Marlen Haushofer - De Wand




Stel: je gaat een weekend met je nicht en haar man naar hun jachthuis in de (Oostenrijkse) bergen. Na aankomst gaat je nicht met haar man en hond nog even naar het dorp om een borrel te drinken in de plaatselijke kroeg, maar jij hebt daar geen zin in. Je blijft achter, gaat eten, het wordt laat dus je gaat alleen slapen. De volgende ochtend ben je nog steeds alleen maar wel is de hond teruggekomen. Je loopt samen met de hond richting dorp en opeens....loop je tegen een glazen wand. Aan de andere kant van de wand is alles dood. Je bent afgesloten van de wereld en op jezelf aangewezen.
Dit overkomt de vrouwelijke hoofdpersoon, die naamloos blijft. De Wand is haar verslag van de afgelopen jaren. Het is een verpletterende leeservaring.
Als een vrouwelijke variant van Robinson Crusoe, realiseert ze zich dat ze alleen moet zien te overleven, met de hond en een koe. Later voegt zich daar nog een kat bij. Het verhaal zit vol filosofische overpeinzingen over het leven en is zo goed verteld dat je voortdurend in het hoofd van de vrouw zit en met haar meeleeft en -denkt. Je ervaart zelf ook een soort spanning: hoe kom ik deze dag, deze maand, dit seizoen door. Je bouwt samen met de vrouw een band op met de dieren, en realiseert je samen met haar dat datgene wat jou in leven houdt, de liefde en zorg voor anderen is. In dit geval: de dieren. Gaandeweg raakt de vrouw de spanning om te overleven kwijt en raakt bijna in een soort idyllische toestand, maar voortdurend blijft er iets op achtergrond knagen. Dat komt omdat er steeds wat hints worden weggegeven over wat er nog moet gebeuren. Dat maakt dat je alsmaar door wilt lezen, je moet weten wat er nu precies gaat gebeuren en hoe het met de vrouw verdergaat. Als je het boek dichtslaat, ben je kapot. Je kunt nog geen nieuw boek openslaan, want je moet dit boek verwerken, herkauwen, doorleven. Ja, dat is echte literatuur.

De Oostenrijkse schrijfster Marlen Haushofer, die dit boek al in 1963 schreef, stierf in 1970, op 49-jarige leeftijd aan botkanker. Haar werk is lange tijd in vergetelheid geraakt, maar kreeg in de jaren 80 een nieuw leven door een revival van feministische literatuur. Daardoor is dit werk opnieuw vertaald en herdrukt. En terecht. Een wereldklassieker. Niet te missen.

Elif Batuman - De bezetenen; Avonturen met Russische literatuur en haar lezers




Ik had over dit boek een lovend stukje gelezen dat ik niet meer terug kan vinden maar het kwam neer op: een must-have voor mensen die van literatuur en lezen houden.
Omdat boeken over boeken mijn warme belangstelling hebben, heb ik het meteen gekocht.
Toen ik het ging lezen dacht ik eerst dat het omslag om een verkeerde inhoud zat....dit ging helemaal niet over boeken en lezen! Dit ging over mevrouw Elif Batuman, een Amerikaanse literatuurwetenschapster van Turkse komaf die via Tolstoj Russisch gaat leren en later ook een poging doet zich het Oezbeeks eigen te maken. Daarvoor gaat zij enkele maanden naar het gebied Samarkand in Oezbekistan, en dit was nog wel een leuk deel van het boek omdat het zo'n merkwaardig land is. Maar dan dus meer gelezen als een reisverhaal. Verder is het heel veel geneuzel, ik heb er echt geen ander woord voor. Geneuzel over hoe oenig ze kan doen (ik ben me er één) en geneuzel over de mensen waar ze mee omgaat, en hoe ze haar koffers kwijtraakt en terugvindt enz. Een klein stukje over Tolstoj, een klein stukje over Tjechov, je moet ze echt bij elkaar schrapen, de werkelijk interessante gedachten.
Misschien nog wel leuk als je van reisboeken houdt en iets meer wilt weten van hoe het in Oezbekistan toegaat. Anders: zonde van je tijd. De ondertitel zet je zeer op het verkeerde been.

Nicole Krauss - Het grote huis




Ik weet niet zo goed wat ik van dit boek moet zeggen. Ik vond het een mooi boek, dat wel, maar ik denk dat ik er op een dieper nivo niet alles van gesnapt heb. De vraag is natuurlijk: is er een dieper nivo en valt er wat te snappen? In dit geval denk ik van wel.
Maar goed, het boek dan zoals ik het gelezen heb. Deel I bevat eigenlijk vier verschillende verhalen over vier verschillende mensen, die in deel twee weer een keer terugkomen, weer als vier verhalen, op één verhaal na ook met dezelfde titel. In die titels zit denk ik al meer betekenis en het feit dat één verhaal dan onder twee verschillende titels terugkomt moet ook iets betekenen.
De verhalen gaan over mensen die zich, ieder op hun eigen manier, niet kunnen verzoenen met de wereld of de mensen om hen heen. Het zijn trieste mensen. Op één verhaal na hebben ze allemaal iets met schrijven, of woorden, te maken. Er wordt geschreven om te overleven. Ook zijn alle hoofdfiguren van joodse komaf. Het zijn op zich prachtige verhalen, op dat nivo heb ik dan ook erg genoten. In die zin heb ik me ook, om maar even in de juiste sfeer te blijven, erg thuis gevoeld in dit boek. Mooie stijl, sober en (daardoor?) indringend. Maar de verhalen zijn aan elkaar gerelateerd. Door een kolossaal (schrijf-)bureau, dat op enig moment een belangrijke rol speelt in hun leven. En daar hapert er iets bij mij: waaróm zijn hun levens verbonden door een bureau? Wat is de diepere betekenis hiervan? In het laatste verhaal wordt door een antiekhandelaar, die zijn halve leven al op zoek is naar het bureau van zijn vader dat in de tweede wereldoorlog is verdwenen, uitgelegd dat de term 'het Grote Huis' staat voor de leerschool van de eerste-eeuwse rabbijn Jochanan ben Zakkai. Deze rabbijn dacht veel na over de verwoesting van de tempel en de vraag wat een jood is zonder Jeruzalem. Pas na zijn dood werd het antwoord zichtbaar in zijn werk: 'Zet Jeruzalem om in een denkbeeld. Zet de tempel om in een boek [...]. Voeg een volk naar wat het heeft verloren en laat alles een weerspiegeling zijn van die uiterlijke afwezigheid.' Hier wordt een relatie gesuggereerd met de schrijvende joden in de verhalen van dit boek en met het bureau; als symbool voor wat de joden zijn kwijtgeraakt? Het is een relatie die ik niet goed kan doorgronden, en die mij onbevredigd achterlaat. Misschien is dit een boek dat zijn geheimen pas na tweede lezing volledig prijsgeeft. Gelukkig heb ik het plezier van de eerste lezing vast binnen.

Joris Luyendijk - Je hebt het niet van mij, maar...




De journalist Joris Luyendijk, vooral bekend als schrijver van ‘Het zijn net mensen’ en presentator van Zomergasten (2006/2007), werd door het perscentrum Nieuwspoort uitgenodigd een maand lang Nieuwspoort-rapporteur te zijn.
Een initiatief dat ontstond na het overlijden van de politieke journalist en oud-Nieuwspoortvoorzitter Kees Lunshof en dat inhoudt dat jaarlijks een kortstondig onderzoek wordt gedaan naar het politiek-publicitaire complex.
Van huis uit antropoloog, bestudeert hij de vier soorten spelers van het politieke spel: de politici, de lobbyisten, de journalisten en de voorlichters als verschillende ‘stammen’ die als gemeenschappelijk jachtterrein 'de vierkante kilometer rond het Binnenhof' hebben: welk gedrag wordt beloond of afgestraft, wat zijn de regels van het spel, hoe kom je in zo'n wereld omhoog. Om dit te doen heeft hij toegang tot de (besloten) sociëteit Nieuwspoort en het daaraan vastzittende Tweede kamer gebouw.
Veel aandacht besteedt hij aan de zgn. Nieuwpoortcode, die bepaalt wat de status van informatie is en hoe daarmee wordt omgegaan. Dit vond ik minder interessant, iedereen die bij een bedrijf werkt kent dat soort codes.
Maar er waren andere stukken, die ik soms ronduit onthutsend vond om te lezen. Misschien ben ik naïef, maar ik vond het erg om te lezen dat de verschilende spelers vooral bezig zijn met zichzelf profileren in de hoop weer een stapje hoger te komen. En dat de echte beslissingen nauwelijks door de politici genomen worden. Zoals een lobbyist het verwoordt: "In de ambtelijke lobby schrijf je als lobbyist de i, de politieke lobby is slechts het puntje erop." De manipulaties, de trucs die door vooral de lobbyisten worden uitgehaald. Eén voorbeeld: een lobbyist zorgt ervoor dat er via een bevriend kamerlid lastige kamervragen worden gesteld. De verantwoordelijk minister legt deze vragen bij een ambtenaar neer. De lobbyist belt vervolgens de ambtenaar om zijn hulp aan te bieden, wat de lobbyist in staat stelt het onderwerp te beïnvloeden.
Neemt niet weg dat dit een prettig leesbaar en verhelderend verslag geworden is, maar je vertrouwen in de politiek wordt er bepaald niet groter van.

