Oorspronkelijke titel: The end of your life book club
Ik las dit boek in de oorspronkelijke taal. De nederlandse vertaling verschijnt op 13 juni.
Stel, je moeder krijgt te horen dat ze een ongeneeslijke vorm van kanker heeft. In dit geval pancreaskanker. De kanker kan niet gestopt worden, maar wel vertraagd. Dat betekent: veel chemo, veel ziekenhuisbezoek. Dit is wat de moeder van Will overkomt. Beide hartstochtelijke lezers, besluiten ze, om al het wachten enigzins te veraangenamen, samen boeken te gaan lezen en bespreken: een leesclubje van twee personen.
Speciaal voor dit boek heb ik de halve ster/kat weer uit de kast gehaald; het was echt hinken op twee gedachten.
Het punt is, dat ik verwachtte dat dit boek vooral over boeken zou gaan. Dat viel nogal tegen. Er worden wel boeken besproken, maar vaak nogal oppervlakkig en vaak ook met een insteek 'tussen leven en dood'.
Veel meer gaat dit boek over het verloop van een vreselijke ziekte en het voorbereiden op de dood, waarbij boeken onbetwist een belangrijke leidraad kunnen zijn en een manier om met elkaar in gesprek te raken over de dood én het leven. Want Will heeft het daar regelmatig moeilijk mee; hoe kan hij zijn moeder zeggen dat hij haar dankbaar is voor alles wat zij hem heeft gegeven, zonder daarbij de suggestie te wekken dat hij haar al opgegeven heeft? Hoe kan hij spreken over de belangrijke dingen van het leven zonder daarbij de naderende dood krampachtig te vermijden? Want Mary Anne Schwalbe klampt zich nog aan het leven vast en probeert zo lang mogelijk alles te blijven doen zoals ze dat gewend was. En dat is veel, want deze vrouw heeft een groot deel van haar leven een belangrijke rol gespeeld in het vluchtelingenwerk, waarvoor ze onder meer regelmatig in Afghanistan was.
Dat brengt me gelijk op een ander punt dat ik wat minder vond: dat ze nogal opgehemeld wordt door haar zoon. Ze heeft ongetwijfeld belangrijk werk gedaan en zich daar met een tomeloze energie ingestort, maar Will laat geen kans onbenut om telkens weer te benadrukken wat een gewéldige vrouw zijn moeder was, waardoor ze in de ogen van de lezer zo'n beetje uitgroeit tot een heilige. Terwijl ze zelf zo nederig was over haar prestaties.
De kracht van dit boek zit voor mij vooral in de beschrijving van het balanceren tussen leven en dood; hoe ga je om met iemand die dood gaat en hoe verzoen je je met je eigen aankomende dood.
Ik was daar op dit moment niet naar op zoek. Had dit boek meer gegaan over de gelezen boeken en minder over ziekte, dan had ik het hoger gewaardeerd. Maar voor iemand die juist geïnteresseerd is in zo'n stervensproces is het beslist zeer de moeite waard.
Over boeken in de breedte; gelezen of te lezen. Gezien in de boekhandel, in de biep, in de krant. Over gehoord. Alles wat ik kwijt wil over boeken.
Harry Bingham - Fiona
Oorspronkelijke titel: Talking to the dead
(ik las dit boek in de oorspronkelijke taal)
Ik zag een aantal aanprijzingen van dit boek van de strekking: Fiona is de nieuwe Lisbeth Salander (voor wie het niet -meer- weet: de vrouwelijke hoofdpersonage uit de Millennium-trilogie van Stieg Larsson). Dat is jammer want Fiona McGriffiths heeft niets van Lisbeth en dergelijke aanprijzingen heeft dit boek ook helemaal niet nodig, want het heeft kwaliteiten genoeg van zichzelf.
Hoewel ook Fiona het eerste deel van een serie is, zal het denk ik niet zo'n hype worden als de Millennium-trilogie; dit is veel meer een spannende psychologische roman met een moord-onderzoek als kapstok en een hoofdpersonage die nogal van de standaard afwijkt.
Ik lees niet zoveel thrillers maar zo nu en dan heb ik er wel zin in, maar dat moet het ook wel iets bijzonders zijn. En dat was dit boek dan ook wel.
