Jan van Aken - De dwaas van Palmyra

Ik kwam op dit boek toen ik een recensie las van het laatste boek van Jan van Aken: De Afvallige. De omslag van dat laatste boek viel me op en daarom werd mijn aandacht op deze recensie gericht. Maar toen herinnerde ik me dat ik nog een boek van deze schrijver op mijn plank heb staan: De dwaas van Palmyra.

Het rare mooie aparte van dit boek is, dat ik het achteraf, na het lezen, steeds mooier ging vinden naarmate ik er meer over nadacht. En zo ging het van 3 sterren onmiddelijk na het lezen tot 4 sterren na enkele dagen reflecteren. Maar goed dat ik op dat moment niet veel aan mijn toetsenbord heb gezeten!

"Het is de eerste eeuw na Christus. in de haven van Adramyttium in Klein-Azië stapt Damis, misleid door de mist, op een Egyptisch zeilschip. Hoewel hij passage had geboekt op een sneller schip, besluit hij de reis uit te zitten.  Hij vertelt de overige schepelingen dat hij de leerling is van Apollonius van Tyana, de beroemdste wijsgeer van zijn tijd. Hij is op weg naar zijn meester, die op dat moment in Rome verblijft.  De reisgenoten van Damis, vooral de mysterieuze Agathanassa, stellen hem veel vragen, maar Damis herinnert zich weinig. Vijftien jaar lang heeft hij aantekeningen bijgehouden, maar die raken onderweg zwaar beschadigd. Agathanassa biedt aan hem te helpen om zijn leven met Apollonius te reconstrueren aan de hand van overgebleven papyrusfragmenten en de herinneringen die bij hem opkomen. Dag na dag vertelt Damis haar over zijn omzwervingen met Apollonius, die hem voerden door Mesopotamië, Perzië en daaraan voorbij, tot aan de oevers van de rivier de Ganga in het verre India. Maar aan wie vertelt hij zijn verhaal nu precies? Wie is deze Agathanassa? En wie is de dwaas die schijnbaar doelloos door alle verhalen van Damis heen zwerft?" (tekst van BOL)

Het boek De dwaas van Palmyra is een verhaal in een verhaal: het boek gaat over de reis van Damis, tijdens die reis vertelt Damis de verhalen over zijn omzwervingen in de antieke wereld.
Het verhaal creëert, mede door het wat archaïsch aandoend taalgebruik, een prachtige, rust uitademende sfeer. Het schip dat op zee dobbert, Damis die Agathanassa (een zeer mooie vrouw) zijn verhalen vertelt op het achterdek van het schip, waar Agathanassa met zeildoek een soort verblijf heeft ingericht. Het heeft iets verstilds, iets poëtisch. Het is niet voor niets dat de Odyssee een paar keer in het verhaal wordt aangehaald.
Het 'geheim'  rond de dwaas van Palmyra zorgt ervoor dat de door Damis opgediste verhalen een verband krijgen waardoor het grotere verhaal een zekere urgentie krijgt.
De door Damis vertelde anekdote waarin Apollonius en Damis de historische overblijfselen van de ketenen van Prometheus te zien krijgen, vormt wat mij betreft de sleutelscène van het boek, want ze krijgen dit niet één keer, maar wel drie keer, op steeds andere plekken, te zien, waarbij de omwonenden er steeds van overtuigd zijn dat die van hen de werkelijke ketenen zijn.
Als Damis hier kwaad om wordt en aan zijn meester vraagt waar hij denkt dat de echte plek is, is het antwoord:
"Ik vind dat niet interessant," zei Apollonius. "Wellicht bevond de gevangenis zich in zijn hoofd. Misschien heeft Herakles hem geleerd hoe hij vrij kan zijn van zijn eigen kluisters." 
Verbeelding, dat is wat ons kan verlossen van de gevangenis in ons hoofd.