Het lezen van te veel boeken


Een rare titel, want je kunt natuurlijk nooit te veel boeken lezen, maar waar het hier om gaat is: hoeveel kun je er tegelijk aan? Hoewel ik altijd wel meerdere boeken tegelijk lees, was het nu wel een beetje de spuigaten uitgelopen, ik had al 7 boeken aan de linkerkant staan. Tja hoe gaat dat, je koopt een nieuw boek (Luyendijk) en wilt daar gelijk aan beginnen, ook al heb je al het één en ander onderhanden. En je reserveert wat in de biep (Krauss), en dat komt dan beschikbaar op een moment dat het jou helemaal niet uitkomt...en dan staan er nog wat mensen voor zo'n boek op de lijst, dus je moet nog opschieten ook.
Ik werd er een beetje onrustig van en ben wat gaan schonen. Dumas moest het bezuren, ik heb zijn Graaf van Monte Christo weer even in de kast gezet. De lange adem die voor deze 1200 bladzijden nodig is, heb ik nu even niet. Hetzelfde lot onderging Het volle leven van René van Stipriaan.
Blijven er toch nog vijf over, maar Luyendijk is bijna uit en uit Aan mijn voormalig vaderland van Michaël Zeeman lees ik maar af en toe een stuk. Echter net als Quis leget haec wil ik van wat ik lees in dit prachtige boek altijd wel iets nazoeken, en leidt het dus meestal tot uitbreiding van het leesvoer.
Ik ben wel benieuwd hoe dat bij andere lezers gaat? Lees je ook van alles tegelijk, of blijf je geconcentreerd op één boek? Wordt je ook zo onrustig als je zoveel tegelijk leest? En nieuwe aanwinsten? Heb je ook de neiging om een nieuw boek meteen te gaan lezen, ook al ben je nog met andere boeken bezig?

Emma Donoghue: Room




vert.: Kamer (Mouria Uitgeverij)

Wat een fascinerende, fantastische leeservaring was dit. Genomineerd voor de Booker Prize (en helaas voorbijgestreefd door Howard Jacobson) krijgt dit boek nu overal klinkende reviews maar: lees ze niet als je dit boek wilt lezen! De grootste verrassing wordt dan namelijk weggegeven, een verrassing die je graag zelf wilt ontdekken. Dat is ook de reden dat ik inhoudelijk niets meer over dit boek ga zeggen, dan dat het wordt verteld door een intelligent vijfjarig jongetje, over hoe hij de wereld om hem heen beleeft. Die wereld is eerst heel klein en wordt later beangstigend groot. De kracht van de moederliefde wordt hier op de proef gesteld, en wint. En hoe. Vakmanschap, originaliteit en een geweldig inlevingsvermogen. Dat is wat dit boek typeert.
Ik kan alleen maar zeggen: lees dit boek. Je gaat er geen spijt van krijgen.

Jonathan Franzen: Vrijheid



Het is wel wat aanmatigend om het te zeggen van een boek dat vrij unaniem is aangeprezen als een meesterwerk, maar: ik zag het er niet in.
Het is geen slecht boek, integendeel. Het is een ouderwets doorwrochte familiekroniek in een modern jasje en de eerste helft las ik het met plezier. Maar daarna kreeg ik last van een soort verveling. Ik had het een beetje gehad met de familie Berglund: Walter en Patty en hun kinderen Jessica en Joey. En niet te vergeten de vriend van Walter, Richard Katz, die een belangrijke rol gaat spelen in deze familiegeschiedenis. Patty is de spil waar het verhaal om draait, het gaat om haar verhaal en de relatie van de andere personen tot Patty.
Er zitten veel stereotypen in: zo'n vrouw (Patty) die altijd heeft willen voldoen aan de eisen van de mensen om haar heen (het zich los scheuren van haar ouders heeft haar niet geholpen) en daardoor nooit uit de verf is gekomen ('maar wie ben ik dan?'), een man (Walter) die halverwege zijn leven denkt: is dit het dan en wat moet ik nu. Kinderen die een moeilijke (Joey) of juist een makkelijke (Jessica) puberteit hebben maar uiteindelijk, door schade en schande wijzer, allebei 'goed terecht komen'. Een man (Richard) die worstelt met zijn creativiteit en die het niet lukt een relatie met een vrouw tot stand te brengen. Er wordt opvallend veel in geneukt of over neuken gesproken, maar er zit ook veel moraal in; wanneer ben je ontrouw aan je partner en kan dat ooit gerechtvaardigd zijn? Welke 'verplichtingen' heb je naar je ouders en partner? Hoe groot is de invloed van de opvoeding op je latere leven? Mag je veel geld verdienen als je weet dat anderen daar schade onder lijden, ook al doe je dat niet zelf? Hoeveel is natuur ons waard? Met hoeveel hyprocrisie zijn wij omringd?
Op zich allemaal intrigerende onderwerpen, maar in dit boek wel erg uitgesponnen in de familiegeschiedenis, waardoor de spanningsboog er toch onder te lijden krijgt. Uiteindelijk, na een middenstuk waar ik me echt doorheen geploegd heb, was het laatste stuk toch wel weer boeiend genoeg om het boek uit te lezen.
Ik heb geaarzeld met het uitdelen van de waardering; stylistisch gezien zou het toch wel 4 boekjes verdienen, het staat buiten kijf dat dit een ouderwets goed geschreven boek is, maar vanwege mijn verveling halverwege heb ik het uiteindelijk toch 3 boekjes gegeven, temeer omdat er geen halve boekjes zijn. Anders was het een 3,5 geworden. Zou ik het anderen aanraden? Ja toch wel. Omdat mijn verveling misschien wel erg persoonlijk is. En een boek dat zoveel waardering heeft gekregen in de literaire kritiek, is alleen daarom al de moeite waard: om te zien of dit inderdaad zo is.

Niets heb ik van mijzelf


Binnenkort te verschijnen van Willem Jan Otten e.a.:
Niets heb ik van mijzelf; een hommage aan het lezen.
Dat klinkt als een boek dat ik hebben wil!

The Big Read

Na het lijstje van Koen op Quis Leget Haec die weer werd geinspireerd door twee andere enthousiaste bloggers, doe ik ook maar eens een duit in het zakje, en geef hier mijn lijstje van The Big Read.

De regels nog even samengevat:
Maak de boeken die je hebt gelezen vetgedrukt.
Maak de boeken die je van plan te lezen schuingedrukt
Onderstreep je favorieten
Krijg andere boekengekken zo gek dat ze ook meedoen