Het boek begint met de sollicitatie van Fiona McGriffiths, 26 jaar oud, bij de Politie van de engelse kustplaats Cardiff. Dat is handig want daardoor krijg je meteen wat brokjes informatie: dat ze met hoge cijfers in Cambridge is afgestudeerd als filosofe. Dat haar vader iets te maken heeft gehad met de politie. En dat ze twee jaar ziek is geweest, wat ze heeft gehad wil ze niet zeggen. Waarom ze voor een baan bij de politie opteert, wordt ook (nog) niet helemaal duidelijk.
Als junior Detective Constable (D.C.) wordt Fiona al snel betrokken in het onderzoek naar een dubbele moord, en ze gaat op een nogal onorthodoxe wijze aan de slag. Het moordonderzoek, dat gaandeweg steeds complexer wordt, is echter niet waar het om draait in dit boek. Veel meer gaat het om de eigenwijze en slimme Fiona, die zo haar eigen vragen te beantwoorden heeft. Pas nadat alle draadjes van de moordzaak netjes zijn afgehecht, komt de aap uit de mouw wat betreft de geheimzinnige ziekte. Maar daar blijft het niet bij, want dan komt er ook nog een andere persoonlijke openbaring, en vallen opeens een paar puzzelstukjes die ik eerder niet goed kon plaatsen op hun plek!
Het boek had voor mij drie belangrijke pluspunten;
die ziekte van Fiona speelt een grote rol door het boek heen, maar pas helemaal aan het eind wordt duidelijk wat voor soort ziekte het is. Voor mij was dat één van de grote aantrekkingskrachten in dit boek, omdat het Fiona en haar handelingen nogal bepaalt, waardoor je zelf wel voortdurend zit te gissen wat het dan was wat ze heeft gehad. Hier en daar worden wat speldeprikjes gegeven, maar niet voldoende om de vraag te kunnen beantwoorden. Verder komt ze gewoon uit een warm nest met vader, moeder en twee jongere zussen.
Hiërarchie en regels, daar is ze niet zo van en dat is het tweede pluspunt, dat ze tegen beter weten in toch steeds haar intuïtie volgt en in een groot onderzoek toch min of meer haar eigen gang gaat, waardoor ze allerlei verbanden gaat leggen die verder niemand ziet (of wil zien) maar ook soms wat al te onbedopt op haar doel af gaat en zichzelf daarmee in gevaar brengt. Ze komt hierdoor ook voortdurend met haar meerderen in conflict. Immers de Politie functioneert juist door regels en structuren. Ze is ook een beetje een vreemde eend in de bijt, ze is klein en tenger, rookt niet, drinkt niet, roddelt niet mee. Kleedt zich over het algemeen vrij stoer.
Het derde punt is de psychologische ontwikkeling van Fiona, en het feit dat zij zo'n innemende persoonlijkheid is doordat zij de lezer deelgenoot maakt van haar twijfels en angsten. Daardoor ga je als vanzelf met haar meeleven. Ze is sympathiek, denkt op een prettige manier wat langer na over wat ze tegenkomt en ze heeft een intelligente humor en zelfspot.
Het boek is scherp geschreven, ik weet niet hoe ik het anders moet zeggen. Scherp, intelligent, soms bijna cynisch. Het heeft ook een soort scherpe humor, die mij erg lag maar ik kan me voorstellen dat dat niet voor iedereen geldt. Ik las het wel in de oorspronkelijke taal, je moet altijd maar afwachten hoe zoiets vertaald wordt.
Voorbeeldje van de stijl, als ze weer eens buiten haar boekje is gegaan en haar baas haar in de auto belt:
Het begint eentonig te worden, mijn waardering:
(ik las dit boek in de oorspronkelijke taal)
Ik zag een aantal aanprijzingen van dit boek van de strekking: Fiona is de nieuwe Lisbeth Salander (voor wie het niet -meer- weet: de vrouwelijke hoofdpersonage uit de Millennium-trilogie van Stieg Larsson). Dat is jammer want Fiona McGriffiths heeft niets van Lisbeth en dergelijke aanprijzingen heeft dit boek ook helemaal niet nodig, want het heeft kwaliteiten genoeg van zichzelf.
Hoewel ook Fiona het eerste deel van een serie is, zal het denk ik niet zo'n hype worden als de Millennium-trilogie; dit is veel meer een spannende psychologische roman met een moord-onderzoek als kapstok en een hoofdpersonage die nogal van de standaard afwijkt.
Ik lees niet zoveel thrillers maar zo nu en dan heb ik er wel zin in, maar dat moet het ook wel iets bijzonders zijn. En dat was dit boek dan ook wel.
