NL, 2016
In een grijs verleden heb ik wel eens iets van Arnon Grunberg gelezen, maar ik vond het niet goed genoeg om hem te blijven volgen. Nu hij met Moedervlekken één van de genomineerden voor de ECI Literatuurprijs is, werd het tijd om de kennismaking te hernieuwen.
Otto Kadoke (uit te spreken als Kadoké, maar iedereen noemt hem Kadóke en hij laat het maar zo) is een joodse psychiater bij de crisisdienst. Hij wordt verder simpelweg aangeduid als Kadoke.
Zijn moeder wordt 24 uur rond verzorgd door twee Nepalese meisjes, één voor de dag en één voor de nacht, maar nadat Kadoke één van hen heeft aangerand moet hij het alleen rooien.
Als Kadoke persoonlijk betrokken raakt bij één van zijn clienten, ziet hij een oplossing: hij laat Michette, de cliente, voor zijn moeder zorgen als alternatieve therapie.
Michette is geobsedeerd door sex, ze houdt een lijst bij van de mannen met wie ze sex gehad heeft. Het is haar manier van intimiteit. Ze snijdt zichzelf en drinkt schoonmaakmiddelen.
Kadoke gaat zelfs een keer mee als ze vanuit haar beroep als fotografe op klus gaat en weet dat ze sex zal hebben met de man die ze moet fotograferen, en ziet haar vanuit de straat met haar blote billen voor het raam.
En dit terwijl Kadoke intimiteit juist uit de weg gaat. Hij is getrouwd geweest met een vrouw die zich voor hem heeft laten bekeren tot het jodendom en heeft daarna vaak affaires gehad met co-assistentes maar doet dat niet meer, hij wil zijn emoties voor zichzelf houden. Zijn ex-vrouw is een trouw bezoeker van de synagoge geworden, terwijl Kadoke het juist heeft laten verslonzen.
Langzamerhand kunnen alle spelers zich verzoenen met hun nieuwe rol, met moeder gaat het beter, met Michette gaat het beter en Kadoke, ach die blijft Kadoke, een man die het allemaal al opgegeven lijkt te hebben.
En Grunberg en ik? Kunnen wij ons ook met elkaar verzoeken?
Ik zie best wel de literaire kwaliteiten van dit boek, het vernuftige spel dat hij speelt met identiteit. De joodse identiteit, moeder die eigenlijk vader is, de psychiater die de grenzen tussen zijn professionaliteteit en zijn privé-leven overtreedt, de ex-vrouw die juist joods wordt en blijft en daarvan een beter mens is geworden.
Maar het heeft allemaal iets treurigs en vaak ook iets viezigs, iets smoezeligs. De aanranding (en de manier waarop dit beschreven wordt), het feit dat Kadoke als hij zijn moedervlekken van zijn rug laat weghalen, ze in een doosje meeneemt en aan Michette geeft. De sex die Michette heeft en de manier waarop zij zich gedraagt. En het toppunt van wansmaak vond ik wel de wijze waarop Grunberg aan het eind de gaskamers erbij haalt in een totaal ongepaste situatie.
Het boek laat, bij mij althans, een tamelijk hopeloos gevoel achter:
"Je moet je niet voorbereiden op de dood, daarop kun je je niet voorbereiden, maar je moet je voorbereiden om verlaten te worden, dat is waar leven uiteindelijk op neerkomt. Meer niet. Je wordt verlaten, doe niet alsof je het niet wist. Doe niet alsof je ziende blind was. Het verlaten en het verlaten worden zijn het bestaansrecht van de intimiteit."
Met Grunberg en mij komt het niet meer goed.
Ik ben heel benieuwd hoe de jury van de ECI Literatuurprijs over dit boek denkt. De prijsuitreiking is morgenavond, 10 november, in Nieuwsuur.
Ongeacht de uitslag, de andere genomineerden ga ik ook nog lezen.
.