Alex Boogers - De lezer is niet dood

Als je in de 17e eeuw je mening wilde ventileren over een actuele kwestie, dan schreef je een pamflet. Wie het daar niet mee eens was, schreef ook een pamflet, en zo ontstond een polemiek die zelfs kon ontaarden in een pamflettenoorlog. Doet dit je ergens aan denken? Juist, aan onze tweets, die in tegenstelling tot het pamflet (dat vaak een klein boekwerkje was) lekker kort en bondig zijn: ook voor niet-lezers nog te behappen. Dat Alex Boogers koos voor het pamflet oftewel schotschrift, is een mooie bevestiging van de stelling uit de titel.
Maar die lezer is volgens Boogers wel op sterven na dood, hulp is snel geboden.

Het boekje van Boogers is onderdeel van een opnieuw opgelaaide publieke discussie over de canon. Die komt om de paar jaar weer voorbij en werd deze keer aangeslingerd door Christiaan Weijts: 'fuck de canon!'
In reactie daarop zagen we Herman Pleij, de onvermoeibare emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde,  in De Wereld Draait Door een pleidooi houden voor Multatuli's Max Havelaar, een  boek dat door Weijts met name wordt genoemd als een voorbeeld van wat je de jonge lezers van tegenwoordig toch echt niet meer aan kunt doen. Goedbedoeld, maar ik denk niet het geholpen heeft, juist omdat de achtergrond van Pleij hem al bij voorbaat in het verdachtenbankje plaatst.

Boogers richt zijn pijlen op twee groepen:
- de schrijvers en uitgevers die van het boek een (commercieel) produkt hebben gemaakt
- al die mensen die zich met het boek in brede zin bezig houden en het verschil kunnen maken of iemand een lezer wordt of niet: docenten, boekhandelaren, bibliothecarissen

Hij stelt dat er een grote groep potentiële lezers is, die niet of verkeerd aangesproken wordt door de literaire wereld: de jongeren, die op school worden geconfronteerd met klassieken die hen niets meer zeggen, en de laaggeletterden die zich totaal niet herkennen in de moderne literatuur.
Ik zeg het hier even kort door de bocht, Boogers zegt het keer op keer in andere bewoordingen, ik zou het hele pamflet hier wel willen citeren. Hij is op zoek naar 'de kraamkamers' van de lezer/het lezen: wie helpt nieuwe lezers op weg?

De klassieke nederlandse letterkunde zoals die op de middelbare school aan de orde komt, past ook bij Boogers niet in deze kraamkamers, met de inmiddels bekende argumenten: de leerlingen snappen hier niets meer van en het maakt dat velen hierna nooit meer een boek oppakken. Beter is het, om jongeren de boeken te geven die werelden schetsen die zij wel kennen, waardoor zij plezier in het lezen krijgen: de lezer wordt geboren.
"Het boek moet je worden gegeven, je moet ernaar willen zoeken en soms moet het je worden aangereikt."
Ik ben het hier voor een deel mee eens: het is belangrijk niet-lezers boeken aan te reiken waardoor het vuur in hen ontstoken wordt. Maar dit staat niet gelijk aan het niet meer onderwijzen van onze literaire geschiedenis. Wel gaat het om de manier waarop: omdat jongeren de hierin beschreven wereld niet meer begrijpen, is het dus belangrijk hen daarin te begeleiden, en uit te leggen in welke context zo'n boek past, hoe men toen tegen de dingen aankeek en eventueel vergelijkingen te trekken met het heden. Klassikaal, door bevlogen docenten, die zelf literatuurliefhebbers zijn. Of vraag ik nu te veel?
Op deze manier kunnen jongeren smaak ontwikkelen: welke klassieken spreken voor hen? Vervolgens, en daar pak ik Boogers' pleidooi weer op, is het belangrijk hen te voeden met boeken die passen in die smaak en die ook verder ontwikkelen.