Het boek begint met de sollicitatie van Fiona McGriffiths, 26 jaar oud, bij de Politie van de engelse kustplaats Cardiff. Dat is handig want daardoor krijg je meteen wat brokjes informatie: dat ze met hoge cijfers in Cambridge is afgestudeerd als filosofe. Dat haar vader iets te maken heeft gehad met de politie. En dat ze twee jaar ziek is geweest, wat ze heeft gehad wil ze niet zeggen. Waarom ze voor een baan bij de politie opteert, wordt ook (nog) niet helemaal duidelijk.
Als junior Detective Constable (D.C.) wordt Fiona al snel betrokken in het onderzoek naar een dubbele moord, en ze gaat op een nogal onorthodoxe wijze aan de slag. Het moordonderzoek, dat gaandeweg steeds complexer wordt, is echter niet waar het om draait in dit boek. Veel meer gaat het om de eigenwijze en slimme Fiona, die zo haar eigen vragen te beantwoorden heeft. Pas nadat alle draadjes van de moordzaak netjes zijn afgehecht, komt de aap uit de mouw wat betreft de geheimzinnige ziekte. Maar daar blijft het niet bij, want dan komt er ook nog een andere persoonlijke openbaring, en vallen opeens een paar puzzelstukjes die ik eerder niet goed kon plaatsen op hun plek!
Het boek had voor mij drie belangrijke pluspunten;
die ziekte van Fiona speelt een grote rol door het boek heen, maar pas helemaal aan het eind wordt duidelijk wat voor soort ziekte het is. Voor mij was dat één van de grote aantrekkingskrachten in dit boek, omdat het Fiona en haar handelingen nogal bepaalt, waardoor je zelf wel voortdurend zit te gissen wat het dan was wat ze heeft gehad. Hier en daar worden wat speldeprikjes gegeven, maar niet voldoende om de vraag te kunnen beantwoorden. Verder komt ze gewoon uit een warm nest met vader, moeder en twee jongere zussen.
Hiërarchie en regels, daar is ze niet zo van en dat is het tweede pluspunt, dat ze tegen beter weten in toch steeds haar intuïtie volgt en in een groot onderzoek toch min of meer haar eigen gang gaat, waardoor ze allerlei verbanden gaat leggen die verder niemand ziet (of wil zien) maar ook soms wat al te onbedopt op haar doel af gaat en zichzelf daarmee in gevaar brengt. Ze komt hierdoor ook voortdurend met haar meerderen in conflict. Immers de Politie functioneert juist door regels en structuren. Ze is ook een beetje een vreemde eend in de bijt, ze is klein en tenger, rookt niet, drinkt niet, roddelt niet mee. Kleedt zich over het algemeen vrij stoer.
Het derde punt is de psychologische ontwikkeling van Fiona, en het feit dat zij zo'n innemende persoonlijkheid is doordat zij de lezer deelgenoot maakt van haar twijfels en angsten. Daardoor ga je als vanzelf met haar meeleven. Ze is sympathiek, denkt op een prettige manier wat langer na over wat ze tegenkomt en ze heeft een intelligente humor en zelfspot.
Het boek is scherp geschreven, ik weet niet hoe ik het anders moet zeggen. Scherp, intelligent, soms bijna cynisch. Het heeft ook een soort scherpe humor, die mij erg lag maar ik kan me voorstellen dat dat niet voor iedereen geldt. Ik las het wel in de oorspronkelijke taal, je moet altijd maar afwachten hoe zoiets vertaald wordt.
Voorbeeldje van de stijl, als ze weer eens buiten haar boekje is gegaan en haar baas haar in de auto belt:
"I'm thinking all this, driving in the slow lane with Radio 2 shoving a Britpop retrospective at me, when I get a call on my mobile. I make a mess of the hands-free systeem, and then I get it right, and when I do, Dennis Jackson's voice comes crashing out of the Peugeot's very capable sound system. "Fiona, what the fuck is going on?" Because of the almost surround-sound speakers, is sounds like the universe is asking me that question. God coming through in quadraphonic, bass booster set to full..."Ik vloog er doorheen, vond het een erg goed boek. Ik ga het volgende deel zeker weer lezen!
Het begint eentonig te worden, mijn waardering:
Saskia de Coster - Wij en ik
Een apart boek, dat ik deze maand voor de leesclub las. Zelf zou ik het waarschijnlijk nooit opgepakt hebben, maar dat is natuurlijk het leuke van een leesclub: dat je ook eens boeken leest die buiten je comfort zone vallen.
Dit is een boek zonder grote gebeurtenissen of grote gevoelens. Het gaat eigenlijk over het leven op de vierkante centimeter van Stefaan, zijn vrouw Mieke en hun dochter Sarah. Geen explosies of cruciale wendingen, maar meer een zachte implosie, een afsterven. Ben ik vaag? Ja ik denk het wel, maar dat is wat dit boek oproept. Is het dan een saai boek? Nee integendeel, het leest verrassend prettig, ik zou bijna zeggen als een page-turner.
Stefaan heeft zich na zijn studie geneeskunde op brutale wijze een hoge positie bij een farmaceutisch bedrijf verworven. Hij kiest voor status en het grote geld (!), hij heeft vooral zichzelf iets te bewijzen. Mieke trouwt met Stefaan om zich veilig te wanen.
Stefaan met zijn brandende ambitie en neurotische Mieke, die in tijden van stress de franje van haar perzische tapijten gaat kammen: daar kan niets goeds uit voortkomen. Maar toch komt er na jaren proberen een prachtige dochter ter wereld. Maar zoals Stefaan en Mieke beiden zijn geworden wat ze zijn door de ontkiemde zaden uit hun opvoeding, zo krijgt ook Sarah een behoorlijke tik mee van haar ouders en dreigt ze steeds meer te ontsporen.
In een interview met de schrijfster in BOEK van deze maand geeft zij aan dat haar roman moet worden gelezen als een bildungsroman.
Ik ben blijkbaar een dwarse lezer want zo las ik het niet, voor mij was het een boek over het instorten van een huwelijk en de invloed van je jeugd en je familie op je leven. Het is opgebouwd uit de steeds wisselende stemmen van Stefaan, Mieke en Sarah (de ik-ken) door de jaren heen maar er is nog een vierde stem: de Wij. Dat is de stem van buiten, die commentaar levert. Van mij had die niet gehoeven, ik vond het eerder storend dan dat het iets toevoegde.
Maar ondanks dat was dit een goed boek, niet in de laatste plaats door de Vlaamse taal waarin het is geschreven. Ja Vlaamse lezers, ik vind jullie taal gewoon rijker en zangerig, in vergelijking tot dat harde en zakelijke Nederlands!
Dit is een boek zonder grote gebeurtenissen of grote gevoelens. Het gaat eigenlijk over het leven op de vierkante centimeter van Stefaan, zijn vrouw Mieke en hun dochter Sarah. Geen explosies of cruciale wendingen, maar meer een zachte implosie, een afsterven. Ben ik vaag? Ja ik denk het wel, maar dat is wat dit boek oproept. Is het dan een saai boek? Nee integendeel, het leest verrassend prettig, ik zou bijna zeggen als een page-turner.
Stefaan heeft zich na zijn studie geneeskunde op brutale wijze een hoge positie bij een farmaceutisch bedrijf verworven. Hij kiest voor status en het grote geld (!), hij heeft vooral zichzelf iets te bewijzen. Mieke trouwt met Stefaan om zich veilig te wanen.
Stefaan met zijn brandende ambitie en neurotische Mieke, die in tijden van stress de franje van haar perzische tapijten gaat kammen: daar kan niets goeds uit voortkomen. Maar toch komt er na jaren proberen een prachtige dochter ter wereld. Maar zoals Stefaan en Mieke beiden zijn geworden wat ze zijn door de ontkiemde zaden uit hun opvoeding, zo krijgt ook Sarah een behoorlijke tik mee van haar ouders en dreigt ze steeds meer te ontsporen.
In een interview met de schrijfster in BOEK van deze maand geeft zij aan dat haar roman moet worden gelezen als een bildungsroman.
Ik ben blijkbaar een dwarse lezer want zo las ik het niet, voor mij was het een boek over het instorten van een huwelijk en de invloed van je jeugd en je familie op je leven. Het is opgebouwd uit de steeds wisselende stemmen van Stefaan, Mieke en Sarah (de ik-ken) door de jaren heen maar er is nog een vierde stem: de Wij. Dat is de stem van buiten, die commentaar levert. Van mij had die niet gehoeven, ik vond het eerder storend dan dat het iets toevoegde.
Maar ondanks dat was dit een goed boek, niet in de laatste plaats door de Vlaamse taal waarin het is geschreven. Ja Vlaamse lezers, ik vind jullie taal gewoon rijker en zangerig, in vergelijking tot dat harde en zakelijke Nederlands!
Plankje ongeregeld
Plankje "Aan het lezen" op mijn Kobo Glo |
Inmiddels staan hier maar liefst 14 boeken op/in en het is een raar allegaartje van fictie, memoires, non-fictie, nederlands, engels, klassiek, essays. Als iemand mij een maand geleden had verteld 14 boeken onder handen te hebben, zou ik hem/ haar voor gek verklaard hebben! Ik denk dat het komt omdat ik weinig anders doe dan lezen, en dus een beetje afwisseling in mijn leesstof wil?
Dit staat er momenteel op in verschillende stadia van 'gelezenheid' (is dit een woord?) (percentages zijn de percentages gelezen):
Saskia de Coster - Wij en ik (42%); deze Vlaamse roman lees ik voor de leesclub
Ton Lemaire - De val van Prometheus (25%); een filosofisch getint boek over één van mijn stokpaardjes, de keerzijden van de vooruitgang
Diane Athill - Stet (21%); memoires over haar leven als mede-eigenaar en editor van de engelse uitgeverij Andre Deutzsch (eng)
Delphine de Vigan - Niets weerstaat de nacht (11%); omdat Gerda er in DWDD zo enthousiast over was en haar smaak erg overeenkomt met die van mij
Sylvia Tennenbaum - De Wertheims (0%); omdat het hele boekhandelaarspanel in DWDD er zo enthousiast over was
Susan Maushart - The winter of our disconnect (9%); over een gezin dat een halfjaar compleet offline gaat (eng)
Marcel Proust - Days of reading (43%); overpeinzingen van Marcel Proust over lezen, omdat ik zin had in iets 'boekerigs' (eng)
Anne Fadiman - At large and at small (17%); omdat ik iets persoonlijks wilde (eng)
Betje Wolff en Aagje Deken - Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart (3%); omdat ik dit boek al heel lang wil lezen en je er eens een keer aan moet beginnen
Henry David Thoreau - Walden (3%); het oerboek van mijn favoriete genre over autarkisch leven (eng)
Tim Birkhead - De zintuigen van vogels (16%); omdat ik een groot vogel liefhebber ben en Birkhead heeft ontdekt dat er veel meer in die koppies omgaat dan we dachten
Kate Atkinson - Life after life (14%); mijn eerste Atkinson, het thema ( een leven steeds opnieuw leven) spreekt me aan (eng)
Emily Carr - Hundreds and thousands: the journals of Emily Carr (9%); over deze dagboeken van een amerikaanse schilderes las ik een prachtige bespreking op een engelstalige blog waardoor ik erg enthousiast raakte (eng)
Harry Bingham - Talking to the dead (11%); ik ben niet zo'n liefhebber van 'het spannende boek' maar zo af en toe vind ik het wel lekker om er één weg te happen. Deze (vertaald als Fiona) schijnt fantastisch te zijn en iets weg te hebben van Stieg Larsson. Tot nu toe erg veelbelovend. (eng)
Gek, of gewoon last van een onschuldige ( tijdelijke) afwijking?
David Michie - The Dalai Lama's cat (De kat van de Dalai Lama)
Dit was nu echt het juiste boek op het juiste moment; het was hartverwarmend, troostrijk en het had humor, perfect om de eigen sores even te vergeten.
De verteller van dit verhaal is een kat, en niet zo maar één, maar de kat van de Dalai Lama, genaamd HHC (His Holiness`s Cat) ook wel Snow Lion, Bodhicatva, Rinpoche (precious) en The Most Beautiful Creature That Ever Lived. HHC is een Himayalan cat oftewel een Colorpoint Pers, dus mooi is ze zeker.
Vanuit haar riante positie in het huishouden van de Dalai Lama in het kloostercomplex Jokhang in Dharamsala, vertelt HHC over de gesprekken die de DL voert met zijn, vaak beroemde, gasten, of met zijn personeel. Gesprekken die meestal gaan over het Tibetaans Boeddhisme. Op deze manier krijgt de lezer een aantal wijze lessen over het boeddhistische gedachtengoed. Dat klinkt belerend maar is het niet want het wordt op een speelse, lichtvoetige manier gebracht. HHC probeert alles toe te passen op zichzelf en doet dat met de nodige humor.
Het mooie van dit boek is dat de kat, hoewel verteller, toch kat blijft en niet een mens in een kattenlijf. Iedereen die zelf katten heeft herkent zijn eigen kat in het gedrag van HHC. Ook de Dalai Lama wordt op een respectvolle maar warm-menselijke manier beschreven als de goedlachse, vriendelijke en wijze man met een groot hart, kortom de man zoals we die kennen van de (tv-)beelden. Een man die soms uit de koelkast van de kok snoept en die zijn kat op het voeteneinde van zijn bed laat slapen.
Een boek dat niet moet worden beoordeeld op zijn literaire kwaliteiten ( hoewel beslist goed geschreven) maar op zijn inhoud en de wijze waarop die inhoud zijn vorm heeft gekregen. Ik vond het echt spijtig toen ik dit boek uit had, het had wat mij betreft nog wel even door mogen gaan. Aanrader voor elke kattenliefhebber, geïnteresseerde in het Boeddhisme of fan van de Dalai Lama.
Naschrift 22 mei 2014: van dit boek is zojuist de Nederlandse vertaling verschenen bij The House of Books onder de titel De kat van de Dalai Lama
De verteller van dit verhaal is een kat, en niet zo maar één, maar de kat van de Dalai Lama, genaamd HHC (His Holiness`s Cat) ook wel Snow Lion, Bodhicatva, Rinpoche (precious) en The Most Beautiful Creature That Ever Lived. HHC is een Himayalan cat oftewel een Colorpoint Pers, dus mooi is ze zeker.
Vanuit haar riante positie in het huishouden van de Dalai Lama in het kloostercomplex Jokhang in Dharamsala, vertelt HHC over de gesprekken die de DL voert met zijn, vaak beroemde, gasten, of met zijn personeel. Gesprekken die meestal gaan over het Tibetaans Boeddhisme. Op deze manier krijgt de lezer een aantal wijze lessen over het boeddhistische gedachtengoed. Dat klinkt belerend maar is het niet want het wordt op een speelse, lichtvoetige manier gebracht. HHC probeert alles toe te passen op zichzelf en doet dat met de nodige humor.
Het mooie van dit boek is dat de kat, hoewel verteller, toch kat blijft en niet een mens in een kattenlijf. Iedereen die zelf katten heeft herkent zijn eigen kat in het gedrag van HHC. Ook de Dalai Lama wordt op een respectvolle maar warm-menselijke manier beschreven als de goedlachse, vriendelijke en wijze man met een groot hart, kortom de man zoals we die kennen van de (tv-)beelden. Een man die soms uit de koelkast van de kok snoept en die zijn kat op het voeteneinde van zijn bed laat slapen.
Een boek dat niet moet worden beoordeeld op zijn literaire kwaliteiten ( hoewel beslist goed geschreven) maar op zijn inhoud en de wijze waarop die inhoud zijn vorm heeft gekregen. Ik vond het echt spijtig toen ik dit boek uit had, het had wat mij betreft nog wel even door mogen gaan. Aanrader voor elke kattenliefhebber, geïnteresseerde in het Boeddhisme of fan van de Dalai Lama.
Naschrift 22 mei 2014: van dit boek is zojuist de Nederlandse vertaling verschenen bij The House of Books onder de titel De kat van de Dalai Lama
Lezen in tijden van ziekte
Ik ben er weer! Dankzij de verplichte rust waardoor ik af en toe weer wat kan zitten, en de opnieuw leven ingeblazen Blogger-app op de tablet, kan ik eindelijk weer in stukjes en beetjes mijn gedachten in een blogpost kwijt.
En gedachten, daar had ik er veel van.
Daarbij heb ik veel liggen denken over de rol van lezen in mijn leven, hoe groot die is. Natuurlijk zijn er tijden dat je minder leest, omdat het leven, groot of klein, aan je trekt. Je geliefde, je familie, je vrienden, je werk, huis en tuin, het nieuws in de wereld; alles vraagt je aandacht. Die aandacht van de buitenwereld wordt gecompenseerd door het lezen; daardoor kun je je terugtrekken in de binnenwereld, en reflecteren op alles wat je 'daarbuiten' hebt ervaren. Dit zorgt in mijn geval voor evenwicht, omdat die buitenwereld vaak erg heftig bij me binnenkomt en het dan belangrijk is dat ik de deur dicht kan gooien. Lezen is zo een integraal onderdeel van mijn leven geworden. En hoe meer de buitenwereld aan mij trekt, hoe meer behoefte ik aan lezen heb.
