Met Bill Bryson door de VS


Oorspronkelijke titel: The Lost Continent, UK, 1989
Mijn nederlandse vertaling is uit 1990 en van uitgeverij Amber.

Het is weer zomer, voor mij als niet-reiziger het seizoen van de reisverhalen. En het dan ook nog in de tuin te kunnen lezen, het is voor mij één van de grootste genoegens. Niets fijner dan vanuit de tuinstoel te lezen over de ontberingen van anderen, of juist weg te dromen naar mooie plekken waar ik ooit zou kunnen zijn maar waarschijnlijk nooit zal komen.
De inhoud van dit boek was ook een waar genoegen, want hoewel al 25 jaar oud (Bryson schreef het in 1989 als een nog tamelijk jonge man) leest het alsof het gisteren geschreven is. Afgezien dan van de vertaling die wat gedateerd aandoet, zoals het feit dat 'the car' consequent wordt vertaald met de wagen. Ook blijkt de vertaler niet heel dol te zijn op komma's. Maar dit terzijde.
Bill Bryson, geboren in Des Moines in Iowa, maar op dat moment woonachtig in Engeland, wil terug naar het Amerika van zijn jeugd en maakt in de oude Chevette van zijn moeder  twee reizen door Amerika: eentje in oostelijke en eentje in westelijke richting, waarmee hij in totaal 48 staten aandoet. Het Amerika wat in zijn hoofd zat blijkt bijna niet meer te bestaan, vrijwel overal treft hij óf een treurigmakende aftandsheid (de meeste dorpen op het platteland) óf een slaapverwekkende leegheid (alle wegen daartussen) óf aan de massa-consumptie aangepaste steden met veel pizza-hutten, mega-supermarkten, super drugstores en dito parkeerplaatsen en indien er ook maar ergens goeie sier mee gemaakt kan worden (een filmheld, een filmlocatie, geboortehuis van een politicus), struikel je er ook nog over de souvenirwinkels. 
Dit klinkt allemaal niet heel opwekkend, maar Bryson zou Bryson niet zijn als hij dit alles niet met veel droge humor heeft beschreven, waardoor ik regelmatig erg moest lachen (wat mij toch niet snel overkomt tijdens het lezen). Maar ook voor mooie natuurbeschrijvingen kun je bij Bryson terecht.
Het lezen ging mij in ieder geval een stuk beter af dan Reizen met John van Geert Mak. Daar ga ik binnenkort een 4e poging aan wagen, tot nu toe is het me niet gelukt verder te komen dan 100 blz. Ik denk dat ik bij Mak de humor mis.

Eerder las ik A walk in the woods (eigenaardig vertaald met Terug in Amerika) waar ik ongeveer dezelfde leeservaring mee had: af en toe onbedaarlijk lachen, en dan weer even terug naar normaal met prachtige natuurbeschrijvingen. Onlangs las ik overigens dat er een film in de maak is of al gemaakt is van A walk in the woods, met o.a. Robert Redford, Nick Nolte en Emma Thompson, die in december 2015 in de nederlandse bioscopen te zien is.

Boeken over creativiteit (deel 1)


Ik ben gek op boeken over creativiteit, ik word er heel vrolijk van.
Alleen al het wóórd creativiteit genereert voor mij, in termen van Marie Kondo, sparks of joy.
Mijn eerste associaties bij creativiteit zijn kleur, mooie dingen maken, jezelf uiten, flow. Maar het lezen over creativiteit gaat verder dan het concept 'dingen maken', het gaat me ook om creativiteit als een eigenschap of een 'gereedschap'.  Als iets wat je kunt toepassen bij het nemen van beslissingen en bij het oplossen van problemen. Of in de meer praktische zin: bij het bedenken van recepten voor je kliekjes. Bij het handig omgaan met tijd. Het geven van een tweede leven aan iets wat stuk gaat of zijn oorspronkelijke functie verloren heeft. Rijk te leven met weinig geld.
Eigenlijk gaat het me er dus om creatief te leven.
Naar mijn gevoel een eeuw geleden (en, zeg ik er eerlijk bij, in een periode dat ik er eigenlijk nog niet echt voor 'open' stond), las ik The Artist's Way van Julia Cameron, zo'n beetje de bijbel van de creativiteit. Helaas is er toen weinig blijven hangen van dit boek behalve dan dat je veel oefeningen moest doen van juf Cameron, en ik daar destijds niet zoveel zin in had. Ik kan me herinneren dat je een tijdje zgn. 'morning pages' moet schrijven; een soort van stream-of-consciousness schrijven en dat je dat sochtends meteen na het wakker worden moet doen. Ik ben er heel enthousiast aan begonnen maar al snel kwam de klad er in, want ik ben niet echt op mijn best sochtends vroeg en had juist dan helemaal geen zin en tijd om te schrijven. Daarna is het fenomeen creativiteit nogal opgeslokt door het dagelijkse reilen en zeilen op het spitsuur van het leven. Het was waarschijnlijk ook nog geen belangrijk thema in mijn leven, anders had ik het niet zo makkelijk weer laten gaan.

Maar de laatste tijd ben ik er weer erg mee bezig. Enerzijds omdat ik niet meer zo druk ben met werk en een sociaal leven, anderzijds ook omdat ik het gevoel heb dat ik iets in me heb wat eruit moet. Nu is dat niet heel vreemd, omdat ik overal lees dat iedereen creativiteit in zich heeft, maar bij de één komt het er al heen vroeg uit en bij de ander nooit.
Bij mij staat er nu wel iets te trappelen geloof ik.  Ik ben altijd al wel creatief geweest in de zin van wat ik zelf noem frutselen, met stof, met papier, met garen; tegenwoordig wordt dit 'craften' genoemd.  Maar dan maak ik toch meestal iets wat een ander al bedacht heeft, terwijl ik eigenlijk graag dingen zelf wil bedenken. Maar daarnaast wil ik ook graag creatiever zijn in het algemeen, als 'way of life'.

Ik wil The Artist's Way zeker gaan herlezen (echt hoor, Hella!), maar las eerst wat andere boeken over creativiteit.
Omdat ik de neiging heb helemaal los te gaan over dit onderwerp, en mezelf daar ook niet in wíl beperken, schrijf ik hierover in meerdere delen.
Deze keer: The creative habit van Twyla Tharp, Living the creative life van Ricë Freeman-Zachery en Flow van Mihaly Csikszentmihalyi.

Twyla Tharp (1941) is een (in de VS beroemde) choreografe die gedurende haar creatieve carrière letterlijk aan den lijve heeft ondervonden dat creativiteit niet iets is wat spontaan uit de hemel nederdaalt, geen door god gegeven inspiratie, maar vooral hard werken met een ijzeren regelmaat, iets wat in de titel van dit boek dan ook besloten ligt. Omdat ze om zich heen zag hoe mensen soms worstelen met hun creativiteit (het zit erin maar komt er niet uit) heeft ze dit boek geschreven.
Het is een heel theoretisch boek dat zich richt op het 'maken van iets'; in het geval van Twyla Tharp is dat een choreografie, maar het kan ook zijn: een muziekstuk, een film, een boek, een schilderij. Het boek is opgebouwd op basis van het creatieve proces; zo gaat het eerste hoofdstuk over je voorbereiden op dat proces: de rituelen die ervoor zorgen dat je in de juiste creatieve mood komt. Daarna volgt je creatieve DNA: hoe kijk je naar de wereld, richt je je op het grote geheel of juist op de vierkante cm, welke stijl past bij jou. Vervolgens komen hoofdstukken aan de orde over het belang van geheugen (als bron van inspiratie), het opbouwen van een creatief archief, het zoeken naar een basisidee voor je creatie, het op basis van een kleine ingeving creëren van een groot idee, het combineren van ideeën voor een originele inval. En in het begin vooral: het kopiëren van ideeën van anderen, om zo je eigen stem te vinden.
Het gaat ook over mislukkingen en hoe die te overkomen (en dat die essentieel zijn voor je creativiteit!), over de onderliggende motivatie voor een creatie: waar wil je heen, wat wil je zeggen. Over technieken, en dat je altijd moet blijven zoeken naar nieuwe dingen om te leren. Over hoe je uit een sleur komt, en in een groove.
Voorbeeldpagina The creative habit
Wat opvalt, is de typografie van dit boek: met een niet te petieterig lettertype, ruime regelafstand, in veel grijstinten en variatie in lettergrootte, met rode accenten voor de belangrijke dingen. Het is een heel gestyleerde opmaak. Dat is dan ook gelijk één van mijn kritiekpunten: het boek is heel zakelijk, het zette mij niet aan tot creatieve gedachten.
Een tweede kritiekpunt gaat over de voorbeelden die Tharp geeft. Hoewel ze ook veel voorbeelden uit de klassieke muziek (Mozart en Beethoven komen regelmatig voorbij), literatuur en schilderkunst aanhaalt, zijn de belangrijkste voorbeelden toch afkomstig uit de wereld van de dans, haar vak. En laat dat nou net een tak van sport zijn die mij totaal niet interesseert.
Voor een basistheorie over wat creativiteit is, is dit een uitstekend boek. Voor creatieve inspiratie is dit niet geschikt.

Ricë Freeman-Zachery
Dan is het boek van Ricë Freeman-Zachery: Living the creative life een heel ander soort boek. Dit boek heb ik nog nooit van voor naar achter gelezen, ik sla het regelmatig ergens open en laat me inspireren.  De auteur is een (nogal exentrieke) kunstenares, zij heeft heel veel collega-kunstenaars gevraagd naar hun verhalen: hoe komen ze aan ideeën, waar werken ze, welke rituelen hebben ze. Maar het bevat vooral heel veel voorbeelden van creativiteit,
foto's van creaties, bladzijden uit artjournals, collages, kleine aanzetjes voor jezelf onder de kop: Try this.  Het is eigenlijk zelf ook vormgegeven als een kunststukje. Een onuitputtelijke bron van inspiratie. Van dit soort boeken zit ik echt te smullen!


Het laatste boek is Flow van Mihaly Csikszentmihalyi. Het is hét standaardboek over flow, wat het is en hoe je het krijgt. Het is een belangrijk boek, een basisboek. Ook erg interessant voor wie geïnteresseerd is in psychologie, want flow is, net als creatieve inspiratie, niets iets wat je komt aanwaaien, maar iets waar je je voor moet inzetten en gebaseerd op psychologische principes.
Vanwege het belang van dit boek heb ik er een uitgebreide samenvatting van gemaakt, die vind je HIER.




In de volgende post meer over (art-) journals, zentangelen, en een lijstje met mijn favoriete boeken over creativiteit.








Frans Pollux - Het gelijk van Heisenberg

Nederland, 2010
Uitgeverij Atlas, 343 blz.

Het gelijk van Heisenberg stond al geruime tijd op mijn wensenlijstje. Het is een krankzinnig en ingenieus in elkaar gezet boek en bijna niet na te vertellen. Het heeft een dystopisch aanknopingspunt en speelt in de toekomst, maar is geen dystopian en ik zou het ook geen toekomstroman noemen. Je leest het eerder als een ideeënroman waarin het belangrijkste en meest uitgewerkte idee is de macht van de 'vrije markt'. Maar wat mij betreft hoeft het niet in een hokje gestopt want dat doet dit boek te kort.

Het boek opent met een allesverwoestende watervloed en een jongeman op een vlot. Bij zich heeft hij een opgevouwen doek met daarin brood en kaas, en het boek Lof der Zotheid.
Vervolgens meldt zich de verteller en daarna volgen met letters aangegeven hoofdstukken over hoe het zover gekomen is. Deze hoofdstukken worden echter niet verteld door de verteller van daarnet, maar door een ander, Syris. Het is dus een boek in een boek in een boek. En dit is niet het enige verwarrende. De hoofdstukken wisselen steeds van tijdsperspectief, alleen door de letters als hoofdstukaanduiding weet je wat bij wat hoort.
In het begin werd ik door het verhaal van Syris snel uit mijn comfortzone gehaald en had ik voortdurend een akelig gevoel. Niet te weten waar het over ging, hoe het te plaatsen. Maar eenmaal die hobbel genomen, vrat ik me door het boek heen.

Het speelt zich af in een nabije toekomst van de Verenigde Markten van Europa, geleid door The Engagement. The Engagement vormt de 'overheid' in deze dictatuur van de vrije marktwerking, en Syris is een ambtenaar in dienst bij het buro Fiscaliteit en Vrijhandel, afdeling Onderzoek. Waarbij het niet alleen gaat om belastingontduikers, maar ook mensen die een bedreiging vormen voor The Engagement, want daar zijn er veel van en zij moeten uit de weg worden geruimd. Syris is een apathische man die geen keuzes maakt, of liever hij heeft de keuze gemaakt niet te kiezen. Hij heeft geen harde overtuiging vóór The Engagement, maar is ook niet echt tegen. Zijn enige emotie is de liefde voor zijn vrouw, een vrouw die echter een bedenkelijke rol speelt en na haar dood raakt Syris letterlijk en figuurlijk op drift. Toch is hij door zijn voortdurende zelfrelativering, waardoor hij de lezer in zijn verhaal betrekt, geen onsympathieke persoon. Wat volgt is het door de tijd heen springende verslag van zijn leven, doorspekt met ideeën over literatuur, over natuurkunde, de relativiteitstheorie en vooral kritiek op de westerse vrije markteconomie met zijn ongebreidelde consumentisme.
Dit boek is geen allemansvriend, ik denk dat het begin veel lezers af zal stoten. Maar kom je door het begin heen, dan kom je terecht in een uniek leesavontuur. Het is al een paar dagen geleden dat ik het uitlas, maar ik zit er nu nog over na te denken. Een bijzonder boek.