In 2013 citeerde ik al eens Italo Calvino, uit zijn boek: Waarom zou je de klassieken lezen?
"Als de vonk niet overslaat, is er niets aan te doen: je leest de klassieken niet uit plichtsbesef of eerbied, maar alleen uit liefde. Behalve op school: de school moet je goed- of kwaadschiks kennis laten maken met een bepaald aantal klassieken waartussen (of aan de hand waarvan) je vervolgens je 'eigen'  klassieken kunt herkennen. Het is de taak van de school je de middelen te verschaffen om tot een keuze te komen; maar de keuzes die tellen zijn die welke worden gemaakt buiten en na iedere school."
Lees dit nog even goed: "het is de taak van de school je de middelen te verschaffen om tot een keuze te komen".
Het lijkt mij overigens dat leerlingen ook wel uitgedaagd mogen worden, om net iets hoger te reiken dan ze denken te kunnen. Men hoeft ze niet alles pasklaar aan te reiken.

Datzelfde geldt overigens voor het vak geschiedenis; zonder kennis van de geschiedenis kun je het heden (en daarmee ook jezelf) niet begrijpen. Parate kennis is daarbij belangrijk (jazeker, meneer De Hond!) omdat je de nu opgedane kennis moet kunnen koppelen aan wat je al weet, anders kan het niet beklijven, blijft het een losse flodder en word je een hol vat. Maar nu ben ik bijna zelf een pamflet aan het schrijven.

Door het boekje van Boogers heen loopt nog een andere discussie, die zich ook richt tot mij als veellezer: dat wij ons vaak te veel laten leiden door de commercie; de massa die vreet wat hem aangeboden wordt. De vier-en vijf sterren recensies in de landelijke dagbladen of op grote internetshops, het boek van de maand in DWDD, de stapels op de tafels waar je tegenaan loopt in de grote boekhandels. Ik maak me daar zelf vaak ook schuldig aan: dat ik niet verder kijk maar lees wat mij op een gemakkelijke manier geboden wordt. Het is een vorm van luiheid. Terwijl er zoveel onbelicht blijft, wat ook, of misschien wel: meer, de moeite waard is. Ik besef dat ik best wat actiever mag worden, op zoek naar wat zich minder gemakkelijk laat vinden.

Ter afsluiting vond ik afgelopen week in De Volkskrant nog wel een hoopvol artikel, over het buitenschools opporren van het leesvuur door schrijver en journalist Bas Steman,  die een 'puberleesclub' opgericht heeft. Misschien komt het nog wel goed, met die lezer.


Alex Boogers - De lezer is niet dood (NL, 2015) is verschenen bij uitgeverij Podium en kost 5 euro.
Navrant detail: het boekje is door vrijwel alle landelijke dag-en weekbladen genegeerd, behalve door Trouw


Mary Costello - Academy street

Terwijl Lotje langzaam gaar ligt te stoven op de verwarming, lees ik het beste boek van dit jaar. Hè? Tot nu toe dan.

Want ik las zo'n prachtig boek, ik kan me bijna niet voorstellen dat er een nóg beter boek voorbij zal komen...
Academy Street gaat over een Ierse vrouw, Tess Lohan, die als klein meisje haar moeder verliest. Vader is een stugge man die zijn genegenheid niet kan uiten en het al moeilijk genoeg heeft zijn 6 kinderen een fatsoenlijke opvoeding te geven. Door de schok van haar moeders dood en later de dood van een zigeunermeisje waar ze mee in contact is geweest, stopt Tess met praten. Het is de stalknecht van de familie die haar haar woorden teruggeeft. Tess is een heel gevoelig, kwetsbaar, verlegen meisje dat zich snel in zichzelf terugtrekt. Des te opmerkelijker is het dat ze, na een opleiding voor verpleegkundige, haar zus achterna reist naar Amerika en in New York een leven op wil bouwen. We hebben het dan over het New York van de veertiger jaren, het is de stad waar alles gebeurt, waar alles mogelijk is, waar het bruist, een stad in opbouw in een land in opbouw. Zeer in contrast met Ierland,waar alles stagneert, waar men er vanuit de katholieke kerk nog strenge en dogmatische opvattingen op na houdt.
Tess is zo naïef en tegelijk zo intens in haar gevoelens, dat je steeds denkt: meisje kijk toch uit, straks word je beschadigd! Dat gebeurt natuurlijk toch, met grote gevolgen.

Het contrast tussen het behoudende Ierland en het 'vrije' Amerika loopt door het hele boek heen, maar meer dan dat gaat dit ook over het contrast tussen de buiten-en binnenwereld van Tess, die bangelijke, zeer introverte vrouw met het intense gevoelsleven die zo graag het leven in zijn volheid wil leven.  Het breekt je hart om te lezen hoe Tess haar eigen eenzaamheid beleeft.
Het leven van deze vrouw is een voor de buitenwereld tamelijk betekenisloos leven dat in werkelijk prachtig, delicaat en meeslepend proza toch betekenis krijgt.  Het deed me in die zin erg aan Stoner denken en daar ben ik niet de enige in, want in diverse recensies kwam ik die vergelijking tegen.

Het is maar een klein boek (mijn engelstalige ebook is 144 blz.) dat je niettemin voortdurend na laat denken en dat je uiteindelijk heel stil maakt.  Literatuur die doet wat literatuur vermag: je helpen herinneren wat het betekent om mens te zijn.



Mary Costello is een Ierse schrijfster, Academy Street is haar eerste roman. Eerder schreef zij een verhalenbundel. 
De Nederlandse vertaling verschijnt op 10 februari a.s. bij uitgeverij Hollands Diep.

Sylvain Tesson - Berezina; met Napoleon in de zijspan

Sylvain Tesson? Wie was dat ook alweer? Dat is de schrijver van 6 maanden in de Siberische wouden. Die Fransman die 6 maanden in een blokhut aan een Siberisch meer bij -36 graden zat te lezen, denken en reflecteren.

In dit boek een totaal andere Tesson: een avonturier die met 2 franse en 2 russische vrienden op een Oeral (een russische motor-met-zijspan) vanuit Moskou naar Parijs rijdt.....in december.
Tesson volgt het spoor van het terugtrekkende Grande Armée van keizer Napoleon na de mislukte inname van Moskou en de daarop volgende nederlaag door Alexander I, in 1812. In 2012, precies 200 jaar later, vindt Tesson het tijd om de vele tienduizenden mannen (en paarden) die hierbij op gruwelijke wijze zijn omgekomen te eren. Zijn vriend Cédric Gras, een boekenwurm zonder motorrijbewijs, haalt hij over mee te gaan als zijspanpassagier door hem voor te spiegelen dat hij dan 'lekker veel kan lezen' in het bakkie, terwijl hij best weet dat het enorm afzien is in zo'n 'metalen doodskist', in die barre omstandigheden.

bron: http://didier-falleur.over-blog.fr/
Het is natuurlijk gekkenwerk, wat die mannen doen, en het is een wonder dat ze heelhuids in Parijs aankomen; met een gangetje van 80 km in een sneeuwstorm tussen de Oost-europese vrachtwagenkolonnes op een Russische autoweg, met een compleet beslagen vizier.

Het mooie van dit boek is dat het reisverhaal, wat op zich al de moeite waard is, wordt afgewisseld met stukken geschiedenis over de barre tocht van de Grande Armée en dat de eigen sores ook regelmatig worden afgewogen tegen wat de soldaten (en de gewone burgers die in het kielzog van het leger meetrokken) hebben doorstaan. Van de honderdduizenden (de precieze aantallen zijn niet bekend, schattingen gaan van 450.000 tot 700.000)  soldaten die optrokken naar Moskou zijn er uiteindelijk maar zo'n 100.000 weer vertrokken uit Moskou en slechts 20.000 daarvan hebben het overleefd. Ook aan Russische zijde waren de verliezen groot. Wat ik heel erg vond: toen het de keizer eindelijk duidelijk werd dat er niets meer te winnen viel na de Slag bij Berezina, ging hij er als een hazewind vandoor, samen met zijn secretaris Du Caulaincourt, wiens memoires over Napoleon en deze tocht regelmatig geciteerd worden. In 14 dagen sjeesden ze met postkoetsen en -sleeen toch relatief comfortabel naar Parijs, zogenaamd omdat Het Rijk de Keizer nodig had. Welke huzarenstukjes hij ook op zijn naam heeft staan, hiermee is hij voor mij definitief van zijn voetstuk gevallen.

Een vermakelijk reisverhaal, een avonturenroman én een stuk informatieve geschiedenis, beter kan het niet.