Dat dit alles zo werkt realiseerde ik me pas toen dit hele bouwsel een beetje omviel; doordat ik opeens aan huis gekluisterd was, was er tijdelijk weinig 'buiten' meer. En, hoewel het lezen ook fysiek lastig was, kreeg mijn leesgedrag een heel andere motivator; niet het compenseren van en reflecteren op,maar het juist binnenbrengen van die buitenwereld. Het zal daarom zijn, dat ik heel veel kranten en tijdschriften heb gelezen en veel nieuwsprogramma's heb liggen kijken op de tablet.
Natuurlijk heb ik ook nog wel een boek gelezen. Eentje waar ik al ver in was gevorderd heb ik uitgelezen: The Dalai Lama's cat van David Michie. Daarvan is het me ook nog gelukt een soort van bespreking in elkaar te flansen, dus die komt snel hierna. Ik kan alvast wel zeggen dat het een topboek was!
Maar toen moest ik iets nieuws kiezen....en dat viel niet mee. Ik kon geen aantekeningen maken, dus het moest niet te complex zijn allemaal. En het moest een beetje troost brengen. Het liefst iets persoonlijks. Dus Sjaco van Connie Braam, waar ik al eerder in was begonnen, ging weer terug op de stapel want daar kon ik me niet op concentreren. Verkeerde boek op het verkeerde moment, denk ik (sorry Bettina; maar hij gaat zeker een keer in de herhaling).
Het liefst las ik op de reader, en ik had op een gegeven moment wel 15 boeken op mijn digitale plankje 'aan het lezen' maar het beklijfde allemaal niet. Uiteindelijk bleef ik hangen bij Marja Pruis - Kus me, straf me. En bij het biepboek Noordtij van Geert van der Kolk, over een nederlandse noordpoolexpeditie.
Kus me, straf me van Marja Pruis is een bundel essays en verhalen die grotendeels gaan over de relatie tussen literatuur en vrouwen. Wat mij het meest aantrok was vooral dat Pruis op een zeer persoonlijke wijze haar voor-en afkeuren prijsgeeft met een goede onderbouwing waarom wel of niet. Haar stijl is heel soepel en prettig. Ze schrijft over vrouwelijke auteurs van nu en toen, over of er zoiets bestaat als een vrouwelijke schrijfstijl en over het probleem dat je als schrijver overal en altijd inspiratie oppikt, zelfs als dat betekent dat je dingen moet prijsgeven over je eigen vrienden en familie, die daar vaak niet op zitten te wachten.
De verhalen die de essays aan elkaar knopen hadden voor mij niet gehoeven, maar ze waren wel goed en intrigerend genoeg om ze niet over te slaan.En toch weer wat titels aan m'n lijstje toegevoegd... (waardering 4/5).
Noordtij van Geert van der Kolk is een roman over een nederlandse noordpoolexpeditie die is gebaseerd op de wetenschappelijke expeditie die plaatsvondt in het kader van het Internationele Pooljaar in 1882.
Ik vond het een enorm boeiend, spannend en bij tijden ook gruwelijk verhaal. Boeiend, omdat je een heel goed beeld krijgt van hoe zo'n expeditie verliep, spannend omdat er van alles misgaat (het schip komt vast te zitten in het ijs) en gruwelijk, omdat er overleefd moet worden en het daarbij niet zachtzinnig aan toe gaat. Je moet soms wel een sterke maag hebben. Boeiend vond ik ook hoe zo'n groep mensen, wanneer die op elkaar aangewezen raken om te overleven, daarmee omgaat. Een soort micro-samenleving-in-crisis. Erg goed geschreven page-turner. Waardering 4/5.
Ik ontdekte dit boek overigens dankzij de site Historische romans, een fijne site om lekker te browsen!
Nu weer even zoeken naar het/de volgende boek(en).
En gedachten, daar had ik er veel van.