Komt een lezer in de winkel

Ik heb de laatste tijd redelijk veel boeken gekocht. Die bestel ik altijd bij de plaatselijke Readshop. Dat is natuurlijk meer een tijdschriftenkiosk die ook boeken verkoopt, maar ze hebben een prima, snelle bestelservice en uitermate vriendelijk personeel. Die werken er al jaren dus ik ken ze ook allemaal goed, dat schept een band.

Van de week ging ik weer een boekje bestellen en had ik een ervaring die mij aanzette tot een Gedachte.




Dramatis Personae:
J: ik
V: de verkoopster
C: de Chef
B: meneer Boekhappen

J: Ik wil graag een boekje bestellen, het heet Een zomer met Proust
V: Een zomer met watte?
J: Een zomer met Proust
V: PROEST, hoe schrijf je dat?
J: Proust, met o, u. Je gaat me toch niet vertellen dat je Proust niet kent?
V: [mimiek: pfff nee hoezo zeg ik hoef toch al die schrijvers niet te kennen] Ehhh, nee?
J: Proust, een grote Franse schrijver!
V: ehhh neu, nooit van gehoord. Is dat erg?
J: heel erg!
V: maar ondertussen krijg ik de bestelling er niet in. Chef!!
Chef komt aangesneld: over welk boek hebben we het? Een zomer met PRAUST..?
J: Chef! Een zomer met Proust! Jij weet toch wel wie Proust is???
V tegen C: zeg maar ja, anders is ze helemaal teleurgesteld
C: Proust, beroemde Franse schrijver die een klassieke romancyclus heeft geschreven....maar dat lees ik nu voor want het zegt mij niets.....[hoofd vol vraagtekens]

Vertel ik dit aan B, zit die me wazig aan te kijken....
J: Ehh, JIJ weet toch wel wie Proust is...??
B: mmpphhh, neuhh?  tja, je zit echt in je eigen wereldje hoor....

In eerste instantie vond ik dit bizar, in mijn beleving weet iederéén wie Proust is. Maar ik moet het omdraaien, de meeste mensen weten niét wie Proust is, het is inderdaad maar een klein wereldje dat daarmee wel bekend is. Ja als ik in een 'echte' boekhandel had gestaan, hadden ze het waarschijnlijk wel geweten maar die horen uiteraard bij dat kleine wereldje. 

Het boek in kwestie, Een zomer met Proust onder redactie van Laura El Makki, is overigens een soort opmaat voor het lezen van Proust zelf.
In 8 hoofdstukken nemen 8 (franse) lezers (hoogleraren, journalisten, filosofen, essayisten) ons mee door het werk van Proust aan de hand van een door hen gekozen thema. Tezamen vormen deze hoofdstukken een hartverwarmend pleidooi om Proust zelf te gaan lezen.

Ik wilde dit boekje lezen als een soort 'apetizer' omdat ik net ook de nieuwe vertaling van het eerste deel van De verloren tijd heb gekocht: Swanns kant op, vertaald door Martin de Haan en Rokus Hofstede.
Ik heb pas één hoofdstuk van Een zomer met Proust gelezen, maar ik heb er nu al erg zin in om Proust te gaan lezen. Maar eerst even De Toverberg uitlezen.


