

Het viel me opeens op dat ik de laatste tijd nogal wat boeken over eenzame mannen en vrouwen heb gelezen; dat begon met De huilende molenaar van Arto Paasilinna (gelezen in de pré-Boekhappen tijd) en kwam via the Road, Room, De Wand, Boven is het stil en Julius Winsome uiteindelijk uit bij Pan van Knut Hamsun. Blijkbaar heb ik onbewust erg thematisch gelezen.
Pan (1894) van de Noorse schrijver Knut Hamsun (1859-1952) is eigenlijk, met zijn 108 pagina's, een novelle. Toch heb ik er relatief lang over gedaan om het te lezen, omdat het zo poëtisch is geschreven. Dat komt alleen tot zijn recht bij 'slow reading'. Dan kom je in een soort van trance waarin het goed toeven is. Ik las het in een Engelse vertaling, want dankzij de ereader en Gutenberg zijn dit soort klassiekers nu heel toegankelijk geworden. Ik ga steeds meer van mijn ereader houden!
Hamsun kan lyrisch schrijven over de (Noorse) natuur, vooral de bergen en de kustlijn. Veel van zijn boeken gaan over de natuur en mensen (mannen) die een sterke band met de natuur hebben. In Pan is het niet anders. We lezen het dagboek van de protagonist, luitenant Thomas Glahn. Hij heeft een boshut gehuurd aan de rand van een vissersdorp, tussen de kust en de bergen. Hij leeft alleen met zijn hond Aesopus en voelt zich het gelukkigst al zwervend in het bos. Hij jaagt, maar schiet alleen wat hij nodig heeft om te eten.
Glahn is sociaal niet erg handig. Tegen wil en dank wordt hij verliefd op een koopmansdochter uit het vissersdorp, Edwarda. Helaas voor Glahn is Edwarda een nogal wispelturig wicht, dat speelt met de gevoelens van Glahn. Die is echter zo onzeker in de liefde, dat hij hier niet tegen bestand is. Als hij een paar onhandige dingen heeft gedaan en gezegd in gezelschap, begint Edwarda hem te bespotten. Glahn vlucht in de armen van de eenvoudige, lieve Eva, de dochter van de smit. Ook heeft hij twee (sexuele?) encounters met het herdersmeisje Henriette, maar het wordt niet duidelijk of dit echt gebeurd is of alleen in het hoofd van Glahn. Want hij droomt nog wel eens wat, vooral over Iselin. Iselin is een mythische figuur en is afkomstig van het Gaelische Aisling: droom of visioen. Glahn, de natuurmens, wil steeds terug naar de natuur, maar kan ook niet zonder liefde en daarom wordt hij toch ook naar de mensen getrokken. De titel wijst natuurlijk al op dit innerlijke gevecht: Pan, de god van o.a. het woud en het dierlijk instinct, half mens en half beest. Pan staat ook bekend als een zeer zinnelijke god, die nogal eens wordt afgebeeld in erotische poses. Hij is ook patroon van de herders, en die zin wordt er een relatie gelegd met het herdersmeisje. Mooie vondst van Hamsun.
Het boek wordt afgesloten met een wat afwijkende epiloog, die vreemd aandoet omdat hij is geschreven door een onbekende persoon die een heel andere Glahn beschrijft. In deze epiloog komen we te weten wat er van Glahn terecht is gekomen nadat hij teruggekeerd is naar de bewoonde wereld.
Ondanks dat dit boek zo'n 120(!) jaar geleden geschreven is, doet het door de stijl en thematiek verrassend modern aan. Ik vond het een plezierig en mooi dromerig boek, mits langzaam gesavoureerd.