Dit alles maakt De dwaas van Palmyra al de moeite waard. Maar pas toen ik wat dingen ging nazoeken over Apollonius en Damis en de plekken die zij in die tijd bezochten (Babylon, Alexandrie, India) kreeg het boek voor mij een extra dimensie, waardoor het, ook of juist na lezing, nog een tijd in mij resoneerde.

Wat wij weten over Apollonius van Tyana is gebaseerd op de biografie die werd geschreven door Flavius Philostratus zo'n 100 jaar na de dood van Apollonius, gebaseerd naar men zegt op correspondentie tussen Apollonius en enkele keizers en filosofen, en op nagelaten dagboeken en aantekeningen van Damis.
In diezelfde biografie wordt echter ook verteld dat Apollonius de zoon is van een sterfelijke moeder en de god Proteus en het was dit feit dat een mythe heeft doen ontstaan rond Apollonius als een messias, gelijke van Christus.
Feit is dat Van Aken, gebruik makend van de 'feiten' van deze biografie en van wat bekend is over de klassieke steden uit de hoogtij van het Romeinse rijk, een prachtige historische roman heeft geschreven met diepgang, die ook nog een genot is om te lezen.
Wat mij betreft mogen schrijvers als Van Aken op een voetstuk worden gezet, zij houden de geschiedenis, ook die van de klassieke wereld, levend. Het klinkt misschien een beetje oubollig, maar kom daar maar eens om in deze tijd!

Zie ook de bespreking van Anna over het laatste boek van Jan van Aken: de Afvallige.




Manu Joseph - Het onzichtbare geluk van andere mensen

Ik las dit boek voor de leesclub, en ik moet eerlijk toegeven dat ik er in het begin erg veel moeite mee had. Terwijl dit toch weer een DWDD boek van de maand was waar de verzamelde boekhandelaars erg enthousiast over waren. De reden dat ik er niet meteen gecharmeerd van was, is het feit dat dit een satirisch bedoelde roman is en ik daar over het algemeen niet zoveel mee heb.

Maar gaandeweg begon ik lol te krijgen in dit tegelijk trieste en komische verhaal, over de zoektocht van een vader naar de reden van de zelfmoord van zijn oudste zoon.

"Hoofdfiguur in de recente roman van de 40-jarige Indiase auteur is de getormenteerde vader Ousep die drie jaar na de zelfmoord van zijn zoon Unni bezeten is door de vraag: waarom is zijn slimme, knappe, getalenteerde 17-jarige zoon van het dak gesprongen? Elke avond zet Ousep straalbezopen de buurt op stelten, waardoor ook zijn vrouw Mariamma wordt gemeden en zijn jongere zoon Thoma doodbeschaamd door het leven gaat. Als Ousep de laatste, mysterieuze strip die Unni heeft gemaakt in handen krijgt, komt zijn zoektocht in een stroomversnelling en stuit hij op een specialist in waanideeën die een ander licht werpt op wie Unni was." (Bibliotheek)

Ergens heb ik gelezen dat je het boek kunt zien als een ideeënroman maar hoewel er veel onderwerpen aan de orde komen, zou ik het zo toch niet willen typeren. Wel wordt er heel veel kritiek geleverd op de Indiase maatschappij waarbij mij met name de rol van de vrouw opviel; die is niet meer dan een voetveeg waar de Indiase man geen enkel respect voor heeft. In dat licht zijn de recentelijk in het nieuws gekomen verkrachtingen nu beter te plaatsen.
Maar er zijn veel meer zaken in de Indiase maatschappij die op de hak genomen worden; hoe jongens met lijfstraffen worden gedwongen hoge cijfers te halen omdat ze anders niet kunnen studeren in de VS en dan niet voor vol worden aangezien; hoe gelovigen overlopen van de ene naar de andere religie ('God is een waanidee van de mens') en hoe de sociale controle nog heel erg aanwezig is bij al die op een kluitje wonende arbeiders en een verstikkende invloed uitoefent op vrijwel iedereen.
Unni zelf leeft in de waan dat de meeste mensen in een illusie leven en dat slechts een handvol mensen, waaronder hij, de echte wereld kunnen zien. Hij wil laten zien de perfecte mens te zijn, maar slaagt hier natuurlijk uiteindelijk niet in.

Joseph vond zijn inspiratie voor dit boek in zijn jeugd:
"Net als Unni groeide ik op in een buitenwijk van Madras in de jaren tachtig. Als 16-jarige was ik, samen met een paar vrienden, verdiept in filosofie en verlichting, niet de westerse variant, maar de verlichting die je probeert te bereiken door onder een boom te mediteren. Ik maakte altijd een onderscheid tussen intellectualisme en rauwe intelligentie. Een van mijn vrienden had die rauwe intelligentie, hij had de waarheid ontdekt: wat we zien is niet echt en het bestaan heeft geen enkele zin.
Ik bewonderde hem, zijn kijk was een houvast voor me en daardoor was ik, in tegenstelling tot veel andere adolescenten, vol zelfvertrouwen. Er gaat een grote troost uit van de gedachte dat alles zinloos is. Toen ik na een paar jaar contact probeerde te zoeken met deze oude vriend bleek dat hij zelfmoord gepleegd had. Dat zette me aan het denken: wat betekende het dat hij dit had gedaan?"
(uit een interview met de auteur in de NRC)

Uiteindelijk is de stelling van dit boek volgens de auteur vooral dat het bestaan geen zin heeft en geluk onontkoombaar is. "Er gaat een grote troost uit van de gedachte dat alles zinloos is".
Daar zal niet iedereen het mee eens zijn, maar het levert wel een opmerkelijk boek op en een heel aparte leeservaring.

ps
De engelstalige titel kan ik nog steeds niet helemaal verklaren (vrij vertaald: het ongeoorloofde geluk van andere mensen) maar de nederlandse vertaling van deze titel is op z'n zachts gezegd ongelukkig gekozen.



Kees van Kooten - De verrekijker

Boekenweekgeschenk 2013

Centraal in dit verhaal staat de verrekijker (of: varrekieker, zoals meneer Boekhappen  placht te zeggen) die Kees van zijn vader heeft georven. Beschreven wordt de zoektocht naar het verhaal achter deze verrekijker, waarvan volgens Kees de oorsprong in de tweede wereld-oorlog ligt. Omdat hij er niet precies achter kan komen hoe de vork in de steel zit, wordt er vermakelijk op los gefantaseerd als het gaat om de manier waarop dit voorwerp in handen van de vader van Kees is gekomen.

Maar het verhaal waaiert al snel uit naar alle kanten; over de jeugd van Kees, maar ook over de verworvenheden (of niet?) van de moderne tijd: de ereader, de televisie, de moderne media, de wellevendheid. Hoe is dat nu en hoe was dat in de jaren vlak na de oorlog?
Het is een heerlijk boekje om tussendoor te lezen. Ik ben nog wel van een jongere generatie dan Van Kooten, maar herken toch wel veel, een vleug jeugdsentiment die oude tijden doet herleven. Vooral in zijn 'maatschappij-kritiek met een knipoog' kan ik me erg vinden.

Hoe het uiteindelijk met de verrekijker afloopt is toch nog min of meer een verrassing, maar die verrekijker bleek toch meer een object waarmee een lijn in het verhaal gehouden wordt, zodat de gedachten vervolgens alle kanten uit kunnen gaan en toch weer bij de verrekijker terugkomen.

Fijn tussendoortje.


Lou Niestadt - Groots en meeslepend leven

Ik ben maar weer begonnen met tikken....linkshandig. Want ik krijg het idee dat mijn armblessure wel eens wat langer kan gaan duren. En bovendien ben ik bang dat ik toch wel wat ga vergeten van de boeken die ik gelezen heb. Dus op m'n dooie gemak met één linkse vinger dan maar, want ik heb wel wat dingen te vertellen over wat ik gelezen heb!

Te beginnen met dit boek: Groots en meeslepend leven. Een ode aan dagelijkse sleur.
Wat een bijzonder boek was dit, en wat werd ik er blij van!
Ik kwam op dit boek via het tijdschrift Flow, in een artikel over herwaardering van de creativiteit.
Het is onconventioneel: in zijn onderwerp; groots en meeslepend leven in je dagelijkse sleur. In zijn vormgeving: handgeschreven teksten met heel veel tekeningen en heel veel kleur. In zijn inhoud: het boek barst uit zijn voegen van de creativiteit. En dit alles maakte mij vrolijk!

De vorm van dit boek is een zgn. 'art journal', een uit de VS overgewaaide trend om op een creatieve manier vast te leggen waar je mee bezig bent en wat er in je omgaat. Waarin het in dit geval gaat om creativiteit. In het bijzonder: hoe breng je meer creativiteit in je leven?
Op een buitengewoon frisse en dartele manier neemt Lou haar eigen leven als ijkpunt. Een leven dat ook niet van een leien dakje ging, als gescheiden moeder met 3 kinderen. Niestadt schrijft met een ontwapenende en humoristische eerlijkheid over haar eigen leven, en hoe zij zelf meer creativiteit bracht in haar leven. Ze heeft daarbij uitvoerig geput uit andere creatieve bronnen, zoals Sark en Keri Smith.
Dat ziet er dan zo uit:

10 dingen over Journaling
Mijn zonderlinge zielen



Sommige ideeën gingen mij een beetje te ver, zoals 'spontaan' stiekem leuke kaartjes in andermans boodschappentas stoppen (een idee overigens van Keri Smith). Waarbij het natuurlijk al per definitie iets gekunstelds krijgt als je uit een boek moet lezen dat je dat kunt doen....

Maar er zaten ook eye-openers bij, soms herkenbaar maar op een totaal andere manier gebracht. Niet: je moet dat niet doen maar: als het toch moet, kun je het ook zo doen, en dan kreeg het opeens iets inspirerends. Of het nou gaat om je werk, je huis, je kinderen, je kledingkast....niets ontsnapt aan de creatieve blik van Lou. Elk onderwerp behandelt ze in '10 dingen'.

De toegift bestond voor mij uit de bibliografie achter in het boek; tekeningen van haar boekenplanken, met daarop de boeken die haar zelf hebben geinspireerd:



Voor iedereen die wat meer sjeu in het leven wil, die af en toe denkt: kan het niet wat minder druk allemaal, die zoekt naar manieren om meer creatief en losser in het leven te staan: lees (en vooral ook: kijk)  dit heerlijke boek!


Armpauze

Ik heb sinds een week een blessure aan mijn rechterarm; een muisarm....
Van het één-vingerige linkshandige systeem word ik een beetje kriegel, dus ik heb even een arm-pauze. Ik hoop me met een goede week weer te melden. Ik heb een enorm leuk boek gelezen waar ik erg blij van werd, en waar ik heel graag over wil vertellen!
Verder lees ik natuurlijk wel gewoon door en ik lees ook al jullie blogs, al zullen mijn reacties tijdelijk wel wat schaarser zijn.

Amity Gaige - Schroder

Tja, ik weet niet goed hoe ik het zeggen moet.....maar dit zo gehypte boek viel mij dan toch weer erg tegen. Ik heb mijn best gedaan want ik had er zelf (ook) hoge  verwachtingen van, na de aanbevelingen van dit boek in DWDD.

Ik ben te lui vind het overbodig om het verhaal nog eens zelf te gaan reconstrueren, dus ik heb de tekst ontleend aan BOL.com:

"Wanneer de veertienjarige Erik Schroder, een jonge Duitse immigrant, zich opgeeft voor een exclusief schoolkamp in New England, besluit hij dat te doen onder de naam Eric Kennedy, in de verwachting dat hij als normale Amerikaanse jongen meer kans maakt te worden toegelaten. Het blijkt een noodlottig leugentje om bestwil dat zijn leven een onwaarschijnlijke en zeer tragische wending zal geven.

Jaren later blikt Eric, nu een gescheiden man, vanuit een penitentiaire inrichting terug op zijn leven in een poging te begrijpen - en misschien zelfs te verklaren - wat hem ertoe heeft gebracht zijn zesjarige dochter Meadow midden in een verhitte strijd om de voogdij te ontvoeren. In opdracht van zijn advocaat zet hij zijn leven op papier: van het pijnlijke afscheid van zijn moeder als jong kind, de angstige overtocht naar Amerika met zijn zwijgzame vader, zijn liefde voor Laura, die opbloeide in de schaduw van alle leugens, tot al Erics momenten van trots en spijt als gemankeerde maar liefhebbende vader."


Eric is geen sympathieke personage en dat wordt hij voor mij ook nergens in het verhaal. Sterker nog, ik vond hem steeds onsympathieker worden en ik vond zijn gedrag tamelijk ongeloofwaardig, vooral tegenover zijn vader. De ontvoering is niet een van te voren uitgedachte ontvoering althans dat is wat wij en de rechter moeten geloven, het is een uit de hand gelopen dagje uit. De (ex-)vrouw blijft een bordkartonnen personage die het ene moment als heel flets en het andere moment als heel levendig wordt geschetst. Alleen de dochter, Meadow, vond ik levensecht; een vroegrijp, intelligent kind, een intelligentie die haar vader zo bijzonder vindt dat ze in zijn ogen eigenlijk geen kind meer is maar een kleine volwassene.

Aan de andere kant is het wel mooi geschreven en is de 'roadtrip'  van vader en dochter, ook gezien de landschappelijke beschrijvingen, wat mij betreft het hoogtepunt in het boek.
De structuur vond ik nogal rommelig. Eric vertelt zelf het verhaal maar de tijd waarnaar hij terugkijkt wisselt nogal. Ook wordt er gebruik gemaakt van voetnoten, op zich origineel maar die hadden lang niet altijd een toegevoegde waarde en hadden bij mij soms zelfs een averechts effect.  En het einde.... vond ik onbevredigend. Het is niet zo dat aan het eind altijd alles duidelijk moet worden, er mag wat te raden overblijven. Maar dit eind was zo....zo....nikserig. Zo flauw. Ja misschien is dat wel het woord dat mijn beleving van dit boek goed samenvat: flauw. Flauw in de zin van: ik dacht steeds dat er nog iets ging gebeuren, dat er nog een openbaring zou komen, iets wat de boel in gang zou zetten, iets onverwachts. Maar het kwam niet!

Ik heb heel veel ronduit lyrische beschrijvingen van dit boek gezien en de 5-sterren-beoordelingen vliegen je om de oren, maar bij mij raakte dit boek geen snaar. Het zal wel een afwijking van mij zijn want ik heb dit vaker; dat als iedereen het heel erg mooi vindt, ik het dan juist niet mooi vind. Nou ja, ik was gewoon  niet 'begeistert' door het verhaal. Er zitten best onderwerpen in waar je een mooie discussie over kunt voeren (waardoor wordt je indentiteit gevormd, kun je iemand wel echt kennen, wat doet een getroubleerd verleden met je, wat is liefde) maar voor mij werden die onderwerpen niet bevredigend uitgewerkt.

O ja, mag ik nog even zeggen (uitgevers, waar bent u?) dat ik die omslagen met die personen die zich net onder water bevinden en dringend behoefte aan lucht hebben, wel een beetje zat word nu?





Boeken op TV

Het is een combinatie die niet zo veel voorkomt: boeken en TV. Toch was het druk, de laatste tijd, met boeken op het kijkkastje. Dat heeft veel te maken met de komende boekenweek. Maar mij hoor je niet klagen.

Eerst keek ik twee afleveringen van Kunststof TV: die van 24 februari waarin Jan Siebelink en Renate Dorrestein. En onze eigen Judith (de Boekblogger), die achter Renate zat waardoor ik iedere keer naar Judith zat te kijken als Renate aan het woord was ;-). Daarna keek ik die van afgelopen zondag, 3 maart, waarin Paolo Giordano vertelde over zijn nieuwe boek Het menselijk lichaam (zeer sympathieke jongeman trouwens).

Vervolgens keek ik, dezelfde zondag, naar Het uur van de Wolf: Godfried Bomans. Een herhaling van een uitzending uit 2001 maar ik had 'm nog nooit gezien. Ook zeer de moeite waard.
Daarna door naar Benali boekt, ook van afgelopen zondag (het was een drukke tv-avond) die het boek Een hart van Steen van Renate Dorrestein bespreekt. Met Renate zelf, maar ook met haar zus, aan wie ze het  boek heeft opgedragen. Ik dacht: hoe kan dat nou, ik heb dit boek niet gelezen? Maar dat was niet zo, het stond hier zichtbaar gelezen in de kast, alleen wist ik er echt niets meer van! Wel mooi dat zo'n boek dan weer nieuw leven ingeblazen wordt.

Tenslotte nog twee afleveringen van Boeken met Wim Brands. Eén met Frits van Oostrom over het prachtige boek Wereld in woorden, over de 14e eeuw. Vooral over de literatuur natuurlijk, maar ook een flink stuk (Nederlandse) middeleeuwse  geschiedenis. Erg mooi uitgegeven én een erg dik boek (600 blz) en (dus) ook erg duur (35 euro voor de paperback en 55 voor de hardcover). Wel een boek om te hebben!
De andere aflevering, van afgelopen zondag, kwamen twee schrijvers aan bod:
Daan Heerma van Voss over zijn boek De vergeting, en de Vlaamse politiek filosoof Thomas Decreus over zijn boek Een paradijs waait uit de storm. De roman van Heerma van Voss gaat over geheugenverlies, iets wat hem zelf is overkomen (door hevige stress, gedurende 24 uur) nota bene terwijl hij met plannen rondliep een boek te schrijven over iemand met geheugenverlies...de roman gaat naast de (reconstructie van de) gebeurtenis zelf vooral over de aard van onze herinneringen. Lijkt me een boeiend boek. Het boek van Decreus gaat over de teloorgang van de democratie, maar dit vond ik zelf minder interessant en hier haakte ik dan ook vrij snel af.

Dit staat ons in ieder geval nog te wachten:
Aanstaande zondag in Kunststof TV: Geert Mak, Nelleke Noordervliet en Jan Brokken.
Ook aanstaande zondag, de tweede aflevering van Benali boekt, over Opwaaiende zomerjurken, het boek waarmee Oek de Jong doorbrak. En natuurlijk, de eenmalige aflevering van Hier is....Adriaan van Dis op donderdag 14 maart, als speciale opening van de Boekenweek!


Saskia Goldschmidt - De hormoonfabriek

Een roman over een slacht-en vleesverwerkingsbedrijf dat zich ontwikkelt tot een groot farmaceutisch concern....niet echt een verhaal waar je een page-turner van verwacht.
Toch was het dat wel, en dat is voor een groot deel te danken aan de meesterlijk neergezette hoofdpersoon, de joodse Mordecai (Motke) de Paauw.