Simone van der Vlugt - De lege stad

Deze historische roman over Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog verraste mij, door de nadruk die wordt gelegd op het geweten: hoever ga je in je verzet, als je niet je eigen leven, maar ook dat van de mensen die je liefhebt op het spel zet. En hoever ga je om hen te redden? Hoe belangrijk zijn principes, overtuigingen. Katja van Kesteren, een vrouw van 21 en net getrouwd, bevindt zich voortdurend in dit soort dilemma's en daardoor steekt dit boek voor mij uit boven andere oorlogsromans. Bovendien wist ik nagenoeg niets van de bombardementen op Rotterdam, hoe erg dat was. Rotterdam had een sterk verzet, maar daardoor ook veel fusillades en razzia's. Van der Vlugt heeft gedegen onderzoek gedaan naar deze periode in Rotterdam, maar weet dit ook invoelbaar te maken door een heldin te kiezen die met alle facetten van de oorlog te maken krijgt; persoonlijke verliezen bij de bombardementen, verzet, NSB, contact met Duitsers, joodse vrienden, onderduikers.

Simone van der Vlugt schreef veel thrillers en enkele jeugdboeken, waarvan ik nog niets gelezen heb. Ze schreef ook twee eerdere historische romans: Jacoba, dochter van Holland waar ik ook al positief door verrast was, en Rode sneeuw in december, die nog op mijn lijstje staat.
Van der Vlugt heeft met De lege stad een ijzersterk boek afgeleverd, dat ik in 2 dagen uitlas en waarmee ze mij zeer heeft getroffen.


Wat ik zoal las, de afgelopen tijd

Nu het fictie-lezen weer lekker gaat, las ik uiteindelijk toch nog wel veel de afgelopen maand. Inmiddels heb ik vakantie, dat helpt ook wel! Ik zou eigenlijk twee weken vrij zijn. Maar ik moest de eerste week (vorige week) zo ontstressen, dat ik pas nu een beetje ontspannen raak. Dus ik heb er nog maar een weekje aangeplakt.  O trouwens, nu lukt het dus weer niet om non-fictie te lezen. Het lijkt wel of mijn hersenen maar één stand aan kunnen. Wat raar! Maar ik accepteer het nu zoals het is. Ik moet het maar eens bespreken met dokter Booklove.
Ik ga even in vogelvlucht door mijn boeken heen. Dat geeft mij het gevoel dat we (wij dus, jij, de lezer van dit stukje en ik, Boekhapper) weer 'bij' zijn en dat vind ik wel zo prettig.

Niña Weijers - De consequenties; in eerste instantie was ik geneigd dit boek terzijde te schuiven. Ik vond het een hoop gezwets over kunst en een hoofdpersoon, Minnie Panis, waar ik niets mee had.
Maar ergens had ik over dit boek gelezen dat het een boek is dat de volhouder beloont, dus pffff nog maar even doorzetten.Uiteindelijk is het wel goedgekomen, maar ik moet dit boek beslist met dokter Booklove bespreken, dus mijn botsingen met dit boek komen later nog aan de orde.

Nausicaa Marbe - Smeergeld; dit was nou echt zo'n lekker boek waar je alle kanten mee op kunt. Je kunt het lezen als een spannend boek (er zijn intriges, er vallen doden, er wordt gespeurd). Maar ook als een zedenschets, want het is
een aanklacht tegen de corruptie die in alle lagen van de maatschappij voorkomt en tegen de macht van het geld in het algemeen.  Maar je kunt het ook nog heel erg op jezelf betrekken en jezelf de vraag stellen of jij zelf nou echt zo integer bent. Ja, zul je meteen zeggen. Maar zelfs de meest onschuldige, naïeve vrouw in dit boek, de vrouw van hoofdpersoon Job van Emmerik, blijkt de verleiding niet te kunnen weerstaan, ook al is die klein en niet te vergelijken met de grote corruptieschandalen die óók in dit verhaal voorkomen; Job van Emmerik, stadsarchitect bij de gemeente Haarlem, vermoedt omkoping en belangenverstrengeling maar gaat iets te opzichtig te werk, waardoor hij wordt ontslagen. Zijn ontslag leidt tot een ernstige huwelijkscrisis en hij blijkt zelf ook niet helemaal eerlijk geweest te zijn.  Hij komt in een lastig parket als een vrouw uit zijn verleden opeens weer opduikt. Wat volgt is een messcherp, ironisch, af en toe komische zoektocht waarbij het slechtste en beste in de mens voorbij komen. Vooral ook veel kritiek op die yuppengezinnen, waar de schone schijn opgehouden wordt maar achter de voordeur van alles aan de hand is.  Ik vloog er doorheen en het was dan ook bijna mijn beste boek van de maand. Bijna maar toch niet.  (4,5/5)

