Sacha Batthyany - En wat heeft dat met mij te maken?

Toen journalist Sacha Batthyany 7 jaar geleden door een collega een artikel onder zijn neus geschoven kreeg over zijn oudtante, gravin Margit Thyssen-Batthyany, schrok hij weliswaar, maar besefte toen nog niet dat dit knipseltje zijn leven volledig op de kop zou zetten. In het artikel werd Margit beschuldigd van medeplichtigheid aan een massa-moord op 180 joden in het dorpje Rechnitz, op de grens van Oostenrijk en Hongarije.
Sacha Batthyany stamt af van een oud en bekend adellijk Hongaars geslacht dat na de Tweede Wereldoorlog verspreid is geraakt over Europa; de communisten kwamen aan de macht in Hongarije wat onder andere betekende dat grootgrondbezitters zoals de Batthyany’s werden onteigend. De grootouders van Sacha kwamen in Zwitserland terecht, Sacha is opgegroeid in Zürich maar zijn ouders hebben zich daar nooit thuis gevoeld, en na de val van het IJzeren Gordijn hebben beide ouders Zwitserland verlaten, zijn vader is teruggegaan naar Boedapest, over de moeder wordt verder niet uitgeweid.

In 2009 reist Sacha af naar Rechnitz om uit te zoeken wat daar precies is gebeurd. Zijn conclusie is dat een groep joden weliswaar is vermoord door nazi’s die te gast waren op een feest in het kasteel van het gravelijk paar Thyssen, maar dat Margit en haar man hier niet aktief aan hebben deelgenomen. Terwijl de joden buiten hun eigen kuil graven en vervolgens worden doodgeschoten, doet Margit binnen een dansje. De daders zijn na de oorlog weliswaar aangeklaagd, maar nooit berecht omdat de enige 2 getuigen zijn vermoord. Voor Sacha eindigt het hier echter niet. Sterker nog, zijn zoektocht begint nu pas, want hij is geïnteresseerd geraakt in de geschiedenis van de Batthyany’s. Niet langer als journalist, de buitenstaander, maar voor zichzelf. Min of meer noodgedwongen, want hij is ook in een identiteitscrisis geraakt: waarom voelt hij zich zo ontworteld, zo richtingloos. Wie is hij eigenlijk, en wat heeft de daad van Margit met hem te maken? Hij legt inmiddels elke week een uur zijn ziel bloot bij de joodse psycho-analyticus Daniel Strassberg.

Van zijn vader heeft hij het dagboek van zijn grootmoeder gehad. Jaren lag het in de kast, nu moet hij er iets mee. Het leidt tot een reis naar het oude Hongarije, waar grootmoeder Maritta opgroeit, terug naar Zwitserland waar grootmoeder met haar zoon en man Feri tijdelijk onderdak heeft gevonden bij tante Margit. Naar Rusland, waar Feri 10 jaar in het strafkamp heeft gezeten. En tenslotte naar Argentinië, waar de joodse jeugdvriendin van Maritta, Agnes, haar oude dag slijt. Het is uiteindelijk het levensverhaal van Agnes, dat al die andere levens doorslaggevend heeft beïnvloed. Zelfs dat van Sacha. Maar bij hem komt de dreiging niet meer van buitenaf, maar van binnenuit.

Batthyany schrijft dit allemaal op met een ontwapenende eerlijkheid, ook jegens zichzelf. Dat doet hij in korte hoofdstukken die afwisselend in het nu en in het verleden spelen, doorspekt met de dagboeken van zowel Maritta als Agnes. Mede dankzij zijn vloeiende stijl leest deze ‘familiegeschiedenis’ als een meeslepende roman, waar je aan het eind wel een beetje stil van wordt. 


Deze recensie verscheen eerder op tzum.info

1 opmerking: