Karl Ove Knausgard - Vader

Hoe interessant kan het zijn, om te lezen over een leven van een op zich gewone Noorse man, dat tot in de kleinste details beschreven wordt? Nou.....ik ben er verslaafd aan geraakt!

Ik heb bij dit boek géén aantekeningen gemaakt, dus ik schrijf nu vanuit mijn gevoel, en dat gevoel zegt: wat een fantastisch boek is dit!

Karl Ove Knausgard (Noorwegen, 1968) schreef al eerder een roman (Engelen vallen langzaam) maar brak zowel in Noorwegen als internationaal door met zijn 6-delige cyclus Mijn strijd, een serie autobiografische boeken. Inmiddels is het derde deel (Zoon) net in vertaling verschenen. Vader is het eerste deel, Liefde het tweede.

Ja wat is de aantrekkingskracht van dit boek? Het is denk ik juist dat je wordt meegenomen in het leven van deze intelligente, gevoelige man die zichzelf en de mensen om hem heen genadeloos analyseert. Hij beschrijft gedachten die wij allemaal wel hebben, diepzinnige gedachten. We denken dan dat wij uniek zijn om deze gedachten te hebben, maar ze blijken vrij universeel te zijn. Alleen kunnen de meesten van ons ze niet in taal vatten. En zeker niet zo mooi als Knausgard dat doet. Wat kan deze man mooi schrijven! Het ontroert je, het grijpt je bij tijd en wijle zelfs bij de strot, je denkt: ja, dit is het wezen van het leven.

Zoals dit stukje, wanneer Karl Ove in de trein van Stockholm naar Gnesta zit, en de zon net ondergaat in een mistige hemel:
"...ik dacht nergens aan, keek alleen naar die rode, brandende kogel aan de hemel en de vreugde die dat beeld in me opriep was zo heftig en kwam zo onverhoeds dat ze niet van pijn was te onderscheiden. Wat ik ervoer leek me van enorme betekenis. Echt van enorme betekenis. Toen het moment voorbij was, werd het gevoel van enorme betekenis niet minder, maar het was opeens nergens meer thuis te brengen: wát was er nu precies zo van betekenis? En waarom? Een trein, een industriegebied, de zon, de mist?
Dat gevoel herkende ik, het leek op wat sommige kunstwerken in me opriepen."
In dit deel gaat het vooral om de relatie van de schrijver met zijn vader. De vorm heeft iets van een dagboek maar dan niet met hoofdstukken met tijdsaanduidingen, het gaat eigenlijk aan één stuk door. De enige indeling die het boek kent, is een indeling in twee delen. Verder springt het chronologisch soms heen en weer  van een heel jonge Karl Ove tot de Karl Ove van nu, de schrijver met zijn gezin die reflecteert op zijn schrijverschap, maar niet op een verwarrende manier.

Knausgard, zowel de jonge als de schrijver van nu, denkt over alles na op een manier die raakt. Of het nu gaat over de dood, de liefde, ouderschap, kunst, literatuur: er gebeurt iets met je als je het leest.
Daarnaast is het, zoals met dagboeken ook vaak het geval, verslavend om in iemands leven mee te reizen en door zijn ogen naar de wereld te kijken.

De jonge Karl Ove wil al vroeg schrijver worden maar is lang op zoek naar de juiste taalvorm om zijn werkelijkheid te beschrijven. Het duurt tot 2009 tot hij die definitief gevonden heeft. Het is het geluk van de lezer dat hij er 6 boeken mee heeft gevuld. Je moet het ook maar durven, want het is een zo eerlijk en rauw geschreven 'autobiografie' dat al die lezers (het wordt een steeds grotere schare, heb ik begrepen) de man Karl Ove Knausgard straks beter kennen dan zijn eigen vrouw.

Wat een luxe voor ons lezers, wat een heerlijk vooruitzicht, nog 5 boeken te gaan!


Postzegels van Jane Austen

Vanwege de 200ste verjaardag van Pride and Prejudice zijn er in Engeland 6 postzegels uitgegeven met afbeeldingen die de boeken van Jane Austen verbeelden.
Wat een prachtige zegels zijn het geworden!
Op de site van de Guardian kun je ze in het groot bekijken.