De tweelingbroers Motke en Aron de Paauw krijgen na de dood van hun vader, in de jaren dertig, de leiding over het familiebedrijf. Daar waar Motke een energieke, gedreven macho man is, is Aron een bedeesde, weinig initiatiefrijke, eenzame jongeman die zijn functie in het bedrijf op de achtergrond vervult.
Als bekend wordt dat uit de pancreas van het vee insuline gewonnen kan worden, sluit Motke, behept met de juiste koopmansgenen, een contract met een wetenschapper in de famaceutica, een Duitse jood, die een laboratorium opzet in de fabriek met als doel de insuline als medicijn op de markt te kunnen zetten. Die organen liggen immers als slacht-afval ongebruikt op het fabrieksterrein. Het lab wordt opgezet als een apart bedrijf: Farmacon.
Motke weet samen met zijn compagnon de eerste successen binnen te slepen en daarmee Farmacon op de kaart te zetten. Hij sleept het bedrijf en zijn gezin de oorlog door en weet Farmacon uit te bouwen tot een internationaal bedrijf, maar niet zonder slachtoffers te maken.

Hij wordt neergezet als een ambitieus, eerzuchtig man die nogal onder de indruk is van eigen kunnen. Zijn grootste probleem is echter, dat hij wordt gedreven door een niet te remmen geslachtelijke drift die hem langzaam maar zeker in problemen brengt. Daarnaast gaat hij in zijn ambities nogal ver in het testen van de hormoonpreparaten die na de insuline gepatenteerd worden door het bedrijf (waaronder een vruchtbaarheidshormoon voor vrouwen en testosteron).  Motke wordt daarmee neergezet als een zeer onsympathieke man, en toch was ik gefascineerd door de drijfveren van die man. Het is een man van het soort die je veel tegenkomt in de top van bedrijven en die de laatste tijd nogal door de mand vallen, nu alles zo'n beetje in de openbaarheid komt.

Als zijn vrouw Rivka achter zijn nogal veelvuldig voorkomende vrijpartijen met andere vrouwen komt, wil ze niets meer met hem te maken hebben. Motke denkt eerst dat het nog goed komt, maar gaandeweg dringt tot hem door dat hij door zijn gedrag die deur voorgoed heeft dichtgegooid. Toch lukt het hem nog zijn vrouw de schuld te geven van zijn eigen walgelijke gedrag als hij uitlegt dat als zijn vrouw het nu maar goed had willen maken met hem, dat het dan allemaal anders gelopen zou zijn:
"....zo had ik wellicht afstand kunnen doen van mijn kwade gewoontes en herboren kunnen worden als een deugdzame man. Ik verbeeldde me dat ik aan haar zijde, gevoed en bemoedigd door haar liefde, daartoe in staat zou zijn geweest. In dat geval had ons bedrijf zich niet ontwikkeld tot de succesvolle multinational die het geworden is. Een houding waarin medemenselijkheid en humanisme de boventoon voert leidt nu eenmaal niet tot buitensporig succes, voor werkelijk lucratieve handel is onoorbaarheid een must."

Tijdens het lezen had ik voortdurend Dominique Strauss-Kahn voor ogen, die Franse politicus en vrouwengek die zich vergreep aan een kamermeisje in een New Yorks hotel en daarmee zijn eigen carrière en die van zijn vrouw te grabbel gooide.
En verhip, in de loop van het verhaal wordt de zoon van Motke, Ezra, inmiddels CEO van het nu internationale Farmacon, opgepakt wegens verkrachting van een kamermeisje in een New Yorks hotel...

De ontstaansgeschiedenis van het bedrijf Organon heeft model gestaan voor het verhaal over Farmacon, dat dus op bepaalde essentiële punten op waarheid gebaseerd is.

Het gaat daarnaast over een bepaald soort mannen en hoe die omgaan met vrouwen (en over een bepaald soort vrouwen die nogal geimponeerd raken door mannen met macht) en over hoe ver je kunt en mag gaan in je ambities. En dat allemaal verpakt in een verhaal dat leest als een trein. Knappe prestatie!