1 Pride and Prejudice - Jane Austen
2 The Lord of the Rings - JRR Tolkien
3 Jane Eyre - Charlotte Bronte
4 Harry Potter series - JK Rowling
5 To Kill a Mockingbird - Harper Lee
6 The Bible (stukken er uit, telt dat?)
7 Wuthering Heights - Emily Bronte
8 Nineteen Eighty Four - George Orwell
9 His Dark Materials - Philip Pullman
10 Great Expectations - Charles Dickens
11 Little Women - Louisa M Alcott
12 Tess of the D'Urbervilles - Thomas Hardy
13 Catch 22 - Joseph Heller
14 Complete Works of Shakespeare (alleen Hamlet en Macbeth en Hamlet staat al als 98)
15 Rebecca - Daphne Du Maurier
16 The Hobbit - JRR Tolkien
17 Birdsong - Sebastian Faulks
18 Catcher in the Rye - JD Salinger
19 The Time Traveller's Wife - Audrey Niffenegger
20 Middlemarch - George Eliot
21 Gone With The Wind - Margaret Mitchell
22 The Great Gatsby - F Scott Fitzgerald
23 Bleak House - Charles Dickens
24 War and Peace - Leo Tolstoy
25 The Hitch Hiker's Guide to the Galaxy - Douglas Adams
26 Brideshead Revisited - Evelyn Waugh
27 Crime and Punishment - Fyodor Dostoyevsky
28 Grapes of Wrath - John Steinbeck
29 Alice in Wonderland - Lewis Carroll
30 The wind in the Willows - Kenneth Grahame
31 Anna Karenina - Leo Tolstoy
32 David Copperfield - Charles Dickens
33 Chronicles of Narnia - CS Lewis
34 Emma - Jane Austen
35 Persuasion - Jane Austen
36 The Lion, The Witch and The Wardrobe - CS Lewis (niks aan, wat viel dat tegen)
37 The Kite Runner - Khaled Hosseini
38 Captain Corelli's Mandolin - Louis De Bernieres
39 Memoirs of a Geisha - Arthur Golden
40 Winnie the Pooh - AA Milne
41 Animal Farm - George Orwell
42 The Da Vinci Code - Dan Brown
43 One Hundred Years of Solitude - Gabriel Garcia Marquez
44 A Prayer for Owen Meaney - John Irving
45 The Woman in White - Wilkie Collins
46 Anne of Green Gables - LM Montgomery
47 Far From The Madding Crowd - Thomas Hardy
48 The Handmaid's Tale - Margaret Atwood (alles van Atwood vind ik erg goed)
49 Lord of the Flies - William Golding
50 Atonement - Ian McEwan
51 Life of Pi - Yann Martel
52 Dune - Frank Herbert
53 Cold Comfort Farm - Stella Gibbons
54 Sense and Sensibility - Jane Austen
55 A Suitable Boy - Vikram Seth
56 The Shadow of the Wind - Carlos Ruiz Zafon
57 A Tale Of Two Cities - Charles Dickens
58 Brave New World - Aldous Huxley
59 The Curious Incident of the Dog in the Night-time - Mark Haddon
60 Love In The Time Of Cholera - Gabriel Garcia Marquez
61 Of Mice and Men - John Steinbeck
62 Lolita - Vladimir Nabokov
63 The Secret History - Donna Tartt
64 The Lovely Bones - Alice Sebold
65 Count of Monte Cristo - Alexandre Dumas (al een tijdje mee aan het worstelen)
66 On The Road - Jack Kerouac
67 Jude the Obscure - Thomas Hardy
68 Bridget Jones' Diary - Helen Fielding
69 Midnight's Children - Salman Rushdie (ooit een poging gedaan, niet gelukt)
70 Moby Dick - Herman Melville
71 Oliver Twist - Charles Dickens
72 Dracula - Bram Stoker
73 The Secret Garden - Frances Hodgson Burnett
74 Notes From A Small Island - Bill Bryson
75 Ulysses - James Joyce
76 The Bell Jar - Sylvia Plath
77 Swallows and Amazons - Arthur Ransome
78 Germinal - Emile Zola
79 Vanity Fair - William Makepeace Thackeray
80 Possession - AS Byatt
81 A Christmas Carol - Charles Dickens
82 Cloud Atlas - David Mitchell
83 The Color Purple - Alice Walker
84 The Remains of the Day - Kazuo Ishiguro
85 Madame Bovary - Gustave Flaubert
86 A Fine Balance - Rohinton Mistry
87 Charlotte's Web - EB White
88 The Five People You Meet In Heaven - Mitch Albom
89 Adventures of Sherlock Holmes - Sir Arthur Conan Doyle
90 The Faraway Tree Collection - Enid Blyton
91 Heart of Darkness - Joseph Conrad
92 The Little Prince - Antoine De Saint-Exupery
93 The Wasp Factory - Iain Banks
94 Watership Down - Richard Adams
95 A Confederacy of Dunces - John Kennedy Toole
96 A Town Like Alice - Nevil Shute
97 The Three Musketeers - Alexandre Dumas
98 Hamlet - William Shakespeare
99 Charlie and the Chocolate Factory - Roald Dahl
100 Les Miserables - Victor Hugo

47 van de 100 gelezen, dat is een score van bijna 50%. Maar van scores kun je hier niet spreken, omdat het zo'n willekeurig lijstje is met veel titels waarmee engelstaligen al in hun jeugd te maken krijgen, maar ons niet veel zeggen. Stel ik me zo voor. Het zou eigenlijk wel leuk zijn, zo'n soort lijstje te maken vanuit een Nederlandse lees-optiek (met ook vertaalde literatuur, maar ook van die typisch Nederlandse klassiekers als Max Havelaar en zo).

Enfin, ik werd wel weer met de neus op de feiten gedrukt, nu is weer eens duidelijk dat ik nog veel russen, veel Dickens en veel Austen op mijn te lezen lijstje (en in de kast) heb staan....

Joke Hermsen: Windstilte van de ziel



Ter gelegenheid van de 'maand van de spiritualiteit' verscheen dit kleine boekje van Joke J.Hermsen, voor maar 2,50. Het is eigenlijk een wat langer essay, in de vorm van een dagboekje geschreven tijdens een verblijf op het Franse platteland, en poogt een antwoord te geven op de vraag: wat is de ziel?
Met zo'n vraag leg je jezelf wel een moeilijke taak op, want het is nog niemand, van de Griekse wijsgeren tot hedendaagse filosofen en schrijvers, gelukt hierop een definitief en onbetwistbaar antwoord te geven.
In dit boekje, waarmee Hermsen aanhaakt bij haar laatste boek 'Stil de tijd', komt ze wel bij een soort van afbakening, mede op basis van wat filosofen als Aristoteles, Nietzsche (uit zijn werk komt ook de titel), Erasmus en Bergson hierover al eens gezegd hebben.
Volgens Hermsen zijn er twee soorten tijd: de kloktijd, de externe tijd die ons leven structureert en lineair verloopt; en de innerlijke tijd, 'de tijd als duur', een tijd waarbij een uur eindeloos kan duren en een andere keer zo voorbij kan zijn. De ziel heeft iets te maken met de innerlijke tijd.
Via overpeinzingen, stilte-experimenten en het wandelen van een stukje van de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella, komt Hermsen tot de volgende conclusie: de ziel is een levenskracht, een harmoniserende verbinding of betrokkenheid tussen het ik (naar buiten gericht) en het zelf (naar binnen gericht) of tussen het ik en de wereld. In het eind van het essay wordt de conclusie dan weer mooi verbonden met de innerlijke tijd: 'Zodra je de weg van het onzegbare surplus van de mens inslaat, bewandel je ook de weg van de ziel. Zodra je de ambities en belangen van je bewuste ik opzijzet door een pas op de plaats te maken, door rust te nemen of door je even op niets doelmatigs of nuttigs te richten, vind je bijna als vanzelf de ziel op je pad'.
Mooi gezegd, aardig boekje waarmee ik voor heel even pas op de plaats heb gemaakt.

Bij de dood van Harry 'de neus' Mulish



'Boeken Mulish vliegen biep uit'. 'Verkoop boeken van Mulish explosief gestegen'. 'Mulish meest gebruikte zoekterm op BOL.COM'.
Hè? Ik snap daar niks van. Hoe werkt dat dan? Ga je dan opeens een schrijver lezen, als hij overleden is? Of omdát hij overleden is? Je vond er nooit wat aan, maar ja nu hij overleden is ga je het toch maar eens proberen? Bang dat zijn boeken niet meer gedrukt worden na zijn dood?
Krankzinnig!
En dan zit ik net DWDD te kijken, natuurlijk helemaal gewijd aan Mulish...; de 'kroonprins van Harry Mulish' Joost Zwagerman zit aan een tafel vol met boeken van Mulish de grote schrijver nog eens op te hemelen en oh, wat heeft hij (Zwagerman) toch een goed contact met de dochter van Mulish, Frieda. Ze komen elkaar zelfs tegen bij Albert Heyn! Waarom pas die aandacht voor een schrijver als hij dood is? Waarom niet wat meer aandacht voor onze schrijvers als ze nog leven? Dan kijkt niemand naar ze om.
Niet dat ik het Mulish niet gun.
Mulish was ijdel, maar met een zekere stoerheid. Lees er Boekengek op na.
Het was ook een erg lelijke man. Maar schrijven kon hij. Daar laat ik het maar bij.