Ik wil wel post uit Engeland!

Jane Austen - Trots en vooroordeel (Klassieken I)

Oorspronkelijke titel: Pride and Prejudice

Het 200-ste 'geboortejaar' van Pride and Prejudice leek me de gelegenheid bij uitstek om dit boek maar eens ter hand te nemen. Het is toch bijna als een omissie in mijn literaire opvoeding aan te merken dat ik dit boek niet gelezen heb!
Een jaar of 15 eerder maakte ik kennis met Jane Austen via Mansfield Park. Ik weet niet meer precies wat ik ervan vond, maar de kennismaking zette niet aan tot verder lezen, dus blijkbaar heeft dat boek op dat moment weinig indruk gemaakt.

Nu dus Pride and Prejudice. Voor alle door mij gelezen klassieken geldt overigens dat ik de inhoud niet ga navertellen, ik volsta met een korte beschrijving daarvan. Veel interessanter lijkt mij om aan te geven hoe ik het lezen van het boek heb beleefd en wat ik er wel of niet uitgehaald heb.
Het verhaal speelt zich af aan het einde van de 18e eeuw waarin vader en moeder Bennet hun dochters aan de man proberen te brengen. Het grootste geluk waarvan de ouders vaak alleen maar konden dromen was een man van aanzien en met geld. De Bennet-dochters zijn jong en knap van uiterlijk. De oudste valt op door haar koele intelligentie, haar objectief oordeel en het feit dat ze zich niet zo snel laat strikken. Helaas zal het landgoed niet hun erfelijk bezit kunnen worden omdat het de mannelijke linie toebehoort. Oneindig zijn de verwikkelingen o.a. door trots en vooroordeel veroorzaakt, voordat van een 'ze leefden nog lang en gelukkig' gesproken kan worden. Fijne ironie en humor, scherpe karaktertekening, delicate intriges en levendige gesprekstoon. (beschrijving Bibliotheek)
Het lezen van de eerste bladzijden gingen ongeveer zo (in mijn hoofd):
Wat een geneuzel en een getut van die vrouwen. Kan het niet wat dynamischer? Dit schiet niet op. Het gaat nergens over!
Ja, deze moderne lezer moest zich ernstig aanpassen!

Dat gebeurde weer een paar bladzijden verder. Want opeens realiseerde ik mij dat er niet gewerkt wordt in dit boek. Geen hectisch gedoe naar, op en van het werk. Geen stress. Geen huishoudsores. Geen sportschool. Geen internet, twitter, Facebook. In plaats daarvan pure concentratie op de sociale interactie, de karakters en de beweegredenen van de karakters om te doen wat ze doen. En vervolgens de reflectie hierop. Dit was voor mij de knop die mij in een andere cadans liet komen. De cadans die het lezen van het boek nodig heeft. Slow reading! Vanaf dit moment was het genieten, omdat ik me op een merkwaardige manier steeds meer ontspannen ging voelen tijdens en door het lezen.
Personages die in je hoofd blijven zitten, vooral de heldin van het boek, Elizabeth (Lizzy) Bennett, de vrouw die weigert zich te conformeren en zegt wat ze vindt. Die vooral prachtig uit de verf komt op de momenten dat ze voor zichzelf op moet komen en trouw moet blijven aan zichzelf. "Yes girl, go for it!".  Zo zat ik mee te leven ;-)
Maar ook de sukkelige predikant Collins, de sarcastische (maar in zijn sarcasme wel weer grappige) Mr. Bennet, de simpele ziel Mrs. Bennet en de van eigendunk bijna omvallende Lady Catherine de Bourgh.

De belangrijke boodschap van dit boek was voor mij: stel je oordeel uit, iets (of iemand) is zelden wat het/hij/zij op het eerste gezicht lijkt. En wees je bewust van je vooroordelen en probeer ze voortdurend te heroverwegen.
Maar als het alleen om een boodschap zou gaan, zou ik dit boek ernstig te kort doen. Want het is ook een heerlijk en herkenbaar verhaal. En toen ik eenmaal het juiste ritme te pakken had, vond ik het niet erg meer om mijn tempo te vertragen en had het wat mij betreft nog wel een tijdje langer door mogen gaan.

