Een tijdje geleden stond er een artikel van de engelse journaliste en schrijfster Rachel Cook in de Guardian over zgn. bibliomemoires, naar aanleiding van het boek The Shelf: Adventures in extreme reading van Phyllis Rose (“The woman who went to the library and read every book on the shelf”).
In een soort paniek-aanval realiseert Phyllis zich plots dat er nog zoveel onbekende auteurs en onbekende boeken zijn, en daarom maakt ze een plan: het lezen van een hele plank fictie uit de bibliotheek. Ze heeft er wel bepaalde voorwaarden bij: het moet een mix zijn van recente en oudere werken en er moet een klassieker bij zitten die ze altijd al had willen lezen. Na 200 planken vindt ze wat ze wil: de plank van LEQ tot LES. Ze schrijft er vervolgens een boek over waarbij aan elk gelezen boek een essay wordt gewijd, maar het ook gaat om boekgerelateerde dingen zoals de plaats die vrouwen innemen in de literaire cultuur, de toekomst van bibliotheken en het lezen zelf.
En dit wordt de aanleiding voor genoemd artikel, waarin wordt gesteld dat er de afgelopen tijd veel van dit soort bibliomemoires zijn verschenen. Genoemd worden o.a. Rebecca Mead’s ‘My life in Middlemarch’, Samantha Ellis’s ‘How to be a heroine’ en Andy Miller’s ‘The year of reading dangerously’ . Al die bibliomemoires zouden suggereren dat er een grote honger voor boeken bestaat, maar tegelijkertijd is een hele scene ontstaan waarbij men wel óver boeken praat, maar ze nauwelijks leest; literaire festivals, schrijvers op pop-festivals, blogs, discussies over boeken op Twitter en Facebook.
“Talking about books, Rose Agrees, is not at all the same as reading them; in any festival crowd, much of the audience, if not most, will not have read the book that is being discussed and have no intention of doing so in the future.”
Voor de reviewer van The Shelf was dit zelfs aanleiding voor de uitspraak “As the number of people who read declines, those who continue to treasure books have become rather proud of themselves, even a littel over-identified with the enterprise”.
Waar Cook vervolgens aan toevoegt:
“If they love it so much, why do they feel the need to go on about loving it? How do they even find the time? Why isn’t their nose already deep in their next book?....If you are a reader, wouldn’t you rather be reading Moby-Dick than reading a book about a stranger who is reading Moby-Dick – and if you aren’t, why would you pick up a book about reading in the first place? These books, however endearing, funny and insightful, strike me as just another form of taling about books rather than actually reading them. Go to the text! I want to shout, bossily.”
Nu heb ik toevallig net het boek van Andy Miller 'The year of reading dangerously' gelezen, en ben ik ook nog eens gek op zulke bibliomemoires. Waarom? Omdat ik als boekenliefhebber niets leuker vind dan ‘bezig zijn’ met boeken, waaronder het praten over boeken. En het lezen van zo’n boek is een soort virtueel praten over boeken. Net zoals een voetballiefhebber het liefst de hele dag met voetbal bezig wil zijn. Het zet mij ook altijd weer aan tot lezen, na zo'n boek is mijn wensenlijstje gegarandeerd weer een stukje langer geworden.
Miller zelf, die paradoxaal genoeg zijn boek promoot op literaire festivals, is het totaal oneens met wat er over bibliomemoires wordt gezegd:
“This is a time when reading feels weirdly aspirational. On one level, it has never been more popular: Twitter and festivals and all that. But on another, sitting there, reading on your own and then thinking about it for a bit, feels increasingly like a difficult thing to pull off.”
Zelf vond ik het boek van Andy Miller erg leuk én nuttig, hoewel weer erg gericht op Amerikaanse fictie. Dankzij Miller en zijn ’50 bladzijden’ is het mij eindelijk gelukt Middlemarch met plezier te lezen. Ook raakte ik door Miller doordrongen van de urgentie van het lezen van je eigen boekenbezit:
“These books became the focus of a need to do something. They were a reproach – wasted money, squandered time, muddled priorities. I shall make a list, I thought. It will name the books I am most ashamed not to have read – difficult ones, classics, a few outstanding entries in the deceitful Miller library – and then I shall read them.”
Als Miller het plan heeft opgevat Tolstoj’s Oorlog en Vrede te gaan lezen, krijgt hij van zijn vrouw, die veel meer belezen is dan hij, een leesplan, dat eigenlijk op elk dik/complex/klassiek boek van toepassing kan zijn:
o read fifty pages a day
o utilise the list of principal characters at the front
o pay atttention! Soon you’ll discover that Tolstoy is doing the heavy lifting for you
o don’t fret if you are not enjoying the Peace, there will be a bit of War along shortly
o when you get to the end, read it again.
Goed, nu maar weer eens gewoon een boek lezen!
P.S.: het boek van Phyllis Rose lijkt me ook wel weer erg leuk....