Jacoba van Velde: De grote zaal





Hoewel elke aktie om mensen aan te zetten tot lezen toe te juichen is, valt me op dat de keuzes van 'Nederland leest' vaak nogal oubollig uitvallen.
Zo ook De grote zaal van Jacoba van Velde. Een prachtig boekje, dat wel, maar ik betwijfel of dit jonge mensen (over die doelgroep hebben we het toch vooral) over de streep zal trekken. Ik kan me voorstellen dat deze novelle ze niet zal boeien.
Voor mij was het een klein, geconcentreerd verhaal wat erg veel indruk maakte. Het gaat over een oude vrouw die vanwege een beroerte wordt opgenomen in een verzorgingstehuis (een 'rusthuis').We hebben het over de jaren 50, toen je in zo'n verzorgingstehuis (en trouwens ook in een ziekenhuis) op een zaal met vele anderen kwam te liggen; met privacy had men toen nog niet veel op. Hoewel de huisvesting tegenwoordig sterk is verbeterd, zal het gebrek aan 'handen aan het bed' wel zorgen voor vergelijkbare ontluisterende omstandigheden. Want ontluisterend is het; dat je niets meer kunt, weet dat je niet meer terug zult keren naar je eigen vertrouwde omgeving, dat je zonder het bewust mee te maken afscheid hebt genomen van al je dierbare spulletjes. Aan bed gekluisterd, luisterend naar de doodsrochel van je zaalgenote en weten dat jij de volgende kunt zijn. Je kinderen kunnen je niet helpen, zij hebben zelf een leven te leven.
De Grote zaal gaat misschien wel net zo veel over de moeder in het verzorgingstehuis als over de dochter daarbuiten. Die doordrongen is van de eenzaamheid waarmee vroeg of laat elke mens het gevecht aan moet gaan. Die haar moeder ziet lijden maar haar niet kan helpen.
Een verhaal over het leven en de dood, dat je diep raakt als je niet meer zo jong bent. Maar ik vrees dat het de jonge leeslust niet zal helpen.

Jan Siebelink: Het lichaam van Clara





Van Jan Siebelink las ik eerder, zoals velen met mij, Knielen op een bed violen. Maar ook, jaren geleden, de roman De overkant van de rivier. Van die laatste titel kan ik me alleen nog herinneren, dat het geschreven was in een totaal andere sfeer en stijl dan het sombere Knielen op een bed violen. Ook Het lichaam van Clara is een somber boek. Het lichaam van Clara gaat over Clara (‘Claartje’) Hofstede, een alleenstaande vrouw van rond de zestig. Clara woont in een statig huis in Den Haag. Het verhaal begint als Clara haar hond Jip moet laten inslapen, en daarna wordt het alleen maar slechter.
Clara ontmoet de schrijver Oscar Sprenger, die een boek heeft geschreven getiteld Clara. Het boek is nog niet verschenen, maar het gaat over Clara Hofstede, het is haar leven dat daarin beschreven wordt, hoewel schrijver en object elkaar niet kennen. Ze staat zelfs op het omslag. Na de eerste toevallige ontmoeting tussen Oscar en Clara wordt Clara verliefd op Oscar. Deze verliefdheid ontaardt in een allebeheersende obsessie, het is een liefde van één kant.
Tussendoor lezen we gaandeweg over Clara’s leven, hoe het zo ver heeft kunnen komen. Doordat Clara’s ouders zichzelf, elkaar en Clara geen liefde konden geven, is Clara uitgegroeid tot een eenzame, angstige vrouw die wanhopig op zoek is naar liefde, naar échte, oprechte, diepe liefde.
In haar middelbare schooltijd geeft Clara zich over aan seksuele uitspattingen en uit haar dwangmatig gedrag zich in het snijden in zichzelf. Later krijgt ze dit enigszins onder controle, het wordt dan een dwangmatig tellen en orde aanbrengen.
Het lichaam van Clara is geschreven in de voor Siebelink typerende stijl waarbij elk detail fijnzinnig wordt beschreven en de zwaarte van het leven wordt gevangen in mooi proza. Het boek ademt Den Haag, het Den Haag van Couperus, van de dagen van weleer, waardoor een bepaalde sfeer wordt neergezet. Het regent ook heel veel in dit Den Haag, het regent droefheid.
Ik vond dit geen fijn boek om te lezen. Het is een boek waarin geen lichtpuntjes en zelfs geen sprankje humor te bekennen zijn. In het begin is al duidelijk waar het zal eindigen, en dat is geen einde dat nog ruimte laat voor enige lichtheid.
In de masturbatie-scenes overspeelt Siebelink zijn hand (?), die zijn geschreven door een man die niet weet hoe het werkt. Met de middel-en ringvinger....Ze zijn ook storend in het verhaal, voegen niets toe.
De terugblikken van Clara over haar eigen leven vond ik mooi om te lezen. Het hier doorheen spelende drama van haar obsessie voor de schrijver Oscar Sprenger stukken minder. Wat precies de bedoeling is van het feit dat deze schrijver een boek heeft geschreven over iemand die hij niet kent maar waar hij alles van weet, wordt niet duidelijk maar zal vast een literaire kunstgreep zijn die ik niet heb begrepen. Aan het eind lijkt het erop dat wij als lezers het boek van Oscar lezen: het mislukte leven van Clara.

Hollands Diep



Soms kunnen je eigen vooroordelen je danig in de weg zitten. In mijn geval was het mijn beeld van het tijdschrift Hollands Diep. Ik dacht dat het zo'n moderne glossy was, met heel veel foto's en heel weinig tekst. Toen ik Adriaan van Dis op de cover zag, heb ik het toch maar eens opgepakt en ingezien. En...verkocht. Dit is echt een mooi tijdschrift over cultuur in brede zin. In het meest recente nummer (sept/okt)veel interessante interviews en stukken, ik noem: een lang interview met Adriaan van Dis dat ook nog ergens over gaat. Een openhartig interview met Anton Corbijn naar aanleiding van zijn film The American. Met door hem zelf gemaakte foto's van de set. Een interview met de (cultuur-)filosofe Martha Nussbaum over het belang van kunst en cultuur (een betere ambassadeur voor cultuur dan Freek de Jonge in DWDD), een stuk over de ontmoeting van Mahler en Freud in Leiden, van de hand van Onno Blom. En nog meer interessante stukken over o.a. fotografie, film, moderne schilderkunst en architectuur.
Een mooi vormgegeven cultuurtijdschrift mét inhoud. Ik vond het een openbaring.

Arthur Japin: Vaslav





In de Vrij Nederland van 25 september j.l. stond een dubbelrecensie door Jeroen Vullings van Vaslav van Japin en Tikkop van Van Dis. Die recensie ging vooraf door een tirade tegen alles wat ook maar enigszins riekt naar commercie in het literaire circuit; schrijvers én lezers van bestsellers werd eens flink de oren gewassen. Vullings plaatst zowel Japin als Van Dis in het segment (schrijvers van) bestsellers. "Acteurs die de schrijver uithangen" noemt hij ze. Om dit vervolgens weer onderuit te halen : "Ik sta lang stil bij deze beeldvorming omdat die de bedding dreigt te dicteren waarin zo'n boek gelezen dient te worden. Op last van de schrijver nog wel. Maar wie zulk buitenliterair voorspel negeert en de boeken ongereduceerd leest, komt tot een andere voorstelling."
Vullings vergelijkt vervolgens Japin met Van Dis (van Dis wint), en dit lijkt me geen eerlijke vergelijking. Op grond van het feit dat het beiden "keurige mannen, heeren zogezegd, met nadrukkelijk aangezette bovenklassedictie" zijn worden zij naast elkaar gezet, maar Japin is natuurlijk een heel ander soort schrijver dan Van Dis. Tikkop heb ik nog niet gelezen, Vaslav wel.
Toevallig was ik afgelopen week bij een lezing van Arthur Japin (eigenlijk een interview door Ed van Eeden), en vond dit zeer verhelderend voor meer begrip van zijn boeken, in het bijzonder van Vaslav. Vaslav: de beroemde russische danser Vaslav Nijinski.
Het boek bestaat uit vier delen, elk deel wordt verteld door een personage dat heel dicht bij Vaslav stond: het eerste en laatste deel door Peter, de huisknecht. Het tweede deel door Sergej Pavlovitsj (Diaghilev), de impressario en gewezen minnaar en het derde deel door Romola, de vrouw van Vaslav.
De centrale as in het verhaal is een dag, 19 januari 1919. De dag waarop Vaslav voor het eerst sinds jaren weer zal optreden in een benefietconcert. De dag die de levens van de vertellers diepgaand zal beïnvloeden, het is de dag waarop Vaslav definitief stopt met dansen.
Het is er Japin niet zozeer om te doen, uit te leggen wat er met Vaslav aan de hand is en waarom hij zich juist op deze dag gedraagt als een waanzinnige. Japin wil ons laten voelen, wat er gebeurt met de levens van de mensen die van hem houden, hoe zij met hem verbonden zijn en hoe hun levens vanaf deze dag totaal veranderen. Niettemin wordt door een psychiater wel een diagnose gesteld: schizofrenie, doch deze diagnose is altijd betwijfeld. Echter via de verhalen van de vertellers, komt een beeld naar voren van een wat kinderlijke man voor wie het leven te hard binnenkomt. (Peter:"Mevrouw Nijinski was nogal te spreken over hoe ik mij in Lausanne over haar man ontfermd had. Zij en ik wisten nu als enigen hoezeer mijnheer precies tekortschoot voor - hoe moet je dat omschrijven? - de werkelijkheid van alledag"). Die probeert met zijn eigen taal, de dans, zijn verhaal te vertellen, maar niet wordt begrepen. Een dromer. Een schepper die lijdt onder het scheppen.
Peter is als verteller het meest sympathiek. Hij schrijft met een zekere afstand en onderkoelde humor, en is de enige van de drie die niets verlangt van Vaslav. Hij heeft al eerder gewerkt voor een kunstenaar die in waanzin eindigde: Nietzsche, en herkent bij Vaslav het proces van de grip op het leven verliezen.
Vullings zegt: "In Vaslav komen Nijinski's intimi aan het woord....Hun interesse in de geteisterde kunstenaar, die op zijn negenentwintigste de brui gaf aan het dansen, komt duidelijk uit. Maar echt nabij komen ze niet bij het grote waarom; Japin laat het mysterie van Nijinski's gedrag intact". Dit bestrijd ik, en dit kan ik juist bestrijden door mijn deelname aan het 'buitenliterair voorspel' nl. het interview met Japin. Vullings zegt ook: "Japin, die zich merkbaar zwaar documenteerde voor zijn evocatie van dit legendarische leven, stond te stijf van eerbied. Dit proza blijft klinisch. Van een persoonlijke inzet is niks te merken". In tegendeel, meneer Vullings: dit proza IS persoonlijke inzet. Dit proza is Japin ten voete uit. Dit proza is prachtig.

Brady Udall: De eenzame polygamist





Kun je als man gelukkig zijn als je vier vrouwen en 27 kinderen tevreden moet houden? Kun je als vrouw gelukkig zijn als je je man moet delen met drie andere vrouwen? En kun je als kind gelukkig zijn als je alles moet delen met 26 andere kinderen, inclusief je vader?
Dit zijn de vragen die in De eenzame polygamist de hoofdrol spelen. Golden Richards, aannemer, 45 jaar, is de 'gelukkige' echtgenoot van die vier vrouwen en de vader van 27 kinderen, verspreid over 3 huizen. Hij behoort tot de streng-gelovige Mormonen, en daarbinnen tot de afsplitsing die ook wel de 'fundamentalisten' worden genoemd en die blijven vasthouden aan de heilige plicht meerdere vrouwen te trouwen.
Zijn vrouwen Beverly (eerste en wettige echtgenote), Nola, Rose-of-Shannon en Trish lijken als voornaamste doel het produceren en verzorgen van kinderen te hebben. Die zijn van God gegeven, dus voorbehoedsmiddelen zijn ten strengste verboden. Hoe meer kinderen een vrouw heeft, des te groter haar belang in de steeds omvangrijkere familie.
Golden heeft nog een flinke erfenis opgestreken in de vorm van huizen, waarvan de huur nu voor een groot deel voorziet in het levensonderhoud van zijn gezin. Maar langzamerhand valt dit 'gezin' uit elkaar. Golden voelt zich temidden van zijn grote familie een eenzame man, een zwerver die nergens meer thuis is. Om tenminste nog even tot zichzelf te komen, sluit hij zich op in de bezemkast, met als enige gezelschap zijn hondje Cooter. Met zijn vrouwen heeft hij alleen nog oppervlakkige contacten en een gepassioneerd sexleven heeft hij al jaren niet meer, daarvoor is hij veel te moe. Maar toch verlangt hij...naar een gewoon gezinnetje, een vrouw om bij thuis te komen, warmte en tederheid. Deze verlangens drijven hem rechtstreeks in de armen van de vrouw van een ander.
Maar ook zijn vrouwen hebben maar één verlangen: een man die aandacht voor hen heeft en hun zorgen over de kinderen met hen wil delen. Van de kinderen wordt er eentje uitgelicht: Rusty, een 11-jarig wat dikkig jongetje, die eenzaam is op zijn eigen manier en alleen maar eenvoudige kinderwensen heeft: een eigen kamertje, onderbroeken zonder gaten, een aai over de bol en een schouderklopje van zijn vader of moeder. Rusty wordt de katalysator van de ramp die zich dreigt uit te storten over de familie, maar die er uiteindelijk voor zorgt dat diezelfde familie een nieuwe kans krijgt.
De eenzame polygamist is een ouderwets verhaal over gewone mensen met gewone wensen, kwetsbaar en verlangend. Golden is een tragikomische man die vanuit de wens goed te doen, juist het verkeerde doet. Dat zorgt voor allerlei verwikkelingen die als een motor het verhaal gaande houden. Wat ik mooi vond was dat de levenswijze van de Mormonen en met name van de 'fundamentalisten' waar het in dit boek over gaat, niet bespot worden. Er staat wel kritiek tussen de regels, zeker, maar altijd met respect. Dat zal wel komen door de afkomst van Brady Udall, die zelf in een Mormoons gezin is opgegroeid.
Het is een verhaal dat je doet beseffen dat er vele manieren zijn om samen te leven en de grote vraag die wordt opgeroepen: wat doet er toe in dit leven? bleef nog lang na het dichtslaan in mij rondzingen.

Het eBook

Ik ben momenteel een beetje in de lappenmand, en merkwaardig genoeg heb ik daardoor erg weinig gelezen. Terwijl ik niets aan mijn ogen mankeer en normaal gesproken wel de hele dag zou willen lezen. En terwijl ik toch twee snoepjes klaar heb liggen:

Vrijheid van Jonathan Franzen en Vaslav van Arthur Japin.
Nu ja, het leven komt zoals het is, inclusief leesdips.
De Opwindvogelkronieken van Haruki Murakami heb ik nu even opgegeven. Hoewel het me niet tegenviel, toch niet zo in de stemming voor dit lijvige boek. Ik denk dat het een verhaal is waar je heel erg in moet zitten, dat betekent dus: niets anders ernaast lezen.


Om mezelf op te peppen heb ik na lang wikken en wegen een eReader gekocht, en wel de BeBook Neo. Het ziet er fraai uit, zeker in het zwarte leren etui wat ik er meteen bij gekocht heb. Maar is het ook functioneel? Ten dele. Na een weekend spelen ben ik tot de conclusie gekomen dat de wifi aansluiting niet had gehoeven. Het internet is vreselijk traag en op het scherm is het erg moeilijk navigeren. Een eBook aanschaffen via de BeBook (wat me juist erg handig leek) is nauwelijks te doen. Internetten dus toch maar op de laptop. Voorts is me gebleken dat de feature 'Aantekeningen maken' pure misleiding is. Dat is dus niet het schrijven in de kantlijn, het onderstrepen en plaatsen van uitroeptekens. Dat is slechts het markeren van stukken tekst en die bewaren om ze gemakkelijk te kunnen oproepen....de markeerstift dus.
Maar het lezen zelf, en daar gaat het uiteindelijk om, is goed te doen. Helder scherm, je kunt de grootte van de letters instellen en met stylus of knoppen bladeren. Ook is het fijn dat deze lezer bijna alle formaten aan kan. Ik heb er veel pdf's opgezet. Dankzij het freeware-programma Calibre kan ik nieuws (uit een elftal Nederlandse bronnen, of honderden engelstalige bronnen)downloaden als een ePub en die vervolgens heel gemakkelijk naar mijn reader slepen. Ook worden door dit programma formaten die de BeBook niet aan kan (het programma ondersteunt overigens een groot aantal eReaders) automatisch geconverteerd bij het overzetten. Je kunt er ook je eBook bibliotheek in beheren. Enige nadeel: het is nogal een traag programma.
Het kopen van eBooks via internet was dankzij Adobe een fluitje van een cent.
Kortom, fijn apparaatje om erbij te hebben, maar het vervangt natuurlijk in geen enkel opzicht m'n eigen stoffige papieren boekenwereld....

Book collector

Omdat het menu op dit moment bestaat uit drie dikke pillen, is er op het leesfront weinig nieuws....
Maar ook leuk om te melden is dat ik bezig ben mijn boekenbezit (opnieuw) in te voeren in mijn pc, in Book Collector. Al mijn boeken(-kasten) hebben onlangs een interne verhuizing achter de rug wegens plaatselijk instortingsgevaar. Nu moeten alle locaties opnieuw ingevoerd in Book Collector. Ik heb dat programma (net als de andere software uit de Collectorz serie een Nederlands produkt) een paar jaar geleden aangeschaft en onlangs een nieuwe versie geinstalleerd. Fraai hoor! Het is natuurlijk om te beginnen al heel fijn dat je een boek gemakkelijk terug kunt vinden. Daartoe heb ik alle kasten genummerd en aan elk boek een locatie meegegeven (samen met zoveel mogelijk andere kenmerken, zoals uitvoering, uitgever en druk).