Leeslust en - lijst

Ik ben gek op boekenlijstjes; van anderen, van 'instituten' (boekensites, kranten, tijdschriften) en ook van die van mezelf. Hoewel ik er heel slecht in ben om zo'n leeslijstje 'af te werken' heb ik er uiteindelijk toch weer één opgesteld, ik dacht: Anna heeft gelijk. Ik begon me namelijk te ergeren aan dat deel van mezelf dat hier alle ongelezen boeken in de kou kast laat staan en vervolgens naar de winkel of de biep holt om daar 'de laatste nieuwe' te halen. Wat natuurlijk nergens op slaat, want al die boeken in de kast waren ook ooit de laatste nieuwe. Maar het probleem is een beetje dat ik vergeet wat er allemaal in die kast staat, en dan tamelijk besluiteloos kan zijn als ik op zoek ben naar vers leesvoer. Een vorm van keuze-stress, maar wel van de meer prettige soort.

Op zoek naar een leidraad om een lijstje samen te stellen kwam ik op een leuke (lees-)lijstjessite, waarvan ik een aantal lijsten van Bloomsbury heb gehaald. Zij hebben ooit boekjes uitgebracht met '100 must-read novels'  in verschillende genres. Zelf had ik al 100 must-read fantasy novels, 100 must-read classical novels en 100 must-read science fiction novels en van de site heb ik nog gehaald 100 must-read historical novels en 100 must-read prize-winning novels. Daarvan heb ik één grote lijst (598 boeken, ik ben er onderweg ergens 2 kwijtgeraakt) gemaakt (je vind hem HIER) en vervolgens heb ik voor elk boek aangegeven of ik het zelf misschien toevallig heb staan (als gewoon boek of als ebook).  Dat leverde nog steeds een flinke lijst op dus ben ik daar nog een keer met de fijne kam (welke boeken zou ik nu echt héél graag willen lezen) doorheen gegaan. Ik wilde mezelf beperken tot 20 zodat ik nog genoeg ruimte heb om ook spontaan te lezen (en voor wat 'laatste nieuwe', ja toch?). Het zijn er uiteindelijk 19 geworden.
Jeetje zeg.....wat een gedoe eigenlijk om een paar boeken op een lijstje te krijgen?

Het is een heel gemengd lijstje geworden en in alle boeken heb ik heel erg zin. Nu heb ik de laatste weken toch wel last van een aanval van leeslust. Niet in de laatste plaats omdat de creativiteit een beetje stil ligt. Ik was namelijk zo oenig om een pees van een vinger te scheuren (een heel onbenullig ongelukje) en ben nu een beetje 'onthand', dat wil zeggen de vinger zit in een spalk en blijft dus recht staan, da's niet heel handig.  Bovendien mag het spalkje er niet af dus ik wil het een beetje schoon houden. Het stelt niks voor maar het is behoorlijk lastig. Maar goed, wel een mooi moment om meer te gaan lezen!





Hier komt ie dan:

Atkinson, Kate
Behind the scenes at the museum
fictie (UK 1995)

Ballard, J.G.
The drowned world
SF (UK 1962)

Banville, John
Doctor Copernicus
historische fictie (UK 1976)

Barker, Clive
Weaveworld
fantasy (VS 1987)

Beagle, Peter S.
The last unicorn
fantasy (UK 1968)

Dick, Philip K.
Do androids dream of electric sheep?
SF (VS 1968)

Doctorow, E.L.
Ragtime
historische fictie (VS 1974)

Gibbons, Stella
Cold comfort farm
fictie (UK 1932)

Hearn, Lian
Across the nightingale floor
fantasy (UK 2002)

Holdstock, Robert
Mythago wood
fantasy (UK 1984)

Levy, Andrea
Small island
fictie (UK 2004)

McKillip, Patricia
The forgotten beasts of Eld
fantasy (VS, 1974)

Michaels, Anne
Fugitive pieces
fictie (Can 1996)
zie HIER
Morrison, Toni
The bluest eye
fictie (UK 1979)
zie HIER
Penman, Sharon Kay
The sunne in splendour
historische fictie (VS 1982)

Shields, Carol
The stone diaries
fictie (UK 1993)

Smiley, Jane
The all-true travels and adventures of Liddie Newton
fictie (VS 1998)

Tepper, Sheri S.
Beauty
fantasy (VS 1991)
 zie HIER
Thoreau, Henry David
Walden
klassiek (VS, 1854)

Unsworth, Barry
Sacred hunger
historische fictie (UK 1992)



Nou, wat denken jullie ervan?  Herkenning? Iets van gelezen?

Jenny Erpenbeck - Een handvol sneeuw

Oorspronkelijke titel: Aller tage abend (Duitsland, 2012). De vertaling is uit 2014.

Ik las weer eens Hoge Literatuur. Tenminste ik denk dat ik dat moet concluderen, als ik lees hoe lyrisch de recensies van dit boek zijn, en als ik kijk naar de stijl en opbouw van dit boek.  Zo schreef  'mijn' krant, de Volkskrant:
"Het bijzondere is niet het verhaal, maar de manier waarop Erpenbeck het vertelt. De knappe compositie, haar stijl en taal, die een geheel eigen klankkleur heeft, maken de roman tot een indrukwekkend geheel." (26-4-2014)
Ik heb er zelf wat bedenkingen bij. 'Het verhaal', dat is het verhaal van een baby van 8 maanden, geboren in Brody rond 1900. Dat behoorde toen nog bij Polen, tegenwoordig bij de Oekraine. De baby sterft door verstikking en de vraag die wordt gesteld is: wat als de moeder, de vader of de grootmoeder de baby had ingewreven met een handvol sneeuw? Dan was het meisje wellicht blijven leven en wat zou dat voor gevolgen hebben gehad voor de levens die hierbij betrokken zijn?
Vervolgens krijgt dit meisje vier denkbeeldige nieuwe levens en wordt in elk leven een stukje ouder. Op zich geen heel origineel gegeven.
Het is wel mooi uitgewerkt; de in totaal vijf levens bestrijken de gehele 20ste eeuw in het al genoemde Brody, in Wenen, Rusland en (Oost-)Berlijn en worden verbonden door een aantal 'rekwisieten' uit het leven van de vrouwen (zoals een 7-armige kandelaar, een trapje, een 20-delige Verzamelde Werken van Goethe). De vrouwelijke lijn is joods. Dat laatste is bepalend voor wat ik hier wil zeggen, want wat een ellende wordt hier over je heengestort. Het leven is verschrikkelijk voor deze mensen. Een door jodenhaters in stukken gehakt lichaam, doodgeschoten tieners, prostitutie, armoede die bijna leidt tot de hongerdood, de gesel van de russische  strafkampen. Nu mag het best een beetje somberen in een boek en ik hoef het ook niet in vrolijkheid dicht te slaan, maar hier is echt geen sprankje hoop te bekennen, en ook, nu we toch bezig zijn, geen sprankje humor. Het is allemaal zwaar, wreed en troosteloos. Alle hoofdpersonen zijn gedoemd te mislukken en leggen zich al te gemakkelijk neer bij hun lot.  Dat begon me behoorlijk tegen te staan.

Een tweede bezwaar vond ik dat de moeder uit het titelverhaal ook een dochter is van een moeder, en die moeder op haar beurt ook weer enz., terwijl alle vrouwelijke personages niet bij hun naam maar als 'dochter, moeder en grootmoeder' worden aangeduid. Bij de snel wisselende korte hoofdstukjes (met ook wisselende vertellers) wist ik het soms niet meer: over WELKE MOEDER hebben we het nu weer? Ik werd er kriegelig van. Ook was het me soms niet duidelijk wie er aan het woord was.

Daar staat tegenover dat ik wel een beetje begrijp waarom er zo lyrisch over stijl en taal wordt gedaan, die is vaak ook erg mooi. Maar kan bij mij ook weer ongeduld opwekken. Ik moet hier maar even een voorbeeld bij geven:

"Jaren geleden heeft de een het ene woord gezegd en de ander het andere woord, woorden hebben lucht in beweging gebracht, woorden werden met inkt op papier geschreven en in mappen opgeborgen, lucht is verrekend met lucht en inkt met inkt. Het is jammer dat je de grens niet kunt zien waar woorden van lucht en woorden van inkt in iets werkelijks veranderen en even werkelijk worden als een zak meel of een volksmenigte die in beroering raakt, even werkelijk als het geluid waarmee de bevroren botten van kameraad H. in de winter van 1941 in een kuil glijden, dat geluid klinkt zoals wanneer iemand houten dominostenen in een kistje teruggooit. Want als het maar koud genoeg is, klinkt iets wat ooit van vlees en bloed was net als hout."
Het is wel móói, maar ergens komt er bij mij ook iets in opstand. Ik ben denk ik toch meer iemand van de sobere zinnen.

