Over boeken in de breedte; gelezen of te lezen. Gezien in de boekhandel, in de biep, in de krant. Over gehoord. Alles wat ik kwijt wil over boeken.
Katherine Pancol - De gele ogen van de krokodillen
Regelmatig loop ik even de boekhandel in om te kijken wat daar zoal aan nieuwe boeken op de tafels ligt. Ik zag een enorm dik boek liggen getiteld: De trage wals van de schildpadden.
Op basis van de achterflap leek het me wel wat, het ging over een Franse vrouw en haar gemodder met/in het leven. Maar toen zag ik dat het een tweede deel in een trilogie was.
De gele ogen van de krokodillen bleek het eerste deel te zijn. Ook een enorm dikke pil, maar daar houd ik wel van. Ik had nog nooit van schrijfster of boek gehoord, terwijl ik toch alles wat nieuw verschijnt goed bijhoud. Deze is me ontglipt, ik vermoed dat er door de pers weinig aandacht aan gegeven is.
Ik ben er snel in begonnen maar merkte al gauw dat dit boek een speciale aanpak vergt; ik had tegelijk met de Krokodillen ook De Weldoener van P.F.Thomése nog onderhanden, voor de leesclub. Dat is een stevig, erg literair boek waarbij ik heel aandachtig moest lezen en veel aantekeningen maakte.
Dat werkt dus niet bij De gele ogen van de krokodillen. Ook moet je het tussendoor niet te lang wegleggen.
Tactiek: ik heb eerst de Weldoener uitgelezen en ben toen verder gegaan met de Krokodillen en heb daar verder niets meer naast gelezen. Geen aantekeningen gemaakt en in een flinke vaart doorgelezen en toen vloog ik er doorheen.
Waar gaat het over?
Het boek draait om Josephine Cortes, een lieve, veel te goede vrouw die zich van alles aan laat praten en alles maar gelaten over zich heen laat komen. Ze heeft gestudeerd en haar specialiteit is de vrouw in de 12e eeuw, waarover ze een proefschrift schrijft.
In het begin van het boek zijn we getuige van de breuk in haar huwelijk met Antoine. Ooit met een goed betaalde baan met veel prestige, is hij nu al een tijdje werkeloos en heeft een andere vriendin, Mylène, met wie hij een nieuw leven wil beginnen.
Josephine woont in een buitenwijk van Parijs, in een goedkoop flatje. Ooit was de ambitie om in Parijs te gaan wonen, maar daar is het tot nu toe niet van gekomen.
Als Antoine haar verlaat komt ze in acute geldnood. Ze gaat vertaalwerk doen om het hoofd boven water te houden en haar twee dochters alles te kunnen blijven geven wat ze gewend waren. Vooral de oudste dochter, Hortense, is nogal veeleisend; die kijkt op haar moeder neer want dat is een sloofje waar ze niet mee voor de dag kan komen. Hortense is uitsluitend gericht op geld, dure kleren en er mooi uitzien.
Ze vindt een medestander in haar tante Iris, de zuster van Josephine, die getrouwd is met de advocaat Philip Dupin. De mooie Iris, die ooit regisseur wilde worden maar haar carrière en haar liefde voor medestudent Gabor in de kiem heeft gesmoord door haar plotselinge huwelijk met Philip.
Iris verveelt zich en tijdens een deftig etentje met flink wat drank op laat ze zich tegen een uitgever ontvallen dat ze een boek aan het schrijven is…..over een vrouw in de 12e eeuw.
Als de mensen om haar heen gaan vragen ‘hoe het staat met het boek’ kan ze er niet meer omheen. Ze bedenkt een plan en doet Josephine een voorstel: Josephine schrijft het boek en ontvangt het voorschot (100.000) en Iris verbindt haar naam er aan en gaat na publicatie de promotietoer doen. Josephine zwicht voor zoveel geld, want inmiddels is haar ex vertrokken naar Afrika om daar van de bank geleend geld te investeren in een krokodillenfarm. Een schuld waarvoor Josephine opdraait, want de twee zijn nog steeds officieel getrouwd.
Om dit verhaal heen cirkelen nog flink wat andere mensen: de moeder van Josephine en Iris, Henriette. Die is na de plotselinge dood van haar eerste man (de vader van haar dochters) getrouwd met de rijke meubelhandelaar Marcel. Die heeft op zijn beurt een minnares, Josiane (‘duifje’). Het andere(ex-)vriendje van Josiane. De rechterhand van Marcel, René, en zijn vrouw.