Dit boek van Austen heeft dus beduidend meer impact op mij gehad dan Mansfield Park. Zou het dan toch zijn dat je leeftijd en de omstandigheden waarin je een boek leest, van grote invloed zijn op hoe je het boek waardeert?
Ik heb in ieder geval zin in meer!






Versie:
De versie die je leest schijnt belangrijk te zijn; ik las de engelstalige versie van Penguin Classics, de editie met introducties van Vivien Jones en Tony Tanner uit 2003, met uitgebreid notenapparaat.
Ik heb overigens alle introducties en noten overgeslagen.




Het lezen van klassieken

Ja. De klassieken dus. Alle lezers hebben er wel wat mee. Je houdt ervan. Je leest niets anders en haalt je neus op voor moderne literatuur. Of het tegenovergestelde.  Je leest er zelden of nooit één. Je vindt het 'moeilijke boeken'.  Je denkt dat je er geen plezier in zult hebben om ze te lezen. Je ziet er tegenop. Maar vaak heb je wel een lijstje. En een klein schuldgevoel. Toch?

Ik ben momenteel Pride & Prejudice van Jane Austen en De Toverberg van Thomas Mann aan het lezen, en kreeg spontaan allerlei gedachten over dit onderwerp;
Toen ik jong was, had ik altijd het idee dat er nog tijd genoeg was voor de klassieken. Natuurlijk heb ik er wel een paar gelezen in de loop van de tijd. Maar in vergelijken met de lijst die ik in mijn hoofd heb....is dat niets. Het kwam wel, dacht ik steeds. Als ik ouder was. Er waren steeds nieuwe boeken die ik wilde lezen.
Nu bén ik ouder. En bedacht dat het er maar eens van moet komen. Want ik heb het idee dat er nog een enorme rijkdom op me ligt te wachten. Ik zie er niet tegenop, in tegendeel, ik heb er enorm veel zin in.

Ik heb een paar boeken over klassieken geraadpleegd, en dan vooral de inleiding van die boeken. Italo Calvino is in zijn boek 'Waarom zou je de klassieken lezen' erg inspirerend in zijn inleiding. Hij geeft 14 definities van de Klassieken, afgeleid van steeds een andere reden om ze te lezen. Ik vind deze wel mooi:
"Klassieken noem je die boeken die een verrijking vormen voor degenen die ze hebben gelezen en ze goed vonden; maar ze vormen geen minder grote verrijking voor degenen die het geluk hebben ze voor het eerst te lezen in de omstandigheden waarin ze er het beste van kunnen genieten."
De aanbevelingen van Calvino komen op het volgende neer:
er zijn klassiekers die een verpletterende indruk kunnen maken als je ze leest als je jong bent, maar er zijn er nog veel meer die juist hun uitwerking hebben als je een zekere rijpheid hebt bereikt.
Niet alle klassiekers zijn voor iedereen. Je moet dus, ook in de klassiekers, je eigen smaak ontwikkelen.
"Als de vonk niet overslaat, is er niets aan te doen: je leest de klassieken niet uit plichtsbesef of eerbied, maar alleen uit liefde. Behalve op school: de school moet je goed- of kwaadschiks kennis laten maken met een bepaald aantal klassieken waartussen (of aan de hand waarvan) je vervolgens je 'eigen'  klassieken kunt herkennen. Het is de taak van de school je de middelen te verschaffen om tot een keuze te komen; maar de keuzes die tellen zijn die welke worden gemaakt buiten en na iedere school."
Verder is het zaak de klassieke werken zoveel als mogelijk in hun oorspronkelijke taal te lezen, en vooral de introducties en notenapparaten te vergeten!  Kortom: lees ze puur en maak je eigen selectie door voortdurend boeken te 'proeven' en te kijken welke bij jouw eigen smaak horen. Lees en herlees!
En lees vooral niet alleen maar klassieken, maar wissel ze af met goede moderne boeken:
"om de klassieken te lezen moet je wel degelijk vaststellen 'van waaruit'  je ze leest, anders lost zowel het boek als de lezer op in een tijdloze wolk. Derhalve werpt het lezen van de klassieken de meeste vruchten af als je het weet af te wisselen met een verstandige dosis actuele lectuur. En je hoeft er niet noodzakelijkerwijs een evenwichtige, innerlijke rust voor te bezitten: het kan ook voortkomen uit een ongeduldige nervositeit, een geërgerde ontevredenheid."
Calvino eindigt met een even simpel als waarachtig advies:
"Men moet niet denken dat de klassieken moeten worden gelezen omdat ze ergens voor 'dienen'. De enige reden die je kunt aanvoeren is dat klassieken lezen beter is dan geen klassieken lezen."
De vraag als je klassieken wilt lezen is natuurlijk: wat valt er dan onder klassieken? Kan iets uit 1980 ook al klassiek zijn?
Ik heb me bij het afbakenen van mijn 'gebied'  gebaseerd op de boeken van Clifton Fadiman (The New Lifetime Reading plan, zie onder) en Colm Toibon (The Modern Library). Het laatste besproken boek uit The New Lifetime Reading plan is van 1960, The Modern Library begint bij 1950 en eindigt in 1998.
Ik heb gekozen voor de volgende indeling:
Klassieken tot 1960
Moderne klassieken: 1960 tot 1990; iets moet immers al wat jaren oud zijn, om te kunnen beoordelen of (de kwaliteit van ) het boek de tijd des tands doorstaat.