Het einde van dit boek daarentegen vond ik dan wel weer erg ontroerend.
Tja, als ik dan toch iets zou moet samenvatten van deze warrige bespreking, dan is het dit nuchtere feit: dit boek heeft me bezig gehouden. Is dat een aanbeveling of juist niet? Ik zou het écht niet kunnen zeggen.



Boekvloggen

Boekbloggen? Dat is zoooooooo 2015! In 2016 moet je boekvloggen!
Ik hoorde er al iets over op de radio, had al eens op YouTube gekeken en las toen een artikel in The Guardian over populaire bookvloggers, waarvan ik er één zelf ook wel leuk vond (Little Book Owl).

Nou ja, wat zal ik ervan zeggen? Het is niet mijn medium, en waarschijnlijk ook niet dat van jullie. Ik zie vooral veel jonge engelstalige meiden bookvloggen en dan bijna allemaal over dezelfde boeken, meestal Yaffies en soms ook 'volwassen' fantasy. Ze praten over het algemeen heel snel en zijn heel druk. Er zit ook wel een enkele jonge man bij, maar zo te zien zijn dat homoseksuele jongens. Blijkbaar heerst onder heteroseksuele jongens het hardnekkige idee dat lezen iets voor meisjes is. Maar dit en hun boekenkeuze terzijde, vind ik het toch hoopvol dat er toch nog zoveel jongeren leesfanaat zijn. Want ze lezen echt heel veel, kopen heel veel (meestal papieren) boeken en praten er heel gepassioneerd over.

Ik ben één volwassen mannelijke bookvlogger tegengekomen die wel de moeite waard is; die is dan juist wel weer heel traag (pff het is ook nooit goed), maar heeft wel goede aanbevelingen en kan die ook goed beargumenteren.



Verder vond ik nog een bookvlog van een jong meisje dat, voorzover ik begrijp, samen met haar grootouders in één (stokoud, engels?) huis woont waar de grootmoeder in de kelder een bibliotheek annex bar gemaakt heeft. Wow......wat een boeken! En wat zou ik daar graag een tijdje rondbrengen! Het meisje is ook een prettige uitzondering op al die druk pratende jonge vrouwen. Kijk zelf:



Voorlopig blijf ik maar gewoon lekker ouderwets Bloggen.....

Het verschijnsel Elena Ferrante

Er is iets geks aan de hand met de Italiaanse schrijfster Elena Ferrante. Nog afgezien van het feit dat ze (of zou het een hij zijn?) anoniem wil blijven, zijn de Napolitaanse romans een merkwaardige leeservaring.
Ik heb nu de eerste twee delen (in de nederlandse vertaling) gelezen: De geniale vriendin en De nieuwe achternaam. Ik ben er in de loop van december mee begonnen, ook een beetje omdat ik zag dat deze serie (en vooral het laatste deel, dat in 2015 in de engelse vertaling uitkwam) op héél veel engelstalige 'best of' lijstjes stond. Dat was ook al zo in 2014, voor de eerdere delen. Dus dacht ik: dat moet toch wel iets bijzonders zijn!

De vierdelige cyclus draait om twee Napolitaanse vriendinnen, Raffaella Cerrullo (Lila) en Lenuccia Greco (Elena) die je als lezer volgt vanaf hun 5e (in de jaren 50) tot (denk ik) het heden en wordt verteld door Elena.  En Ferrante neemt er de tijd voor. Geen detail wordt overgeslagen en alle personages in de arbeidersbuurt waar de meisjes opgroeien, worden van binnen en buiten beschreven. De lijst met families die is bijgevoegd is geen overbodige luxe. Tot de helft dacht ik: is dit nu alles? Hoe kan dat, dat zoveel lezers dit zo geweldig vinden, en ik niet? Het was echt niet onaardig om te lezen en het is goed geschreven, maar ik werd er niet door meegevoerd. Echt zware kost is het ook niet, maar er wordt weinig in gelachen.  Ik dacht nog: dat scheelt weer 3 delen.

In de tweede helft begon er echter iets te gebeuren. De stem van Elena wordt rijper, de psychologische ontwikkeling van de beide meisjes en hun vrienden en vriendinnen gaat dieper, de sociale en politieke achtergrond wordt belangrijker: kun je ooit ontsnappen uit de mores van een (typisch Italiaanse dus macho) arbeidersgemeenschap? En de verhouding tussen de vriendinnen wordt complexer; de 'zusterschap', zoals Elena hun vriendschap benoemt, is er één van aantrekken en afstoten, van afhankelijkheid en loswerken, van jaloezie en bewondering en vooral een bijna voortdurende frustratie over de keuzen van de ander.  Ik merkte dat ik het boek op elk vrij momentje begon op te pakken omdat ik wilde weten hoe het verder ging. En wat een ellende maken die meiden mee. Op driekwart heb ik snel alvast het tweede deel gereserveerd in de biep, waardoor ik nadat ik deel 1 had dichtgeslagen meteen door kon stomen. En in deel twee werd ik onmiddellijk meegesleept, er wordt heel persoonlijk, dicht op de huid geschreven, de betrokkenheid die je als lezer hebt wordt steeds vertrouwelijker, en wordt steeds beter; naarmate Elena volwassener wordt, wordt de taal waarvan ze zich als verteller bedient, ook rijker, mooier. Er is steeds meer reflectie.

Het is duidelijk, dit is een serie die moet groeien. Lezers die in of na het eerste deel zijn afgehaakt, raad ik aan toch door te lezen want die zijn er wellicht te vroeg mee gestopt; het eerste deel doet duidelijk een beroep op het geduld van de lezer.
Wel denk ik dat mannen minder met deze boeken zullen hebben, al zou ik het geen 'vrouwenboeken' willen noemen. Maar ze gaan wel heel erg over de emotionele belevingswereld van vrouwen.

Terugkomend op de raadselachtige identiteit van de schrijfster (ik zeg schrijfster omdat het mij gezien bovenstaande erg stug lijkt dat het een man is): ik vind dat wel iets hebben. Dat je het lef hebt om in deze tijd, waarin schrijvers bijna gedwongen worden publiek bezit te zijn, anoniem te blijven (er zijn wel wat schriftelijke interviews met haar gemaakt, maar die zijn op één hand te tellen). Ik denk dat het in dit geval juist veel toevoegt aan de romans, waarvan men voorzichtig vermoedt dat het sleutelromans zijn; juist omdat je de auteur niet kent, ga je je ook niet afvragen wat nu wel en niet autobiografisch is, iets wat ik, als dat mij als lezer overkomt, nogal irritant vind en mijn leeservaring verstoort. Daarnaast zijn ze zó persoonlijk, dat als het allemaal waar zou zijn (en zelfs als dat niet zo zou zijn) je als schrijfster niet zou wíllen dat men je kent.

De schrijfster blijft zelf steeds als reden voor het gebruik van haar pseudoniem geven dat boeken, eenmaal geschreven, hun schrijvers niet meer nodig hebben. Ook heeft zij, toen zij een belangrijke Italiaanse literaire prijs won, geroepen dat ze hierbij niet aanwezig zou zijn omdat 'mijn boeken voor prijzen worden genomineerd, niet ik'.
In eerste instantie liet het (engelstalige) succes overigens nog op zich wachten, het was de zeer lovende recensie van de gerenommeerde criticus James Wood in het al even gerenommeerde tijdschrift The New Yorker die dat succes ontketende.

En hoe nu verder? Ik heb twee keuzen: wachten tot deel 3 in de nederlandse vertaling verschijnt (dit kan nog wel even duren, want ik zag ze nog niet in de catalogi van het voorjaar) of nu meteen verder lezen, met de engelse vertaling. Ik denk dat het wel duidelijk is: ik kies voor de engelse vertaling!

De vier delen in vertaling:
My brilliant friend (2012, oorspr. uitgave 2011) NL De geniale vriendin
The story of a new name (2013, oorspr. uitgave 2012) NL De nieuwe achternaam
Those who leave and those who stay (2014, oorspr. uitgave 2013) NL nog niet vertaald
The story of the lost child (2015, oorspr. uitgave 2014) NL nog niet vertaald

Daarvoor schreef Ferrante enkele 'losse' romans die naar verluidt ook zeer de moeite waard zijn:
Troubling Love (2006, oorspr. uitgave 1992) NL Kwellende liefde
The days of abandonment (2005, oorspr. uitgave 2002) NL Dagen van verlating
Fragments (2013, oorspr. uitgave 2003) NL (nog) niet vertaald
The lost daughter (2008, oorspr. uitgave 2006) (NL De verborgen dochter)