Ik kon al handige filters op mijn bezit maken (gelezen per jaar, totaal gelezen tov hele bezit, gelezen voor de Leesclub, aantal klassieken in bezit etc.) Maar nu kan ik er ook nog mooie staafdiagrammen op los laten, met vrijwel elke gewenste ingang, bijvoorbeeld de verdeling over genres, hoeveel gelezen per jaar etc.



En daar krijg je dan ook nog de bijbehorende statistiek bij: aantal gelezen bladzijden, gemiddeld aantal bladzijden, gemiddelde waardering, totaal aankoopbedrag....
Heerlijk om zo met je boeken bezig te zijn. Of toch een afwijking. Maar dan wel een onschuldige....

Charles den Tex: Wachtwoord





Toen ik Cel gelezen had , heb ik me nog weken lopen afvragen waar ik mijn gegevens allemaal achtergelaten had en zat ik dagelijks te loeren naar mijn rekeningafschriften of er niets raars met mijn geld gebeurde, zo veel indruk had het vorige boek van Charles den Tex over de identiteitsdiefstal van Michael Bellicher op mij gemaakt.
Wachtwoord maakte een minder verpletterende indruk, maar was wel weer een spannend boek met een hoog realiteitsgehalte. Het is natuurlijk wel een beetje bezijden de werkelijkheid dat zo'n man, een zelfstandig organisatie-adviseur, het steeds weer voor elkaar krijgt zich in een zodanige positie te manoeuvreren dat hij gedwongen wordt detective te spelen. Je denkt al snel: ja hoor dat heeft hij weer. Maar dat neem je graag op de koop toe. Want het fijne van Charles den Tex is, dat deze man gewoon erg goed kan schrijven. Op de kaft staat: De Geus Spanning. Daardoor komt het boek automatisch in een hokje van de gemakkelijke niet-literaire romans. Jammer van zo'n hokje want zijn boeken hebben kwaliteit genoeg. Ik ken zat zgn. 'literaire thrillers' die veel meer pretentie hebben maar minder waarmaken.

In dit boek gaat Michael, samen met zijn schoonmoeder Lies, zijn vriendin de advocate Guus van Donee ophalen uit de gevangenis (Guus was degene die in Cel zonder het zich bewust te zijn de identiteit van Michael had gestolen, waarvoor zij een jaar moest zitten). Maar op de grote dag blijkt Guus al opgehaald door twee onbekende mannen en hebben Michael en Lies het nakijken. Guus blijkt verwikkeld te zijn in de Russische vrouwenhandel, maar over de wijze waarop blijft men lang in het ongewisse. Michael en Lies willen, samen met een celgenoot van Guus, de Rotterdamse hoerenmadame Sylvia, Guus uit de handen van de Russische (eigenlijk Oekrainse) maffia redden en gaan daarvoor uiteindelijk naar Odessa. Michael, Lies en Sylvia worden prachtig uitgewerkt, vooral Lies maakt in de loop van het verhaal een ontwikkeling door die van haar een steeds mooiere en sympathieke vrouw maakt. Alleen het laatste deel van het verhaal, als Michael in Odessa gepakt wordt door de vrouwenhandelaren en zelf een kleine 'opleiding' krijgt vond ik erg over de top. Maar dat is dan ook de enige negatieve opmerking die ik kan maken over dit verder fijne boek!

Moed & Murakami



Toen ik De opwindvogelkronieken van Haruki Murakami ging ophalen in de biep, zei de bibliothecaresse tegen mij: ohh moedig hoor! Pardon? Jaaaaah , moedige keuze! Ik stond daar waarschijnlijk met vraagtekens in beide ogen. Moedige keuze? Wat had ik gemist?
Onlangs las ik twee interviews met Murakami, één in de Volkskrant en één in de Vrij Nederland, en daardoor werd ik nieuwsgierig naar deze schrijver. Het werd me wel duidelijk dat hij schrijft met een ander soort logica dan 'normaal', een soort speelsheid ook. Maar ik heb daarbij niet de conclusie getrokken dat Murakami moeilijk zou zijn, een opgave, een klus. Enfin ik zie het maar als een uitdaging en ben nu eigenlijk wel razend nieuwsgierig geworden. Ik ga even al mijn moed bij elkaar rapen en een paar happen van dit (ook wel weer heel erg dikke) boek nemen!

De worsteling met Dumas



Ik kom maar niet verder in De Graaf van Montecristo. Waarom niet? Dat heb ik me natuurlijk afgevraagd, ik denk dat ik ben gaan lijden aan een verschijnsel van deze tijd waarbij lezen vooral vlot en 'lekker' is, en de concentratie snel gebroken. Dumas is een schrijver die je langzaam en geconcentreerd moet lezen, en ik merk dat ik daar moeite mee heb gekregen. Om mezelf een beetje te helpen, heb ik het boek al verdeeld in stukken, eerst in twee delen en vervolgens elk deel weer in vieren. Zodat ik een doel heb dat iets dichterbij ligt dan de eindstreep van 1177 bladzijden. Het is natuurlijk jezelf bedotten, maar als het werkt.....
Het ergert me wel, dat ik veel sneller een boek pak dat lekker weg leest en de 'moeilijker' boeken uit de weg ga. De remedie is natuurlijk: meer klassiekers lezen, zodat ik weer ga wennen aan langzaam en geconcentreerd lezen.
Wat mij brengt op een gesprek met een collega over Nederlandse 'klassiekers' die vaak zo mooi zijn maar door vrijwel niemand meer gelezen. Zij gaf als voorbeeld de boeken van Elsschot, die ze zo prachtig vond, waarop ik moest bekennen nooit iets van hem gelezen te hebben.....maar wel weer Arthur van Schendel, die ik zelf prachtig vind. Die zij dan weer niet gelezen bleek te hebben.
Het lijkt me wel een leuk project om eens wat Nederlandse klassiekers af te stoffen en aan een herkansing te onderwerpen. Om te zien welke boeken echt niet meer te verteren zijn en welke volgens mij nog steeds de moeite waard. Bij dit project is een aantal woorden verboden: canon, leeslijst en moeten. Want zoveel werd mij wel duidelijk bij een klein voorbereidend onderzoekje op internet: de verplichte leeslijsten hebben veel meer kwaad dan goed gedaan. Maar daarover volgende keer meer (want daar is nog veel over te zeggen!).

Danny Scheinmann: Gemiste tijd





Welke gedachte er ten grondslag ligt aan de vertaling van de titel (oorspr.titel: Random acts of heroic love) is mij een raadsel, het dekt in elk geval van geen kanten de inhoud.
Het zijn eigenlijk twee verhalen die hier verteld worden.
Aan de ene kant het verhaal van Leo Deakin. Tijdens een rondreis door Zuid Amerika komt zijn vriendin Eleni om het leven bij een busongeluk.
Aan de andere kant het verhaal van Moritz Daniecki, dat speelt tijdens de Eerste Wereldoorlog. Daniecki neemt dienst in het Oostenrijks-Hongaars leger en wordt krijgsgevangen gemaakt door de Russen. Hij heeft zijn vriendin Lotte achtergelaten. Die vriendin wordt zijn motivatie om te overleven en om te ontsnappen uit het krijgsgevangenenkamp in de Oekraine, om vervolgens honderden kilometers terug te lopen naar zijn geboorteplaats. Het is niet zo moeilijk in te zien dat de naam Daniecki wel veel lijkt op Deakin...
Het verhaal van Daniecki is een mooi verhaal dat me sterk deed denken aan "Uit liefde van het volk" van James Meek. Het verhaal van Deakin echter is een verzameling zemelige teksten waarin hij steeds maar blijft rouwen om zijn Eleni, en daarin geen stap vooruit komt. Hij houdt een aantekeningenboekje bij, waarin hij plaatjes plakt van parende dieren en/of een lieflijke tekst. In het begin is dat wel verrassend maar het gaat snel vervelen en op een bepaald moment heb ik deze suikerzoeke fragmenten snel overgeslagen.
Via de vader van Leo Deakin, Frank, komen beide verhalen bij elkaar; ik kan er niet meer over zeggen dan dit anders geef ik te veel weg.
Het was in ieder geval geen onaardig boek, maar alleen het verhaal van Moritz Daniecki had mij meer aangestaan denk ik. Aan Leo ging ik me nogal ergeren en ik vond het eind ook wat te gemakkelijk en cliché-matig. Ondanks dat alles heb ik dit boek toch met plezier gelezen. Ik merk wel dat ik in de loop der jaren steeds kritischer ben geworden en een boek mij niet zo snel meer tot lyrische beschrijvingen kan brengen. Dat is aan de ene kant wel een beetje jammer, maar het maakt me ook kritischer bij de keuze van de boeken die ik wil lezen, en dat is mooi meegenomen bij die lawines van boeken die over ons heen gestort worden.