Daarbij heb ik veel liggen denken over de rol van lezen in mijn leven, hoe groot die is. Natuurlijk zijn er tijden dat je minder leest, omdat het leven, groot of klein, aan je trekt. Je geliefde, je familie, je vrienden, je werk, huis en tuin, het nieuws in de wereld; alles vraagt je aandacht. Die aandacht van de buitenwereld wordt gecompenseerd door het lezen; daardoor kun je je terugtrekken in de binnenwereld, en reflecteren op alles wat je 'daarbuiten' hebt ervaren. Dit zorgt in mijn geval voor evenwicht, omdat die buitenwereld vaak erg heftig bij me binnenkomt en het dan belangrijk is dat ik de deur dicht kan gooien. Lezen is zo een integraal onderdeel van mijn leven geworden. En hoe meer de buitenwereld aan mij trekt, hoe meer behoefte ik aan lezen heb.
Dat dit alles zo werkt realiseerde ik me pas toen dit hele bouwsel een beetje omviel; doordat ik opeens aan huis gekluisterd was, was er tijdelijk weinig 'buiten' meer. En, hoewel het lezen ook fysiek lastig was, kreeg mijn leesgedrag een heel andere motivator; niet het compenseren van en reflecteren op,maar het juist binnenbrengen van die buitenwereld. Het zal daarom zijn, dat ik heel veel kranten en tijdschriften heb gelezen en veel nieuwsprogramma's heb liggen kijken op de tablet.
Natuurlijk heb ik ook nog wel een boek gelezen. Eentje waar ik al ver in was gevorderd heb ik uitgelezen: The Dalai Lama's cat van David Michie. Daarvan is het me ook nog gelukt een soort van bespreking in elkaar te flansen, dus die komt snel hierna. Ik kan alvast wel zeggen dat het een topboek was!
Maar toen moest ik iets nieuws kiezen....en dat viel niet mee. Ik kon geen aantekeningen maken, dus het moest niet te complex zijn allemaal. En het moest een beetje troost brengen. Het liefst iets persoonlijks. Dus Sjaco van Connie Braam, waar ik al eerder in was begonnen, ging weer terug op de stapel want daar kon ik me niet op concentreren. Verkeerde boek op het verkeerde moment, denk ik (sorry Bettina; maar hij gaat zeker een keer in de herhaling).
Het liefst las ik op de reader, en ik had op een gegeven moment wel 15 boeken op mijn digitale plankje 'aan het lezen' maar het beklijfde allemaal niet. Uiteindelijk bleef ik hangen bij Marja Pruis - Kus me, straf me. En bij het biepboek Noordtij van Geert van der Kolk, over een nederlandse noordpoolexpeditie.
Kus me, straf me van Marja Pruis is een bundel essays en verhalen die grotendeels gaan over de relatie tussen literatuur en vrouwen. Wat mij het meest aantrok was vooral dat Pruis op een zeer persoonlijke wijze haar voor-en afkeuren prijsgeeft met een goede onderbouwing waarom wel of niet. Haar stijl is heel soepel en prettig. Ze schrijft over vrouwelijke auteurs van nu en toen, over of er zoiets bestaat als een vrouwelijke schrijfstijl en over het probleem dat je als schrijver overal en altijd inspiratie oppikt, zelfs als dat betekent dat je dingen moet prijsgeven over je eigen vrienden en familie, die daar vaak niet op zitten te wachten.
De verhalen die de essays aan elkaar knopen hadden voor mij niet gehoeven, maar ze waren wel goed en intrigerend genoeg om ze niet over te slaan.En toch weer wat titels aan m'n lijstje toegevoegd... (waardering 4/5).
Noordtij van Geert van der Kolk is een roman over een nederlandse noordpoolexpeditie die is gebaseerd op de wetenschappelijke expeditie die plaatsvondt in het kader van het Internationele Pooljaar in 1882.
Ik vond het een enorm boeiend, spannend en bij tijden ook gruwelijk verhaal. Boeiend, omdat je een heel goed beeld krijgt van hoe zo'n expeditie verliep, spannend omdat er van alles misgaat (het schip komt vast te zitten in het ijs) en gruwelijk, omdat er overleefd moet worden en het daarbij niet zachtzinnig aan toe gaat. Je moet soms wel een sterke maag hebben. Boeiend vond ik ook hoe zo'n groep mensen, wanneer die op elkaar aangewezen raken om te overleven, daarmee omgaat. Een soort micro-samenleving-in-crisis. Erg goed geschreven page-turner. Waardering 4/5.
Ik ontdekte dit boek overigens dankzij de site Historische romans, een fijne site om lekker te browsen!
Nu weer even zoeken naar het/de volgende boek(en).
Abonneren op:
Posts (Atom)