Katherine Pancol - De gele ogen van de krokodillen


Regelmatig loop ik even de boekhandel in om te kijken wat daar zoal aan nieuwe boeken op de tafels ligt. Ik zag een enorm dik boek liggen getiteld: De trage wals van de schildpadden.
Op basis van de achterflap leek het me wel wat, het ging over een Franse vrouw en haar gemodder met/in het leven. Maar toen zag ik dat het een tweede deel in een trilogie was.
De gele ogen van de krokodillen bleek het eerste deel te zijn. Ook een enorm dikke pil, maar daar houd ik wel van. Ik had nog nooit van schrijfster of boek gehoord, terwijl ik toch alles wat nieuw verschijnt goed bijhoud. Deze is me ontglipt, ik vermoed dat er door de pers weinig aandacht aan gegeven is.
Ik ben er snel in begonnen maar merkte al gauw dat dit boek een speciale aanpak vergt; ik had tegelijk met de Krokodillen ook De Weldoener van P.F.Thomése nog onderhanden, voor de leesclub. Dat is een stevig, erg literair boek waarbij ik heel aandachtig moest lezen en veel aantekeningen maakte.
Dat werkt dus niet bij De gele ogen van de krokodillen. Ook moet je het tussendoor niet te lang wegleggen.
Tactiek: ik heb eerst de Weldoener uitgelezen en ben toen verder gegaan met de Krokodillen en heb daar verder niets meer naast gelezen. Geen aantekeningen gemaakt en in een flinke vaart doorgelezen en toen vloog ik er doorheen.

Waar gaat het over?
Het boek draait om Josephine Cortes, een lieve, veel te goede vrouw die zich van alles aan laat praten en alles maar gelaten over zich heen laat komen. Ze heeft gestudeerd en haar specialiteit is de vrouw in de 12e eeuw, waarover ze een proefschrift schrijft.
In het begin van het boek zijn we getuige van de breuk in haar huwelijk met Antoine. Ooit met een goed betaalde baan met veel prestige, is hij nu al een tijdje werkeloos en heeft een andere vriendin, Mylène, met wie hij een nieuw leven wil beginnen.
Josephine woont in een buitenwijk van Parijs, in een goedkoop flatje. Ooit was de ambitie om in Parijs te gaan wonen, maar daar is het tot nu toe niet van gekomen.
Als Antoine haar verlaat komt ze in acute geldnood. Ze gaat vertaalwerk doen om het hoofd boven water te houden en haar twee dochters alles te kunnen blijven geven wat ze gewend waren. Vooral de oudste dochter, Hortense, is nogal veeleisend; die kijkt op haar moeder neer want dat is een sloofje waar ze niet mee voor de dag kan komen. Hortense is uitsluitend gericht op geld, dure kleren en er mooi uitzien.
Ze vindt een medestander in haar tante Iris, de zuster van Josephine, die getrouwd is met de advocaat Philip Dupin. De mooie Iris, die ooit regisseur wilde worden maar haar carrière en haar liefde voor medestudent Gabor in de kiem heeft gesmoord door haar plotselinge huwelijk met Philip.
Iris verveelt zich en tijdens een deftig etentje met flink wat drank op laat ze zich tegen een uitgever ontvallen dat ze een boek aan het schrijven is…..over een vrouw in de 12e eeuw.
Als de mensen om haar heen gaan vragen ‘hoe het staat met het boek’ kan ze er niet meer omheen. Ze bedenkt een plan en doet Josephine een voorstel: Josephine schrijft het boek en ontvangt het voorschot (100.000) en Iris verbindt haar naam er aan en gaat na publicatie de promotietoer doen. Josephine zwicht voor zoveel geld, want inmiddels is haar ex vertrokken naar Afrika om daar van de bank geleend geld te investeren in een krokodillenfarm. Een schuld waarvoor Josephine opdraait, want de twee zijn nog steeds officieel getrouwd.

Om dit verhaal heen cirkelen nog flink wat andere mensen: de moeder van Josephine en Iris, Henriette. Die is na de plotselinge dood van haar eerste man (de vader van haar dochters) getrouwd met de rijke meubelhandelaar Marcel. Die heeft op zijn beurt een minnares, Josiane (‘duifje’). Het andere(ex-)vriendje van Josiane. De rechterhand van Marcel, René, en zijn vrouw.
Dan hebben we nog wat buren: het vriendje van de jongste dochter, Max en zijn alleenstaande moeder en de eveneens alleenstaande Shirley en haar zoon Gary. Die laatste twee blijken een wat merkwaardige relatie met het britse koningshuis te hebben.
En tenslotte....de houtje-touwtje man.

Wat vond ik ervan?
Zoals gezegd moest ik even de juiste manier van lezen vinden. Het is een soepel, bijna filmisch geschreven roman (de Amerikaanse ‘writing classes’ van Pancol hebben in dit boek wel hun invloed achtergelaten). Het verhaal is een soort moderne zedenschets over een vrouw op het keerpunt van haar leven en de mensen om haar heen. De boodschap, zo die er in zit, is wellicht dat je niet in je ellende moet blijven hangen, maar er wat van proberen te maken en voor jezelf op te komen. En vooral geen compromissen doen maar trouw blijven aan je eigen idealen.
De discussie over echte literatuur of niet ga ik niet aan, dat mag ieder voor zich bepalen. Voor mij was het een heerlijk weglezend boek dat vooral in de tweede helft in een stroomversnelling komt met heel veel ontwikkelingen en gebeurtenissen die hun basis hebben in het ‘kennismakingsgedeelte’ van de eerste helft (die daardoor wat trager leest). In de tweede helft ging ik erg in het verhaal mee, zo begon ik me immens te ergeren aan de houding van dochter Hortense ten opzichte van haar moeder. Dan dacht ik: Mens kom op nou, laat niet zo over je lopen, geef die meid eens een keer goed repliek!
Het is me zo goed bevallen, dat ik eigenlijk wel meteen na het dichtslaan van het boek met het volgende deel verder wilde. Ik schat zo in dat dit echt het ideale leesvoer voor de (zomer-)vakantie is. Zodat je beide delen lekker achter elkaar door kunt uitlezen!

En dan dit nog
De gele ogen van de krokodillen is het eerste boek van een trilogie, waarvan de volgende delen zijn:
De trage wals van de schildpadden
De eekhoorns van Central Park huilen op maandag (verschijnt september 2012)

Katherine Pancol (Casablanca, 1949) is een Franse schrijfster. Ze is gescheiden en heeft twee (volwassen) kinderen. Voordat ze ging schrijven was ze lerares Frans en Latijn en journaliste.
Ze heeft ook een tijdje in New York gewoond maar woont nu weer in Parijs.
Voordat De gele ogen van de krokodillen verscheen had ze al een aanzienlijke lijst romans op haar naam staan, maar met de Krokodillen brak ze pas echt door.
Het boek is een enorm succes geweest in Frankrijk, waar meer dan een miljoen exemplaren verkocht werden. Het won in 2006 de "Prix de Maison de la Presse en is inmiddels in vele talen vertaald.
De in het Nederlandse vertaalde eerste twee delen zijn (nog) niet echt doorgebroken in Nederland wat jammer en naar mijn mening onterecht is.


Boekgegevens:
Uitgeverij Manteau, 2011, 592 blz.
Met dank aan de uitgeverij, die op verzoek een recensie-exemplaar beschikbaar heeft gesteld.
Noot van de uitgever: inmiddels begint de verkoop van zowel deel 1 als 2 gestaag te lopen, dus het lijkt er op dat de Nederlandse (en Belgische) lezer Pancol gevonden heeft.

2 opmerkingen:

  1. Altans toch de vrouwelijke lezer :-)
    http://youtu.be/N83v0OZiTA8

    BeantwoordenVerwijderen