De Groene Amsterdammer



Helaas kon ik gisteren niet naar Manuscripta (de manifestatie in Amsterdam waar het nieuwe boekenseizoen wordt gelanceerd), maar gelukkig was daar het nieuwe nummer van de Groene Amsterdammer (nummer 35) met een omslagartikel over de toekomst van het boek (met commentaren), en vier pagina's met 'Boeken op komst'. Waarin ik o.a. las dat er in januari 2011 een nieuwe roman van Umberto Eco zal verschijnen: Het Praagse kerkhof. Opnieuw een historische roman, spelend in de negentiende eeuw.
Ook in dit nummer: twee uitgebreide artikelen over José Saramago (waarom typ ik altijd eerst Samarago) en wat betreft de niet-literaire artikelen stond er een erg goed interview in met Francis Fukuyama (schrijver van Het einde van de geschiedenis) over wat er momenteel aan de hand is in de westerse landen. Bijzonder interessant. In januari 2011 zal van hem een boek over de geschiedenis van de democratie verschijnen.
O ja en ik heb erg moeten lachen om de column over technologie (eerste aflevering in een reeks) van Marcel Möring.
Kortom de moeite waard dit nummer van de Groene!

Johanna Spaey: Dood van een soldaat





Ik kreeg dit boek toegeschoven van een collega. Door het omslag en de tekst op de achterflap raakte ik niet meteen enthousiast. België, Eerste Wereldoorlog, verminkte soldaten...nah. Ik heb het een maandje laten liggen, en bedacht toen dat ik het toch maar eens moest proberen.......en wat een verrassing!
In een belgisch gehucht wordt net na de Eerste Wereldoorlog een man met ingeslagen schedel gevonden. Het is één van de mannen die gevochten heeft in de oorlog. Door veldwachter Van de Cauter wordt de hulp ingeroepen van de dorpsarts Sara Sondervorst. Die raakt er zo bij betrokken dat ze zelf ook op onderzoek uitgaat, waarbij gaandeweg duidelijk wordt dat ze ook zo haar geheimpjes heeft. Zowel haar vriend als haar broer zijn niet ongeschonden uit de oorlog teruggekomen; haar vriend Alexander mist beide onderbenen en een onderarm. Haar broer Maurice heeft een geestelijke tik gehad. Zelf heeft ze ook het nodige meegemaakt gedurende die tijd.
Hoewel het aantal moorden al snel oploopt tot 3, is dit eigenlijk geen thriller, maar een psychologische roman over de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog op zowel de mannen die gevochten hebben als de achterblijvers die samenkomen in een wereld waarin niemand elkaar meer vertrouwt. Het is geschreven in een harde stijl. Er staat geen woord te veel in en de spitse dialogen gaan gepaard met onderkoelde humor. Gelukkig is er, als tegenwicht tegen de ellende van de oorlog, ook liefde en erotiek. De dorpsbewoners die een rol van betekenis spelen zijn prachtig neergezet; de stugge Van de Cauter die nog bij zijn moeder woont. De boerenzussen Thérèse en Louise Vermeylen, de barones Hélène met haar hoerige dochter en lelijke kleinkinderen.
Geweldige ontdekking, dit boek en erg van genoten.
Vandaar dat haar tweede boek, Vlucht, nu op mijn lijstje staat.

De luxe van (te) veel keuzes


Ik ga een beetje gebukt onder de last van een te grote stapel 'te lezen boeken'. Toegegeven, bijna éénderde van de inhoud van mijn boekenkasten staat er nog ongelezen bij, maar daarvan heb ik dan in het hoofd wel weer een soort prioriteitenlijstje gemaakt, de boeken die ik het eerst wil lezen van al die ongelezen boeken. Het zijn er veel, waardoor een keuze moeilijk wordt.
Ten eerste nam ik gisteren uit de biep mee de nieuwste thriller van Charles den Tex - Wachtwoord. Zijn vorige boek, Cel, vond ik erg goed. En het tweede boek van Johanna Spaey - Vlucht.
Zelf kocht ik recentelijk: Brady Udall - De eenzame polygamist, Thomas Mann - De Toverberg (nav Adel van de geest), Pilaren van de aarde en Brug naar de hemel, beide van Ken Follett. Ook ligt nog te wachten het tweede boek van Sjöwall & Wahlöö (De man die in rook opging) en heb ik nog een aantal aankopen van de bibliotheekverkoop klaarliggen, waaronder Inishowen van Joseph O'Connor, De Wolkenschetser van Richard Rayner en Oprechter Trouw van Henk Romein Meijer.
Hieruit een keuze maken is natuurlijk een luxe probleem. Ik verheug me op alle genoemde boeken. Maar misschien moet ik eerst maar eens wat verder in De graaf van Monte Cristo, want dat schiet nog helemaal niet op. Het kan me nog niet echt boeien.
Ik ga me vanmiddag, terwijl de regen met bakken uit de hemel komt (is er iets fijners voor een lezer?) eens beraden over het volgende boek. Ook nog wat schrijven over Dood van een soldaat van Johanna Spaey. Wil alvast wel verklappen dat het een geweldig boek was! Wordt vervolgd.

Paolo Giordano: De eenzaamheid van de priemgetallen





"Als u maar één boek per jaar leest, kies dan voor dit verhaal. Prachtig geschreven en aangrijpend vanaf de eerste bladzijde".

"Zo mooi dat het pijn doet. Een hartverscheurend mooi boek".

Dit zijn niet mijn loftuitingen, maar een paar van de aanbevelingen op de binnenflap van mijn uitgave van dit boek.
Tamelijke dooddoeners, zoals flapteksten meestal zijn. Als je maar één boek per jaar leest, zou dit boek net je bevestiging kunnen zijn van de reden waarom je vooral niet (meer) leest.
Maar terug naar het boek, anders word ik een zeur.
Het gaat over een meisje, Alice, dat van haar vader skiles moet volgen en daarbij een ongeluk krijgt waarbij er iets met haar been gebeurt. Hierdoor loopt zij de rest van haar leven mank. Het ongeluk markeert het begin van Alice's anorexia. Ook gaat het over een jongen, Mattia. Eén van een tweeling. Maar waar Mattia hyperintelligent is, is zijn tweelingzusje Michela verstandelijk beperkt. Op een dag laat hij haar achter in het park, ze verdwijnt om nooit meer boven water te komen en laat Mattia achter met een onbevattelijk schuldgevoel. Mattia wordt een briljant wiskundige en vlucht in de getallen. Alice wordt fotografe en vlucht achter een camera.
Twee gestigmatiseerde jonge mensen. Die door elkaar aangetrokken worden, maar nooit echt contact kunnen maken. Het zijn door jeugdtrauma's eenzaam geworden mensen. Net als de priemgetallen, want die staan ook nooit naast elkaar maar altijd met een ander getal ertussen. Tot zover de huis-,tuin- en keukenpsychologie in dit boek. Met veel onwaarschijnlijkheden, zoals de anorexia van Alice, waarbij ze minstens 20 jaar lang (het boek bestrijkt een periode van 24 jaar) bijna alleen water drinkt. Een normaal mens zou hier halverwege al aan bezweken zijn.
En het bijna autistische gedrag van Mattia, die nooit iemand durft aan te kijken of aan te spreken, maar wel na zijn promotie college staat te geven op een universiteit in het buitenland. En die 15 jaar lang zijn handen kapot maakt als een vorm van zelfkastijding zonder dat iemand daar ooit wat over zegt.
Maar soms heb je in films ook van die onwaarschijnlijkheden die je voor lief neemt, omdat je het verhaal mooi vindt.
Vond ik het verhaal dan mooi? Tja, het was geen goed boek, maar ook niet slecht. Jammer vind ik dat ik niet echt onder de huid van Alice en Mattia kon komen, het bleven ééndimensionale personages. En hoewel dat de eenzaamheid van deze jonge mensen weerspiegelt, leidt dat er toch toe dat je ook als lezer een grote afstand tot het verhaal hebt. Toch heeft dat niet in de weg gestaan dat ik het boek, zelfs nog met enig plezier, heb uitgelezen. Dat komt denk ik door de vloeiende stijl van schrijven, je wordt wel meegenomen in het verhaal. Wel weer jammer van het abrupte einde. Alsof de schrijver er opeens geen zin meer in had en er een draai aan gegeven heeft. Bovendien bleef ik toch met wat vragen zitten. Wat is er nou precies gebeurd met Alice toen ze haar ongeluk kreeg? Was het Michela, die Alice aan het eind van het boek in het ziekenhuis ziet lopen? En zo ja wat is er dan met haar gebeurd? Vragen die wellicht niet functioneel zijn voor het verhaal, maar waar je als nieuwsgierig mens toch antwoord op zou willen.
Hoewel dus niet echt een slecht boek, vind ik wel dat het ernstig overschat is in de media. Ik ben benieuwd naar de mening van de Leesclub....(wordt vervolgd na 15 september).

