ook kunnen zeggen dat het eigenlijk één groot essay is.
Het bestaat uit 4 delen: een 'prelude' waarin wordt aangegeven wat de aanleiding was om dit boek te schrijven (een gesprek van Riemen in New York met Elisabeth Mann - de dochter van Thomas Mann - en haar oude vriend Joe Goodman, en een exemplaar van Leaves of Grass van Walt Whitman, door Goodman naar Riemen gestuurd met een opdracht: "...het is onze plicht om de waarheid te schrijven! Write well, be well").
Daarna volgt een uiteenzetting over Baruch de Spinoza, schrijver van het in Nederland weinig gelezen 'Ethica', waarvan overigens meerdere goede Nederlandse versies op internet te vinden zijn, o.a. hier.
Spinoza schreef over het menselijk verstand als de grootste gave van de mens, maar omdat hij (onder druk van het religieus fundamentalisme van zijn eigen Amsterdamse joodse gemeente) wel zag dat waarheid en vrijheid stevig met elkaar verbonden waren, ook over politiek en democratie. De Ethica is overigens niet tijdens zijn leven gepubliceerd omdat dit te veel risico's met zich meebracht. Wel gepubliceerd maar onder pseudoniem is het Theologisch-politiek traktaat,waarin een bijna angstaanjagend aktuele beschrijving van de democratie: "Wat is de toekomst van de democratie, van de politieke vrijheid, als de mensen niet meer weten wat het wezen van de vrijheid is? Niet meer nadenken en zich niet meer laten leiden door de rede, maar wel door bijgeloof, emoties, angst, begeerten en slavernij?"
Spinoza werd gelezen door Goethe, en Goethe werd gelezen door Thomas Mann, en daarmee komen we in deel I: Thomas Manns bezonnen tijd. Een uitgebreid essay over leven en schrijven van Thomas Mann. Vindt hij voor de eerste wereldoorlog nog dat de Europese (Duitse) cultuur bedreigd wordt en dat dit belangrijke erfgoed ten koste van alles behoedt moet worden voor de ondergang, na de eerste wereldoorlog ziet hij dat hij niet moet vasthouden aan de conservatieve nationalistische duitse politiek. "De mens moet openstaan voor verandering van vormen" en dit is het begin van zijn verdediging van het humanisme en de democratie die is gestoeld op de grote europese beschavingsidealen.
In deel II volgen de "aanklagers" van de democratie zoals die zich na de eerste wereldoorlog ontwikkelt. We lezen gesprekken van Socrates met zijn vrienden over rechtvaardigheid, vrijheid en waarheid, van een groepje personages uit de Toverberg over absolutisme (zich afspelend net voor WO I in Davos) en van een groepje personages uit Dokter Faustus over het boek Relections sur la violence van Georges Sorel (zich afspelend net na WO I in München).
Na deze gesprekken volgt een uiteenzetting over de interpretaties van 9/11, was het een aanval op de beschaving, of op het gebrek aan beschaving (de overlevering aan het geld) met als onderliggende vragen: wat is beschaving dan en welke idealen liggen hieraan ten grondslag. Om uiteindelijk tot een verrassend eenvoudige conclusie te komen.
Na nog een vierde gesprek van een aantal Franse schrijvers over de door de tweede wereldoorlog geruïneerde Europese beschaving komen we aan bij de belangrijke boodschap van dit boek, de beschrijving van het fundament van de beschaving: "dat de mens zijn waardigheid en identiteit niet ontleent aan wat hij is, maar aan wat hij moet zijn: drager van de onvergankelijke levenskwaliteiten, waarden die het beste van het menselijk bestaan vormen: waarheid, goedheid, schoonheid, vrijheid en gerechtigheid, liefde en barmhartigheid."
Dit tijdloze en universele ideaal is de adel van de geest en het is de taak van de intellectuelen dit ideaal te bewaken, te verdedigen en door te geven.

In deel III Wees dapper volgen we dan het proces tegen Socrates en ook de marteldood door de nazi's van de Italiaanse intellectueel Leone Ginzburg, die in zijn donkerste uren blijft vasthouden aan waar hij in gelooft, trouw aan de waarheid en het Europese beschavingsideaal. Met de woorden 'wees dapper' eindigt hij de laatste brief die hij aan zijn vrouw zal schrijven. Maar het is ook gericht aan ons: ook wij moeten dapper zijn en de eeuwige beschavingsidealen met ons leven blijven verdedigen.

Hoewel niet altijd even gemakkellijk te lezen, was dit een in alle opzichten prikkelend boek dat aanzet tot denken, veel denken. En zeker ook tot lezen, veel lezen. Vooral de boeken die er echt toe doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten