Er wordt een jonge vogel uit een nest geroofd. Die wordt in
een doos gepropt en verscheept. Die doos komt na een tijd aan bij iemand die er veel geld voor neerlegt en er een hobby
van heeft gemaakt om jonge roofvogels aan zijn wil te onderwerpen, terwijl hij
of zij weet dat de vogel vanuit zijn karakter nooit enige vorm van genegenheid
zal opvatten voor mensen en altijd zal zoeken naar de vrijheid.
Het gebeurt me niet vaak, maar bij het lezen van H is for
Hawk van Helen MacDonald, begon mijn (negatieve) gevoel over wat ik las me in
de weg te zitten bij dat lezen. Misschien kwam het, omdat ik even daarvoor The
Goshawk van T.H. White gelezen had, in de wetenschap dat MacDonald zwaar leunt
op dit boek en ik dit boek in bezit had. Met een toenemende weerzin heb ik het boek uiteindelijk wel
uitgelezen, maar ik vond het vreselijk om kennis te nemen van de methode die
White toepast om zijn vogel ‘eronder’ te krijgen: uitputting door ervoor te
zorgen dat de (aan een lijn vastgezette) vogel niet in slaap kon vallen, met de bedoeling dat hij uiteindelijk van uitputting zou moeten vertrouwen op de hand van White (en daar dan in slaap mocht vallen).
‘De vogel’, dat is in beide boeken een goshawk, een havik,
die erom bekend staat dat hij niet te temmen is en moeilijk te bedwingen. Wat
de uitdaging natuurlijk des te groter maakt.
White is trouwens een vat vol tegenstellingen. Hij houdt van
de natuur, maar jaagt ook voor zijn plezier. Hij is dol op zijn hond, maar
gebruikt duiven en merels als lokvogel om een roofvogel te vangen
(de duif of merel wordt vastgelegd aan een tak en is dus een gemakkelijke prooi
voor welk roofdier dan ook, want kan niet weg). White weet dat hij wreed is,
als hij schrijft over de schuur waar hij zijn vogel houdt, die hij ‘Gos’ heeft
genoemd:
“This was the torture chamber, the medieval dungeon in which the robber baron was to be tormented. One felt like an executioner, very much as if the black mask ought to have concealed one’s face, as one worked by dim wick-light in solitude amid the shrieks of the victim. Like a hare, like a child in agony, like a crazed captive in horrors of the Bastille, Gos screamed as he bated, hung twisting upside down with yell upon yell.”
The Goshawk (het boek) wordt gezien als een spiritueel boek
over de strijd tussen mens en dier, maar ik vind er niets spiritueels aan. Ik
vond het ook niet eens een goed boek, in de vorm van een dagboek met elke dag
een herhaling van zetten waar het de vogel betrof. Waarom ik het heb uitgelezen
weet ik ook niet precies, misschien omdat ik hoopte dat het nog goed zou komen
met Gos.
Helaas liep het met Gos slecht af. Die wist toch te
ontsnappen. Mooi, zou je denken. Maar helaas had hij leren strips met lussen aan
zijn poten, waardoor de kans groot is dat hij zichzelf uiteindelijk ergens heeft
opgehangen.
Toen ik merkte dat het bij Helen MacDonald dezelfde kant
uitging, was het klaar, over en uit. Ik wilde dit niet nog een keer lezen. Dat
was op pagina 85. Wellicht is Helen nog tot inkeer gekomen of is het nog goed
afgelopen met de vogel, maar ik wilde het niet meer weten. Ik kon het niet meer
verteren.
Toen er nog geen geweren waren, werd de havik, evenals
andere roofvogels, gebruikt voor de jacht, om aan voedsel te komen. Dan is het
nog te billijken. Maar daarna werd het valkenieren een hobby, in eerste
instantie voor de adel, later voor iedereen met een beetje geld en ruimte.
Voor mij was het boek van White wel een
bewustwordingsproces, want ik heb uit interesse voor (roof-)vogels zelf ook zo’n dag ('workshop') bij een valkenier
doorgebracht en met verschillende grote vogels op mijn arm gestaan. Ik wil niet meteen de hele beroepsgroep in het verdomhoekje zetten, maar ik ben er wel anders over gaan denken.
De havik is, naast een aantal andere roofvogels, nog
steeds een bedreigde vogel en nog steeds worden nesten leeggeroofd voor de
pleziertjes van de mens.
Wellicht had ik, als ik niet eerst The Goshawk had gelezen,
het boek van MacDonald wel uitgelezen. Het is onbetwist een erg goed geschreven
boek. Maar ik was nu helaas niet meer in staat mijn gevoel over de valkerij los te
koppelen van het lezen van (non-)fictie.
Voor een bespreking van iemand die dat wel gelukt is (zij het ook met een kanttekening),
verwijs ik graag naar die van Anna.
T.H. White: The Goshawk (GB 1951, herdruk als New York Review Book 2007)
Helen MacDonald - H is for Hawk (GB 2014)
Ik ben blij dat ik het boek van White niet heb gelezen, want dat lijkt me bijna niet te verdragen. Ik kan je wel verzekeren dat het boek van Macdonald uiteindelijk niet dezelfde kant uitgaat, want anders had ik het niet zo'n hoge waardering gegeven, maar zoals je weet deel ik wel je reserves m.b.t. het valkenieren.
BeantwoordenVerwijderenOnlangs was er trouwens een heel nummer van het blad van Vogelbescherming aan roofvogels gewijd (heb je misschien wel gezien) en daar werd er ook voor gepleit om roofvogelworkshops af te schaffen. Roofvogels horen vrij in de lucht en zouden niet gebruikt moeten worden als amusement.
Het was inderdaad een verschrikkelijk boek, dat van White. Ik ben blij te horen dat het met MacDonald niet die kant uitgaat.
VerwijderenHet blad heb ik niet gelezen maar dat is een goed signaal. Bij mijn zoektocht naar de motivatie van valkeniers om 'commercieel' te gaan, las ik er één die het houden van roofvogels vergeleek met het houden van kanaries en die als argument voor de commerciele workshops het voor de hand liggende gaf: om het publiek bekend te maken met de schoonheid van roofvogels. Maar hoe kun je die schoonheid beter laten zien, dan, inderdaad, vogels vrij in de lucht!