oorspr: A tale for the time being (UK 2013)
Ik las de laatste tijd behoorlijk veel, daaronder ook veel dat ik goed vond, maar waarbij ik toch totaal geen aandrang voelde erover te schrijven. Maar bij dit boek had ik het gevoel dat ik het niet onbesproken kon laten.
De vertaling van de titel liet helaas niet toe de dubbele betekenis van de oorspronkelijke titel mee te nemen. Dat is jammer, want 'time being' is in dit boek ook een belangrijk zelfstandig naamwoord: het tijdwezen. Tijdwezen als concept maar ook als fenomeen; want volgens het zen boeddhisme van één van de personages in dit boek zijn wij, als levende wezens, allen tijdwezens.
Het Zen boeddhisme is één van de uiteenlopende onderwerpen in dit boek, naast het leven op een afgelegen eiland, eenzaamheid, de soms bizarre uitingen van de Japanse cultuur, pesten op school, het digitale onsterfelijke bestaan, de kraai in de mythologie, dromen, fictie versus werkelijkheid, de relatie tussen schrijver en lezer en last but not least kwantum mechanica. Kwantum mechanica?? Jazeker, maar niet schrikken want het wordt op een heel begrijpelijke en mooie manier in het verhaal gevlochten.
Een schrijfster van Japanse afkomst genaamd Ruth, heeft zich met haar man Oliver, die kunstenaar is, teruggetrokken op het Canadese Cortes Island, in het plaatsje Whaletown. Ze is bezig met een nieuw boek, maar het wil niet vlotten. Op een dag vindt ze een aangespoelde plastic zak met een Hello Kitty lunchtrommel. Daarin treft ze een dagboek aan, samen met een pakje brieven en een oud horloge.
Het dagboek blijkt van een Japans meisje te zijn, Naoko Yasutani, uit Tokyo. Ruth denkt dat het aangespoelde pakketje iets te maken moet hebben met de tsunami in Japan.
Samen met haar man begint ze het dagboek te lezen, dat opent met de mededeling van Naoko dat ze van plan is om zelfmoord te plegen. Vanaf dat moment ontwikkelt Ruth een obsessie om het lot van Naoko te achterhalen.
Er zijn dus twee verhaallijnen, die van Naoko of Nao zoals ze zichzelf noemt via het dagboek, en die van Ruth die het dagboek leest. Naoko en Ruth hebben trouwens wel wat overeenkomsten met elkaar; beiden zijn eenzaam, hebben heimwee naar een plek waar ze ooit gelukkig waren (Sunnyvale resp. New York) en zijn op zoek naar een nieuwe plek waar ze 'thuis' kunnen zijn. Het verhaal van Naoko is af en toe hartverscheurend, ze wordt op school op een afschuwelijke manier gepest en thuis kan ze eigenlijk niet terecht: haar moeder heeft een drukke baan en haar werkloze vader probeert zijn depressie van zich af te vouwen met origami-insekten. Hij heeft andere dingen aan zijn hoofd dan aandacht voor zijn dochter.
Nao heeft af en toe sms-contact met haar overgrootmoeder, een zen boeddhistische non van 104 die leeft in een kleine oude tempel op een berg bij Sendai, noordelijk van Tokyo. Die voorziet haar van boeddhistische wijsheden waar Nao zich nog enigszins aan vast kan klampen.
Als de vader van Nao een tweede zelfmoordpoging heeft gedaan en Nao de zomervakantie moet doorbrengen bij haar grootmoeder, volgen een paar van de mooiste hoofdstukken die ik ooit heb gelezen. Die breekbare oude vrouw en dat kwetsbare jonge meisje, die tijdens het dagelijkse badritueel, in een tempel midden in de natuur, op een berg, onder de sterren, nader tot elkaar komen. Zo prachtig!
Als de verwikkelingen zulke vreemde resultaten hebben dat Ruth ze niet meer kan verklaren, komt Oliver met de kwantum mechanica op de proppen. Hoe precies ga ik hier niet verklappen, maar het principe ervan leidt uiteindelijk óók tot de conclusie dat de woorden die de schrijver schrijft, pas betekenis krijgen als ze door de lezer worden gelezen.
Je kunt dit boek op verschillende nivo's lezen, dus als je niet maalt om boeddhistische gedachten of gedachten-experimenteren met kwantum mechanica, dan is er nog altijd een meeslepend verhaal over een paar eenzame mensen en de paden die zij inslaan op hun zoektocht naar een plek onder de zon.
Het eind is niet helemaal zoals ik verwachtte, er blijven nog wat open eindjes, maar uiteindelijk is dat ook wel weer helemaal in de geest van dit verhaal.
Ruth Ozeki (1956) is de dochter van een Amerikaanse vader en een Japanse moeder. Naast professor Engelse taal en literatuur is ze ook zen-boeddhistisch priester. Ze is getrouwd met kunstenaar Oliver Kellhammer en woont gedeeltelijk op Cortes Island. A tale of the time being is haar derde roman, eerder schreef ze My year of meats (1998, vertaald als Mijn jaar van het vlees) en All over creation (2003, vertaald als Alles opnieuw).
Ruth Ozeki (1956) is de dochter van een Amerikaanse vader en een Japanse moeder. Naast professor Engelse taal en literatuur is ze ook zen-boeddhistisch priester. Ze is getrouwd met kunstenaar Oliver Kellhammer en woont gedeeltelijk op Cortes Island. A tale of the time being is haar derde roman, eerder schreef ze My year of meats (1998, vertaald als Mijn jaar van het vlees) en All over creation (2003, vertaald als Alles opnieuw).