Overigens: het genoemde boek van Italo Calvino bevat een aantal zeer doorwrochte en persoonlijke essays over klassieke werken, die niet altijd even goed te volgen zijn en die bijna wel vereisen dat je de werken eerst zelf gelezen hebt.

Gidsen in het land der Klassieken

Een aantal boeken over boeken, vooral klassieke boeken, waar ik steeds weer op terugval als het erom gaat mezelf te inspireren. Voor wie zich afvraagt waar de grote Harold Bloom is: zijn boeken vermijd ik liever, ik vind ze te academisch en veel te dik. Bovendien is Harold Bloom een raspessimist die geen kans onbenut laat om maar weer eens te ventileren dat het binnenkort gebeurd  is met het lezen, iets waar ik het totaal niet mee eens ben.
Natuurlijk zijn er nog veel meer boeken over klassieken, maar deze vind ik zelf het meest prettig.

Clifton Fadiman and John S. Major - The New Lifetime Reading Plan (alleen engelstalig)
Een praktische gids waarin 133 klassiekers uit de hele wereld kort maar helder beschreven worden; een korte schrijversbio en de inhoud en vooral context van het boek. Daarnaast nog een aanvullende lijst met 100 20e eeuwse auteurs.
Fijn boek!





David Denby - Terug naar de Klassieken
Amerikaanse filmcriticus gaat terug naar de universiteit om daar cursussen Inleiding tot de klassieken in de literatuur en Inleiding in de filosofie te volgen. Verslag van zijn ervaringen; geen wetenschappelijke analyses maar de beschouwingen van een gewone lezer. Heerlijk en herkenbaar om te lezen.








Pieter Steinz - Lezen Etcetera
Gids voor de wereldliteratuur
Literaire kruisbestuiving; beschrijving van moderne klassiekers met verwijzingen naar soortgelijke boeken en inspiratiebronnen. Met de bekende schema's uit NRC Handelsblad. Gebaseerd op de beroemde 'Bloomsbury Good Reading Guide'.






Nick Rennison - 100 must read classic novels
Afgeleide van de Bloomsbury Good Reading Guide, speciaal gericht op klassieke werken. Met veel doorverwijzingen en dwarsverbanden (bv. themalezen).

Peter Boxall (ed) - 1001 boeken die je gelezen moet hebben;
De bijbel voor de moderne lezer, een paar kilo met de beste(?) boeken die ooit verschenen zijn. Met lekker veel illustraties een heerlijk 'bladerboek'.








Robert Kanigel - Vintage reading (alleen engelstalig)
From Plato to Bradbury
A personel tour of some of the world's best books
Amerikaans gekleurde, persoonlijk tocht door de westerse klassieken. Ook hier komt een echte lezer naar voren. Met veel tips, ook onbekende klassiekers. Verrassend en lekker om in te lezen!