Colum McCann: Laat de aarde draaien





Op 7 augustus 1974 liep een Fransman genaamd Philippe Petit over een kabel tussen de torens van het World Trade center.
Het gegeven van deze luchtwandeling die werkelijk heeft plaatsgevonden, is de kapstok waaraan de verhalen in dit boek zijn opgehangen. Verhalen die met elkaar samenhangen, en aan het eind van boek samenkomen. Mooi geschreven verhalen over mensen en de stad New York. Over hoeren, pooiers, priesters, rechters. Over zwart en wit. Over rijk en arm. Over het uitschot, het slijk, en die ene vlinder die daar plotseling fladdert. Over gewone mensen met hun vreugde en verdriet. Mensen die leven en proberen, ondanks alles, het mooie van het leven te blijven zien.
Mensen die beseffen dat het leven altijd doorgaat, door hen heen en om hen heen, de wereld die blijft draaien.
"Alle levens die we zouden kunnen leven, alle mensen die we nooit zullen kennen, nooit zullen worden, zijn overal om ons heen. Dat is de wereld." Het motto van de roman, van Aleksandar Hemon, laat die wereld draaien.
De oorspronkelijke titel van de roman "Let the great world spin" is afkomstig uit het gedicht Locksley Hall van Alfred Tennyson en wijst op indirecte wijze op de troost van verhalen, dat er ondanks alle geweld, pijn en verdriet in het leven altijd nieuwe verhalen kunnen worden verteld. Dat is de kracht van de literatuur.
Een kracht die zich ten volle door dit boek laat voelen.

Overigens is van het avontuur van Philippe Petit, dat New York op de bewuste ochtend de adem liet inhouden, een film gemaakt: "Man on a wire", en Petit zelf heeft een paar boeken over zijn avonturen op het koord geschreven.

Intrigerende man.

Ivo Victoria: Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt)





"De voetstappen van mijn vader op de trap zijn de bezorgers van een dag die ik niet heb besteld."
Deze fraaie openingszin en de intrigerende titel, samen met het feit dat dit boek is genomineerd voor de Selexyz Debuutprijs maakten mij nieuwsgierig naar dit boek van de in Amsterdam wonende Vlaming Ivo Victoria (1971).

Het verhaal kan in een paar regels verteld worden; een onzekere jongen, Ivo genaamd, die opgroeit in het Vlaamse dorp Edegem, fantaseert dat hij een bekende wielrenner is en maakt zijn beste vriend Dries wijs dat hij de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen gewonnen heeft en altijd traint met Lucien van Impen (voormalig Belgisch beroepswielrenner die in 1976 de Tour de France won). Dries is een goeiiege sul die alles best vindt en gelooft in de verhalen van zijn vriend, en daardoor tegen hem opkijkt. Op de middelbare school drijven Dries en Ivo uit elkaar. Als alles wat Ivo doet uiteindelijk mislukt, gaat hij voor zijn eigen leven op de vlucht. Uiteindelijk komt hij terug naar zijn geboortedorp Edegem om schoon schip te maken, en Dries op te biechten dat het allemaal niet waar was van die Ronde van Frankrijk.

Op zichzelf een verhaal dat zou kunnen leiden tot een mooi boek. Ware het niet dat de delen van het verhaal maar zo'n beetje als los zand aan elkaar hangen. Opeens blijkt Ivo zijn 'koersfantasie' verlaten te hebben om vervolgens een zangcarrière op te starten. Dan staat hij opeens weer in een maatpak in een park op een sinasappelkist de jeugd te vertellen dat het leven kort is en de dood lang, en begrijpen we dat hij net doet of hij een succesvolle zakenman is maar in werkelijkheid de schijn ophoudt en gedurende de werkdag rondzwerft in de stad, om aan het eind van de dag in zijn mooie pak weer huiswaarts gaat. (Waar heb ik dit eerder gelezen?)
Het is allemaal wat erg fragmentarisch zonder dat er verbindende elementen zijn, zonder dat de motieven om het één of het ander te doen duidelijk worden.
Daarnaast stoorde het mij dat geen enkel personage in dit boek tot leven komt, zelfs Ivo niet.
Zeker, ik heb fraaie zinnen gelezen, maar net even te ver doorgevoerd, té veel fraaie zinnen waar je uiteindelijk tamelijk moe van wordt.

Het verhaal wilde niet beklijven, ik kon er niet in mee. Jammer.

Verlangen naar de herfst


...en dan niet vanwege de herfststormen en de regen (alhoewel dat ook z'n charmes kan hebben) maar vanwege het nieuwe boekenseizoen natuurlijk!
Met mooie dingen in het vooruitzicht, nieuwe boeken van:
Arthur Japin - Vaslav;over de beroemde balletdanser Vaslav Nijinsky die langzaam krankzinnig wordt
Jan Siebelink - Het lichaam van Clara;een ontwikkelingsroman
Adriaan van Dis - Tikkop; waarmee van Dis terugkeert naar Zuid-Afrika
Bas Heijne - De omgekeerde wereld; een reeks essays over de ontregelende werking van literatuur
P.F.Thomése - De weldoener; over een oudere man die vervreemd is van zijn leven en een jong meisje redt in de kerk
Tomas Lieske - Alles kantelt; een 35-jarige man komt op straat zijn jongere zelf tegen
Jeroen Brouwers - Bittere bloemen; een oudere man en een jong meisje op Corsica
Arnon Grunberg- Huid en haar;waarin overspel een grote rol speelt
Dimitri Verhulst - De laatste liefde van mijn moeder; een moeder, haar zoontje en haar minnaar met de bus op weg naar het Schwarzwald
Rob van der Linden - De handelingen van Thomas; 'een historische road movie'
Bernlef - De een zijn dood; een roman over misbruik die leest als een detective

En dan hebben we het nog niet gehad over de vele vertalingen die er aan komen, w.o.
Solar van Ian McEwan, Brooklyn van Colm Toibin, Wolf Hall van Hilary Mantel, Onsterfelijken van John Banville en Annie Dunne van Sebastian Barry.

Dus laat die herfst maar komen.

Jeroen Brouwers: Winterlicht





Van Jeroen Brouwers was ik al eerder onder de indruk geraakt, door de romans Datumloze dagen en vooral het prachtige Bezonken rood. Winterlicht maakte minder indruk. Het dateert van 1984 en gaat over de bewondering van een jonge redacteur ('lector') bij een uitgeverij (het personage Jeroen Brouwers) voor een oudere schrijver, Jacob Voorlandt. Voorlandt heeft zijn hele leven al van alles gepubliceerd (sommige romans in eigen beheer) maar is nooit 'doorgebroken' en slijt zijn dagen in een afgezonderd huis op het platteland. Als zijn zoveelste roman door de redacteur Brouwers wordt aangezien voor een veelbelovend debuut onstaat er een contact tussen Brouwers en Voorlandt, waarbij Brouwers Voorlandt al snel beschouwt als zijn literaire vader. Een relatie die er uiteindelijk toe leidt dat de redacteur gaat schrijver, maar niet eerder tot volle wasdom komt dan nadat Voorlandt is overleden.
Voorlandt representeert de angst van een schrijver voor het schrijven tegen beter weten in, de eeuwige onbekendheid, het eigenlijk helemaal niet kunnen schrijven. Niet toevallig is Voorlandt ook nog fotograaf van wolken, ook zo vluchtig en vergankelijk.
De sfeer van de roman, waarin veel stukken bestaan uit de door (het personage) Brouwers opgeschreven dromen, is somber. Voorlandt zit een beetje weg te kwijnen en te vervuilen. De verwaarloosde perenbomen in zijn tuin die voortdurend peren laten vallen die dan heel lang weg liggen te rotten, versterken het beeld van rotting en vergankelijkheid.
In stukken die ik over dit boek gelezen heb, komt het eigenlijk steevast naar voren als een erg mooi boek, iets wat ik niet kan snappen. Ik vond het een vrij chaotisch verhaal door het voortdurend afwisselen van droom en werkelijkheid. Van de slonzige oude Voorlandt, zijn absurdistische uitstapje naar de kermis en de ontmoeting met zijn muze (een hoer) hield ik een erg somber, donker gevoel over, een gevoel net zo morsig als Voorlandt zelf. Brouwers wordt gezien als één van de beste stylisten onder de Nederlandse schrijvers. In tegenstelling tot de andere boeken die ik van hem las, heb ik daar in dit boek toch niet veel van kunnen merken. Maar ondanks dat ben ik toch vastbesloten deze stylistische kwaliteiten weer te gaan ontdekken in zijn andere werk. Zo liggen De Zondvloed en Geheime kamers nog te wachten op consumptie.