Dan hebben we nog wat buren: het vriendje van de jongste dochter, Max en zijn alleenstaande moeder en de eveneens alleenstaande Shirley en haar zoon Gary. Die laatste twee blijken een wat merkwaardige relatie met het britse koningshuis te hebben.
En tenslotte....de houtje-touwtje man.
Wat vond ik ervan?
Zoals gezegd moest ik even de juiste manier van lezen vinden. Het is een soepel, bijna filmisch geschreven roman (de Amerikaanse ‘writing classes’ van Pancol hebben in dit boek wel hun invloed achtergelaten). Het verhaal is een soort moderne zedenschets over een vrouw op het keerpunt van haar leven en de mensen om haar heen. De boodschap, zo die er in zit, is wellicht dat je niet in je ellende moet blijven hangen, maar er wat van proberen te maken en voor jezelf op te komen. En vooral geen compromissen doen maar trouw blijven aan je eigen idealen.
De discussie over echte literatuur of niet ga ik niet aan, dat mag ieder voor zich bepalen. Voor mij was het een heerlijk weglezend boek dat vooral in de tweede helft in een stroomversnelling komt met heel veel ontwikkelingen en gebeurtenissen die hun basis hebben in het ‘kennismakingsgedeelte’ van de eerste helft (die daardoor wat trager leest). In de tweede helft ging ik erg in het verhaal mee, zo begon ik me immens te ergeren aan de houding van dochter Hortense ten opzichte van haar moeder. Dan dacht ik: Mens kom op nou, laat niet zo over je lopen, geef die meid eens een keer goed repliek!
Het is me zo goed bevallen, dat ik eigenlijk wel meteen na het dichtslaan van het boek met het volgende deel verder wilde. Ik schat zo in dat dit echt het ideale leesvoer voor de (zomer-)vakantie is. Zodat je beide delen lekker achter elkaar door kunt uitlezen!
En dan dit nog
De gele ogen van de krokodillen is het eerste boek van een trilogie, waarvan de volgende delen zijn:
De trage wals van de schildpadden
De eekhoorns van Central Park huilen op maandag (verschijnt september 2012)
Katherine Pancol (Casablanca, 1949) is een Franse schrijfster. Ze is gescheiden en heeft twee (volwassen) kinderen. Voordat ze ging schrijven was ze lerares Frans en Latijn en journaliste.
Ze heeft ook een tijdje in New York gewoond maar woont nu weer in Parijs.
Voordat De gele ogen van de krokodillen verscheen had ze al een aanzienlijke lijst romans op haar naam staan, maar met de Krokodillen brak ze pas echt door.
Het boek is een enorm succes geweest in Frankrijk, waar meer dan een miljoen exemplaren verkocht werden. Het won in 2006 de "Prix de Maison de la Presse en is inmiddels in vele talen vertaald.
De in het Nederlandse vertaalde eerste twee delen zijn (nog) niet echt doorgebroken in Nederland wat jammer en naar mijn mening onterecht is.
Boekgegevens:
Uitgeverij Manteau, 2011, 592 blz.
Met dank aan de uitgeverij, die op verzoek een recensie-exemplaar beschikbaar heeft gesteld.
Noot van de uitgever: inmiddels begint de verkoop van zowel deel 1 als 2 gestaag te lopen, dus het lijkt er op dat de Nederlandse (en Belgische) lezer Pancol gevonden heeft.
Kij Johnson - The Fox Woman
Wat een buitengewoon, bijzonder boek was dit!
Een bijzonder verhaal, buitengewoon wat betreft de setting, de sfeer, de poëzie en de betovering.
Toen ik dit boek zat te lezen, zat ik me te bedenken dat als je van lezen houdt maar niet in het Engels wilt of kunt lezen, je dan toch wel veel moet missen. Dit boek bijvoorbeeld, want het is niet in het Nederlands vertaald.
Waar gaat het over?
Het verhaal is gebaseerd op oude Japanse folklore waarin de geesten van vossen zich in een menselijke gedaante tonen. Soms een man, maar vaker een prachtige vrouw. Dit is gebaseerd op de Japanse godin Inari die soms de gedaante van een vos aanneemt, en de vossen als haar boodschappers gebruikt. Kij Johnson heeft deze mythe vormgegeven door het gebruik van zgn. 'shapeshifters': dieren die in mensen kunnen veranderen, of andersom. Dat klinkt redelijk kinderachtig; kun je daar een aannemelijk verhaal van maken? Ja, dat kan!
Dat aannemelijke verhaal speelt in het 12e eeuwse Japan, de Heian-periode. Dit was de laatste periode uit de klassieke geschiedenis van Japan, een periode waarin de Samoerai-cultuur tot grote bloei kwam.
Kaya no Yoshifuji is er niet in geslaagd zijn hoge ambtelijke positie te behouden en hij besluit "the capital" (wordt niet benoemd maar hier is bedoeld Heian-kyo, de hoofdstad van Japan in de Heian-periode. Tegenwoordig bekend als Kyoto) te verlaten en met zijn vrouw Shikujo en zoon Tadamaro (8 jaar) naar zijn buitenhuis te gaan. Dit buitenhuis in de provincie Hida heeft lang leeggestaan, er heeft zich een vossenfamilie onder het huis gevestigd. Het zijn Kitsune (Japans voor vos), een jonge vrouwtjesvos en haar grootvader, moeder en broer. We volgen Yoshifuji, Shikujo en Kitsune via hun dagboeken en krijgen daardoor steeds afwisselende versies van het verhaal. Eerlijke versies, die vooral de emoties van de hoofdpersonen weerspiegelen, emoties zoals je die alleen toevertrouwt aan je dagboek.
Kitsune vat een liefde op voor de mens Yoshifuji en om hem ook daadwerkelijk lief te kunnen hebben, moet ze een menselijke gestalte aannemen. Haar grootvader vertelt haar over de vossen-magie en hoe dit haar in een vrouw kan veranderen. Hij blijkt dit zelf ook gedaan te hebben, getuige de dagboekfragmenten van Shikujo. De relatie tussen Yoshifuji en Shikujo is een gekunstelde, beheerst door de Japanse zeden en gebruiken. Zo spreken de echtelieden elkaar aan met 'husband' en 'wife', spreken zij met elkaar met een scherm ertussen en communiceren ze hun gevoelens voor elkaar via gedichten (haiku's).
Gebruiken en rituelen spelen een grote rol in het dagelijks leven van deze mensen die behoren tot de Japanse adel. Ook kleuren zijn belangrijk, elke kleur en elk patroon van een kimono heeft een bepaalde betekenis.
Omdat de liefde tussen Yoshifuji en Shikujo niet heel hecht is, slaagt Kitsune er in om hem, in haar vrouwengedaante, in haar magische wereld te trekken. Een wereld waarin zij elkaar intens beminnen, een zoon krijgen en waarin 10 jaar voorbij gaan, terwijl dit in de 'werkelijkheid' maar 3 maanden zijn. Het personeel van Yoshifuji gaat onder leiding van Shikujo op zoek naar hun verdwenen meester met het krachtigste middel wat de Japanners in die tijd kenden: het aanroepen van de goden, waaronder Boeddah en Kwannon, de godin van de barmhartigheid.
Hoe dat afloopt ga ik niet verklappen, maar wat een mooi verhaal is dit. En zo loopt dit naadloos over in:
Wat vond ik ervan?
Een prachtig, betoverend verhaal waarin wat mij betreft poëzie, de Japanse gebruiken van die tijd en de Japanse natuur een hoofdrol spelen.
Door het gebruik van de dagboeken ga je als lezer mee in de emoties van de schrijvers ervan, emoties die overigens zeer ingetogen en invoelend beschreven worden.
Via het dagboek van Kitsune lezen we de waarneming van het fenomeen 'mens' gezien door de ogen van een dier, een dier wat die mens ook zou willen zijn, wat een heel apart effect heeft. Dit boek gaat dan ook over wat het betekent om mens te zijn, om emoties te hebben en je daar van bewust te zijn.
De Japanse natuur wordt zowel in het groot als in het klein (de kleur van een bloem, een blad in de wind, een spin in haar web) beschreven. De sfeer is uitgesproken sprookjesachtig, waardoor niet alleen Yoshifuji maar ook de lezer wordt gevangen in de magie van de vossen.
Ik heb lang gedaan over dit boek. Je moet het traag lezen, dat gaat bijna vanzelf. En niet te lang achter elkaar. Dat is ook zonde, dit is een verhaal om hapje voor hapje tot je te nemen. De Haiku's staan door het hele boek heen en brengen een vorm van rust in het verhaal. Niet overslaan, want ze zijn zeer de moeite waard.
Ik heb er echt moeite mee gehad me los te maken uit deze magische wereld, en dat is het beste compliment dat dit boek kan krijgen!