Mark Tigchelaar - Lezen, weten en niet vergeten; een boek in het genre 'haal meer uit je brein' waarin het vooral gaat om het onthouden van wat je leest (en hoort) en dat vooral van non-fictie natuurlijk. Tigchelaar is bedenker van de 'UseClark' methode, 8 principes om beter informatie op te nemen en te onthouden.
Naast  de bekende tips (sneller lezen omdat je brein zich anders gaat vervelen, dingen die je wilt onthouden vertalen in beelden) toch ook twee eye-openers in dit boek. De eerste is: niet proberen te onthouden tijdens het lezen, en ook niet gaan schrijven tijdens het lezen! Werk liever in blokken, dwz een blok lezen en vervolgens proberen samen te vatten in eigen woorden, terugzoeken wat je niet meer weet en dan opschrijven.
De tweede is dat een overkoepelend inzicht in een onderwerp (of meerdere) ontstaat door het aan elkaar verbinden van elementen, waardoor iets nieuws ontstaat: het creatieve proces. Dan helpt het wel heel erg als je veel parate kennis hebt. Je leest vaak dat (jonge) mensen menen dat ze geen parate kennis meer nodig hebben, omdat ze immers alles op kunnen zoeken op internet. Maar opzoeken helpt in dit geval niet, omdat creativiteit meestal een plotseling en spontaan inzicht is.  (3,5/5)


het Resistentie-orkest
Verder in de jonge nederlandse schrijvers en schrijfsters: Alma Mathijsen met De grote goede dingen. Aardig boek maar niet iets wat me nu erg geraakt heeft, niet zoals Niña Weijers bijvoorbeeld, of Esther Gerritsen. Mila, een meisje van 17 gaat met Don, de oude vriend van haar overleden vader Just, op zoek naar zijn violofoon (een viool met een toeter eraan). Just was lid van een nogal anarchistisch strijkkwartet, maar is door zijn nogal ruige manier van leven jong gestorven. Don was ook lid van dat kwartet en neemt Mila mee op een roadtrip om haar vader alsnog te leren kennen. Mila blijft in mijn optiek een vage vlek, de vader leren we beter kennen dan zijn dochter. Een boek zonder body.
Alma Mathijsen deed voor dit boek onderzoek naar de oude vrienden van haar eveneens overleden vader Hub Mathijsen, die in de jaren zestig optrad met o.a. het Resistentie-orkest (lees dit goed). (3/5)

En de laatste is Jessica Grant met Come,thou tortoise. Voor de inhoud verwijs ik graag naar de bespreking van Anna. Maar het was inderdaad een ontzettend fijn boek, zo'n boek dat je niet vaak tegenkomt en waarvan je meer zou willen. Heldin Audrey Flowers heeft wat autistische trekjes en één daarvan is dat zij een erge control freak is, iets wat mij ehhhm, niet helemaal onbekend voorkomt. Dat zorgt voor de nodige, zoals Anna dat mooi beschreef, kluchtige situaties maar omdat het zo intelligent geschreven is wordt het toch nooit melig. Volgens mij ga je wel dingen missen als je dit boek in vertaling leest, want er zitten veel woordgrapjes in waarvan ik me afvraag hoe je daar in vertaling mee om zou moeten gaan. Een voorbeeld, en dit is ook nogal een belangrijk voorbeeld, ergens komt ter sprake dat een muis in het lab van vader Flowers zal worden euthanized maar Audrey maakt hiervan/verstaat/wil verstaan:  youthenized, wat op zich niet raar is omdat haar vader als wetenschapper op zoek is naar het tegengaan van veroudering. Zo'n grapje is niet te vertalen toch?  (4,5/5)

Wat staat er op dit moment in de bookseat? Omdat ik ook deze vakantie niet op pad ga, mocht ik mezelf trakteren op een stapeltje boeken. Eigenlijk wilde ik die allemaal tegelijk lezen maar ik heb me ingehouden, ik heb immers ook nog wat leeslijstjes en titels die in mijn hoofd staan te dringen.
Nu lees ik: De Toverberg van Thomas Mann (in kleine hapklare brokken, valt niet mee), Het gelijk van Heisenberg van Frans Pollux (een hoogst merkwaardig maar erg onderhoudend en prikkelend boek van het wensenlijstje) en The Creative License van Danny Gregory (past in een thema dat me al weer een tijdje bezig houdt over creativiteit en journaling, maar daarover volgende keer meer).
Met het boek van Paul van Tongeren (Leven is een kunst), dat mijn huiswerk is van dokter Booklove, wil het nog niet zo lukken. Dat wordt weer een lastig gesprek....