Colm Toibin & Carmen Callil - The Modern Library (alleen engelstalig)
The 200 best novels in English since 1950
Gids voor de moderne klassieken; met korte beschrijving van het boek en de auteur. Vrij zakelijk.








Ik heb alvast een nieuwe tab aangemaakt: Klassieken. Hier de links naar de besprekingen van de klassieke boeken die ik gelezen heb. Het is geen '2013' project maar loopt gewoon door.
Wie overigens het tabje 'Lezen van de plank' mist: het klopt dat deze verdwenen is. Het werkt niet voor mij, lezen van een van te voren opgestelde lijst. Ik moet de vrijheid hebben een boek te pakken dat op dat moment past bij de omstandigheden. Daarom ook géén lijst met klassiekers die ik van plan ben te lezen.
Het blijft een verrassing!

Alex Boogers - Alle dingen zijn schitterend

Als je geen verwachtingen van een boek hebt, kan het je door zijn kwaliteit totaal overweldigen. In de goede zin van het woord. Dat gebeurde mij bij dit fantastische boek. Hoe kan het dat ik deze auteur totaal niet kende, terwijl hij eerder al 4 romans en 2 novelles schreef?
Ik las een paar maanden terug een interview met Boogers, ik denk in Vrij Nederland, en raakte geïntrigeerd door deze man. Een vroegere kickbokser die filosofie en recht studeerde. En nu boeken schrijft met een enorme emotionele lading.

In alle dingen zijn schitterend komen we veel getroubleerde levens tegen. Er zijn twee hoofdlijnen, het leven van Arthur Rouwman en dat van Remy van Sand.
Arthur is vader van een dochter en een zoon met een levensbedreigende hartkwaal. Hij is journalist en schrijft over Remy van Sand.  Het leven van deze Remy vormt de tweede verhaallijn. Daarnaast zijn er nog talloze zijpaden, van dochters, echtgenotes en vrienden. Al die lijnen raken elkaar, doorkruizen elkaar en gaan weer uit elkaar, en dit steeds opnieuw.
Qua structuur leek het wel een beetje op het boek van Gustaaf Peek; voortdurend moest ik raden wie er nu weer aan het woord was en in welke tijd we ons bevonden. Maar gelukkig werd er wel vrij snel in het hoofdstuk een aanwijzing gegeven.

Het verhaal is geschreven in tamelijk eenvoudig, maar des te krachtiger proza. Het komt soms heel hard binnen, de stoten van een kickbokser!
Het bouwt langzaam op naar een schitterende apotheose, waarbij ik met de tranen in mijn ogen zat. Dit boek ráákt je, op allerlei nivo's.
Het bevat onnoemelijk veel thema's, over leven en dood, vaders en dochters, geluk, verdriet, ziekte. Er zit ook veel maatschappij-kritiek in, over onze afhankelijkheid van techniek, kinderen die te veel willen (of moeten). Talloze citaten heb ik opgeschreven, er zaten veel zinnen in van een grote schoonheid.
Remy van Sand, die reflecteert over zijn baan als leraar maatschappijleer:
"Ironisch dat uitgerekend ik uiteindelijk in het onderwijs terechtkwam. Ik zou jonge mensen leren hoe de maatschappij in elkaar steekt en wat ze ervan moeten verwachten. Ik wist toen al dat ik dat nooit zou kunnen. Ik zou me verwonderen en verbazen, net als zij. Ik zou samen met hen op zoek gaan naar de antwoorden. Degene die met een lamp voorop loopt in het donkere bos is net zo verdwaald als de rest van de groep. Zo dacht ik erover." 
Wat leek deze Remy in zijn liefde voor zijn leerlingen soms op Stoner!

En Arthur over zijn zieke zoon Taij:
"Ik zag hoe Taij vocht om het zwakke licht in zijn broze lijf te behouden, en steeds zat ik tegenover mensen die baadden in het licht en die het zinloos verspilden, erom lachten en er niets om gaven."

Maar wat er aan thematiek het meest uitsprong was voor mij het accepteren van verlies én geluk; want sommige mensen kunnen het geluk niet accepteren, omdat ze veel te bang zijn het weer te verliezen. En de wereld een beetje beter maken, door anderen iets te gunnen. En door het mooie van het leven te zien, het schitterende in alle dingen.  Ja, getroubleerde levens, maar een enorm positief verhaal.

Alex Boogers verdient een groter lezerspubliek!




Leesnotities januari

Niet alle boeken die ik deze maand gelezen heb, heb ik in een aparte post besproken; geen tijd of niet de moeite van een aparte bespreking waard. Welke boeken waren dat dan?

Roger Scruton - Spinoza.
Als voorbereiding op de bespreking van Het raadsel Spinoza van Irvin D. Yalom in de leesclub, had ik toegezegd wat dingen uit te zoeken over de tijd waarin Spinoza leefde en over (de kern van) zijn filosofie.
Dit boekje maakt deel uit van een serie Kopstukken Filosofie die ik ooit heb aangeschaft, en ik dacht hier wel een mooie samenvatting van het gedachtengoed van Spinoza aan te treffen. In het begin ging dat nog wel goed, maar gaandeweg, zeker wanneer Scruton het grote werk van Spinoza: de Ethica, gaat bespreken; ik raakte totaal het spoor kwijt in de abstracte, zeer wetenschappelijke verhandeling van Scruton. Toen wist ik weer waarom ik mijn filosofie-studie heb afgebroken: ik werd enorm kriegel van het ondoorgrondelijke filosofische taaltje wat hier wordt gebezigd. Ik heb wel doorgelezen in de hoop dat er toch iets zou blijven hangen. Dat was in ieder geval genoeg om voor de leesclub een kernachtige samenvatting te maken, maar verder....was die hoop ijdel. Inzicht heeft het niet opgeleverd. Niets is hiervan blijven hangen. (2/5)

E.M.Delafield - Diary of a provincial lady
Opeens dook dit boek uit 1930 overal op in (engelstalig) blogland  en werd over het algemeen nogal enthousiast ontvangen. Na veel moeite kon ik een epub-versie van dit boek vinden (HIER).
Ik begon enthousiast in dit dagboek van een engelse dame ('upper middle class') die vertelt over haar dagelijks leven 'in de provincie' (Devon). Het is grotendeels gebaseerd op het leven van de schrijfster en verscheen oorspronkelijk in delen in het britse (politieke en literaire) tijdschrift Time and Tide (dat ook veelvuldig in het dagboek voorkomt). Het is met veel droge (engelse?) humor geschreven en vooral waar de schrijfster zich moeilijk kan conformeren aan de conventies van die tijd is het bij tijd en wijle amusant om te lezen. Een soort jaren dertig Bridget Jones, dat idee. Maar voor het grootste deel kabbelt het lekker voort, met beschrijvingen van Miss B. , Miss P. en Miss huppeldepup, lunches, tennispartijtjes, tuinfeestjes, tripjes naar Londen, het kopen van een schattig tennisjurkje etc.
Kortom not my cup of tea om maar even  in stijl te blijven. Ik heb het nog wel uitlgelezen (omdat het niet zo dik was, 120 blz.) maar de laatste 50 bladzijden ben ik er wel heel snel doorheen gegaan. (2/5)

Joe Queenan - One for the books
Wie Joe Queenan was wist ik niet, maar dat maakt ook niet uit als het boek over boeken is. Als het maar een aanstekelijk boek is. En dat was het!
Queenan blijkt een Amerikaanse journalist/schrijver te zijn met wel een heel erge afwijking: gek van boeken. Zo gek, dat hij gemiddeld 15 boeken tegelijk leest, soms loopt dat wel op tot 30. En zo gek, dat hij wel hele dagen zou willen lezen (ik ook trouwens!). Het boek bevat een hele serie korte essays over allerlei boekgerelateerde onderwerpen. Ik ben het niet altijd met hem eens (bijvoorbeeld als hij het heeft over leesclubs of ebooks) maar hij schrijft met zo'n heerlijk gevoel voor humor dat ik hem die gedachten graag vergeef. Ronduit hilarisch is zijn beschrijving van een rondleiding die hij ooit 'onderging' in het huis van Mark Twain.
Een heerlijk boek voor wie graag leest over de gekte van een boekenliefhebber! (4/5)