En dan dit nog:
Mijn ebook (aangeschaft via Kobo) bevat storend veel spelfouten, het leek heel slordig gedigitaliseerd. Er stond zelfs nog voorin "This book is printed on acid-free paper". Slechte beurt voor de uitgever!
Die uitgever is Tor books en er staat 2000 als jaar van uitgave in mijn ebook, maar dat kan dus ook het jaar van de papieren uitgave zijn.
Het ebook bevat 277 blz. De papieren uitgave heeft 384 blz.
Bij Gutenberg vond ik 'Mythen en legenden van Japan', vrij gedateerd (1917) maar nog steeds waardevol en zelfs met 32 illustraties in kleur. Met veel bruikbare achtergrondinformatie.
P.F.Thomése - De Weldoener
De Weldoener las ik als de keuze van de leesclub voor maart. Over Thomése had ik gemengde gevoelens; het reisverhaal Grillroom Jeruzalem vond ik een uiterst prettig boekje, maar met J.Kessels: The Novel was ik snel klaar, daarin kwam ik niet verder dan een bladzijde of 90. Ik vond het boek een beetje te lollig. Maar dat kan ook aan de stemming van dat moment gelegen hebben. Humor was het immers ook wat mij in Grillroom Jeruzalem zo aangenaam trof, dus waarom dan niet in een roman.
Van De Weldoener had ik geen reviews gelezen, dus ik begon er onbevooroordeeld aan.
Waar gaat het over?
De Weldoener gaat over een een mislukte componist, Theo Kiers, omgedoopt door zichzelf in Sierk Wolffensperger. Getrouwd met een luxemburgse barones Ghislaine ('geschaakt uit het ouderlijk kasteel')uit welk eveneens mislukt huwelijk een zoon Théophile is voortgekomen. Een jongen die zijn dagen slijt met de mooie jongen uithangen en meisjes neuken boven het hoofd van Sierk.
Sierk heeft net, aan de vooravond van het Paasfeest, een naar eigen mening formidabele compositie afgeleverd: Duisternissen.
Duisternissen bevinden zich ook in het hoofd van Sierk, hij voelt zich zowel te groot als te klein, niet meer passend in zijn geboorteplaats, de provinciestad H*** (Haarlem), waar hij na jarenlange omzwervingen door Europa door toedoen van zijn vrouw is neergestreken. Sierk is nu onbezoldigd stadskoordirigent (hij wordt onderhouden door zijn vrouw) en mag op Goede Vrijdag zijn eigen compositie ten gehore brengen. Sierk heeft nog steeds van die grootse idealen ij zijn hoofd, die van de overweldigende muziek (door hemzelf gecomponeerd) en een soort religieuze staat van zijn. En hij is romantisch, iets wat door zijn vrouw niet gedeeld wordt. Dat romantische, dat past bij de Kunstenaar die hij zichzelf acht:
"Dat vaste punt is in zijn leven altijd H*** geweest, onontkoombaar middelpunt, gehate navel van zijn bestaan.Nooit is hij helemaal van zijn aanvang losgeraakt. Nooit is hij waarlijk opnieuw begonnen. Niet uit het niets opgestaan, niet zomaar uit de hemel komen vallen. In die zin is hij nog niet ver genoeg gegaan. Een kunstenaar moet zichzelf vernietigen, is zijn overtuiging. Hij moet zich eerst ongedaan maken, dan pas kan hij ontstaan. Hij is een gezondene van gene zijde, geboren uit zijn eigen as. Uit het dodenrijk teruggkeerd onder de levenden, om het hun te vertellen."
Het zijn een soort wanen, waar Sierk zich in verliest.
Als hij voor een repetitie via de achteringang de kerk betreedt, treft hij daar een meisje aan. Een bewusteloos meisje. Het is 'Beertje Wehry' oftewel Alicia Valster, dochter van de beroemde componist Lou Wehry. En Sierk redt haar van de (door haarzelf gekozen)dood. Daarmee wordt hij eindelijk iemand: hij geeft het meisje een nieuw leven en is daarmee de schepper van haar leven.
"Hij beseft dat hij alles voor haar kan zijn: haar redder,haar verwekker, haar onbekende god. Zij is het land waar hij eindelijk aankomt, aanspoelt desnoods, dus hij is ook haar dankbaar dat zij het nieuwe land wil zijn dat zich door hem laat ontginnen."
Wat volgt is een soort gijzeling met een vrijwillige gegijzelde. Sierk wil Beertje voor zich alleen maar overal om hem heen (en in Beertje zelf) ziet hij de signalen van deze onmogelijkheid. Ondertussen zijn bij de familie van Beertje, de grote Lou Wehry en zijn ex-vrouw de alarmbellen afgegaan want zij hebben een afscheidsbrief van Beertje ontvangen. Beertje komt met haar signalement in de krant, vanaf nu moet Sierk haar verstoppen. Dat doet hij, op steeds verschillende plekken en nogal onhandig ook. Ondertussen gaat het niet goed tussen Beertje en Sierk, want de romantische gevoelens van Sierk voor het meisje worden niet beantwoord.
Het is niet zo moeilijk te bedenken dat het niet goed afloopt met deze twee, maar op een wel heel andere manier dat je denkt.
Wat vond ik ervan?
Ik moest erg wennen aan de stijl van schrijven, het bombastische. Gezwollen taal. Maar gaandeweg ging ik er van genieten. Het verschil dat 'echte' literatuur maakt: je leest het niet alleen meer voor de inhoud, maar ook en vooral voor de mooie zinnen. Opzwepende taal om de wanen te beschrijven die Sierk voor zich ziet. Prachtig.
Het hielp ook wel dat ik een aantal jaar in Haarlem heb gewoond, het geeft een extra dimensie om 'de plekken des onheils' voor je te zien zoals de schrijver ze voor zich moet hebben gezien.
De structuur van het verhaal schijnt ontleend te zijn aan de klassieke muziek, ik heb ergens de naam Mahler gelezen in dit verband. Maar ik heb te weinig verstand van klassieke muziek om hier iets zinnigs over te zeggen.
Ook las ik dat het een eerbetoon aan Louis Ferron is, maar behalve dat deze inmiddels overleden schrijver uit Haarlem kwam weet ik verder niets van de man.
Oproepje voor wie wel kennis van klassieke muziek heeft: ik zou graag eens horen hoe dat nou precies zit, met die structuur! Niet dat ik het zonder die wetenschap minder goed vind. Integendeel. Een regelrechte aanrader voor wie houdt van mooie literatuur. Wel even doorzetten in het begin. Maar dan krijg je ook wat voor de moeite!
Boekgegevens:
Ik las het ebook van uitgeverij Contact, 2010, 240 blz.
Lynne Reid Banks - The L-shaped room
The L-shaped room stond al jaren op mijn verlanglijstje en ik vond dat ik er nu maar eens werk van moest maken. Uiteindelijk heb ik het boek gewoon voor een prikkie gevonden op Boekwinkeltjes.
Het stond in mijn geheugen gegrifd als een boek dat op Engelstalige sites en blogs veelvuldig genoemd werd als een 'comfort read'. Nu is dat een moeilijk te vertalen term; ik kom niet verder dan 'troostlezen' maar dat is toch net weer wat anders. In ieder geval een boek waar je je prettig bij zou moeten voelen. Ik begon dus met vrij hoge verwachtingen aan dit boek.
De L-shaped room is in 1960 geschreven. Mijn exemplaar is nog uit de tijd dat de penguin pockets (die met de oranje ruggetjes) anderhalve pond (of in dollars 2,95) kostten. Toen het boek uitkwam, veroorzaakte het nogal wat opschudding in de meer conservatieve Engelse kringen, omdat het gaat over een ongehuwde (alleenstaande) aanstaande moeder. Je kunt het je niet meer voorstellen, maar in die tijd bracht dat dus nog een schokeffect teweeg.
Waar gaat het over?
De L-shaped room gaat over Jane Graham, 27 jaar. Woont (nog) bij haar vader, moeder is in het kraambed gestorven. De verstandhouding tussen vader en dochter is niet zo goed meer. Als Jane zwanger raakt van een ongelukkige liefdes-escapade en haar vader hiervan op de hoogte brengt, schopt hij haar het huis uit. Jane voelt zich zo waardeloos dat ze, ondanks het feit dat ze een goedbetaalde baan heeft, de goedkoopste en smerigste kamer van heel Londen weet te vinden: de L-shaped room. Van wie ze zwanger is geworden wordt lang niet duidelijk, omdat Jane dit feit-met-grote-gevolgen verdrongen heeft en zich in eerste instantie behoorlijk ongelukkig voelt met haar zwangerschap. Maar ook abortus was in die tijd nog nauwelijks een optie.
In het begin wil ze met niemand uit het huis iets te maken hebben, maar een aantal bewoners laat zich niet zomaar wegsturen en uiteindelijk worden twee ervan, de schrijver Toby en de zwarte jazzgitarist John haar beste vrienden. Zij slepen haar door de moeilijke periode van de zwangerschap heen; zij zijn er als ze ontslagen wordt uit haar baan bij een hotel omdat de pr-functie die ze daar heeft niet goed combineert met haar ochtendmisselijkheid. Zij zijn er als ze door een verschrikkelijke vreetbui bij een Indiaas restaurant bijna een miskraam krijgt. Daartussendoor manouvreren zich nog enkele gedenkwaardige personages, zoals de (ex-)baas van Jane, James. Haar oude vriendin Dottie. En haar tante Addy, een lieve en eenzame oude vrouw met een 'cottage in the country' waar Jane een paar weken rust zal vinden. En vader Graham is voortdurend op de achtergrond aanwezig.
Wat vond ik ervan?
Ik vond het een steengoed boek. Ik snap waarom het een 'comfort read' is genoemd. Het spreekt je aan op een diep-menselijk nivo, het straalt warmte uit, je voelt je door het verhaal opgenomen en als je geloof in de mensheid er niet meer helemaal was dan komt het door dit boek weer helemaal terug. Het is intelligent geschreven, met warme personages die voor je ogen tot leven komen. Je wordt geabsorbeerd door het verhaal, het zit als een oude vertrouwde jas. Ik weet niet hoe het beter moet uitleggen.
Het was voor mij een boek in dezelfde categorie als 84 Charing Cross Road van Helene Hanff, The country girls van Edna O'Brien en Looking for mister Goodbar van Judith Rossner. Niet persé vrolijke verhalen maar wel verhalen waar je in opgezogen wordt en met een beter gevoel weer uit komt.
En dan dit nog
The L-shaped room is in 1962 succesvol verfilmd door Bryan Forbes; ook de film veroorzaakte enige opschudding.
Het boek is een eerste deel in een trilogie, de andere twee delen zijn The Backward Shadow en Two is Lonely.
Het is helaas niet vertaald in het Nederlands.
Lynne Reid Banks (Londen, 1929) schreef 45 boeken bij elkaar, waaronder veel kinderboeken. Een aantal daarvan is in het Nederlands vertaald.
Het leven gaat te snel (of ik word te traag)
Het leven gaat steeds sneller....of ik word steeds
Hoe gaat dat dan? Vrijdagmiddag keek ik uit naar een lekker rustig weekend waarin ik veel ging lezen. Maar in de praktijk bleek ik vooral bezig te zijn geweest met (naast de noodzakelijke huishoudelijke klussen)...internet. Blogfeeds lezen. Tweets lezen. Even wat opzoeken op internet. Nieuwe blogs lezen. De laptop dichtklappen helpt niet meer, want dan is er nog de tablet en de telefoon. De verleiding is altijd dichtbij.
Kortom op zondagavond zat ik nog op Goodreads te neuzen wat er allemaal nieuw verschenen was qua Engelstalige boeken. En moest ik constateren dat ik NUL bladzijden gelezen had. En wilde ik RUST in mijn hoofd. De rust om te lezen en niet meer afgeleid te worden. Niet meer voortdurend bezig zijn met groot en klein (Twitter)nieuws, met nieuw verschenen, met heel veel door anderen gelezen en aangeraden. Ik heb ondertussen meer boeken op de plank en digitaal dan ik ooit in de rest van mijn leven nog kan lezen, en toch blijf ik maar bovenop het boekennieuws zitten. Ik wil daarmee stoppen!
Waar ik ook mee stop:
met Twitter. Het was een leuk experiment, maar het voegt echt niets toe. Sorry, volgers;
met het volgen van Engelstalige blogs. Ik blijf alleen nog een paar Nederlandstalige blogs volgen (met als uitzondering de Engelstalige blog van de Nederlandse Iris);
met mijn account op Goodreads, voor het steeds maar bijhouden van wat er nieuw en hot is.
Vrijdagmiddag had ik ook nog het onzalige plan te stoppen met bloggen. Maar na de mij door Anna toegekende Liebsterblog 'award' heb ik daar snel weer van afgezien. De drang om te vertellen over mijn leesavonturen is groot en als dat ook nog gewaardeerd wordt, is het toch te leuk om ermee te stoppen!
Abonneren op:
Posts (Atom)