Oorspronkelijke
titel: The hare with amber eyes
Vertaling:Mistral, 2010, 318 blz.
Vertaling:Mistral, 2010, 318 blz.
Wat doe je als je 264 miniaturen van ivoor en hout in handen
krijgt, die nauw verbonden zijn met je familiegeschiedenis?
Dan ga je op zoek naar die geschiedenis. Dat was voor Edmund
de Waal, pottenbakker en kunsthistoricus, het vanzelfsprekende antwoord toen
hij de 264 japanse netsukes erfde van zijn oudoom Ignace ‘Iggie’ Ephrussie.
In een recente uitzending van VPRO’s Boeken hoorde ik de
historicus Benjamin Kaplan zeggen dat je geschiedenis op twee manieren kunt
uitleggen: als een geschiedenis van ideeën en als een geschiedenis van
personen. De Waal voegt daar een derde aan toe: een geschiedenis van objecten.
“Je haalt een voorwerp uit je broekzak, legt het voor je
neer en begint. Je begint een verhaal.”
Dat verhaal begint in Odessa, waar de Joods-Russische
familie Efrussi rijkdom heeft vergaard met de graanhandel. De beide zonen van
stamvader Charles Joachim Efrussi, Leon en Ignace, werden naar resp. Parijs en
Wenen gestuurd om daar het imperium verder op te bouwen.
Nu zoomt De Waal verder in op één van de zonen van Leon in
Parijs, Charles Ephrussi (de familie heeft inmiddels de f vervangen door ph). Charles is niet geschikt voor de financiele
wereld, hij ontwikkelt zich als kunsthistoricus en schrijft artikelen voor een
bekende franse krant. Het ‘Japonisme’ doet rond die tijd, we spreken over
ongeveer 1870, opgang en Charles bouwt een collectie op van Japanse kunst,
waaronder veel lakwerk én de netsukes.
Charles is niet alleen een dandy, maar ook intelligent,
nieuwsgierig en gepassioneerd als het gaat over kunst. Door zijn afkomst
verkeert hij in de hogere kringen, waar ook veel kunstenaars hun opwachting
maken. Zo komt hij in contact met vrijwel alle impressionistische schilders van
die tijd, maar ook met schrijvers als Proust, Balzac, Zola, Dumas en Huysmans. Sterker nog, Charles
schijnt samen met de mij onbekende Charles Haas model gestaan te hebben voor
Proust’s personage Swann.
Samen met zijn assistent Jules Laforgue staat hij op
een schilderij van Renoir, het is de man die we achteraan op de rug kijken, met de zwarte jas en hoed.
Als de neef van Charles, Viktor, in het huwelijk treedt met
de mooie Emmy Schey von Koromla, krijgen zij van Charles als
huwelijksgeschenk…..de netsukes. Nu verplaatst het verhaal zich naar Wenen,
waar Viktor inmiddels de bank Ephrussie & cie. heeft overgenomen van zijn
vader Ignace. Victor en Emmy krijgen vier kinderen: Elisabeth, Gisela, Ignace
(Iggie) en Rudolf. Het antisemitisme is in opkomst en de joodse Ephrussies
krijgen hier steeds meer last van. Hoewel zij niet joods praktiserend zijn,
worden zij steeds meer gedwongen hierin keuzen te maken, zoals door de Dreyfus
affaire die Parijs in tweeën scheurt en de joden dwingt te kiezen tussen land en geloof;
"Hun patriottisme wordt in twijfel getrokken: door hun steun aan Dreyfus bewijzen ze eerst en vooral Joods te zijn en pas in tweede instantie Frans. Charles en zijn broers, officieel nog steeds Russische staatsburgers, zijn typische Joden."
Komen ze de eerste wereldoorlog nog goed door, in de aanloop naar de tweede gaat het fout.
Als de anschluss van Oostenrijk bij Duitsland een feit is,
wordt het gehele bezit van de familie geconfiskeerd. Behalve…..de netsukes. Die
worden op wonderlijke wijze gered en komen via via bij Iggie terecht, die ermee
naar Japan gaat en daar verder zijn leven opbouwt.
Als familie-geschiedenis vind ik dit boek minder geslaagd,
juist omdat het een geschiedenis van objecten, de netsukes, is en daardoor een
onevenwichtige familie-geschiedenis oplevert. Hierdoor blijven veel
familie-aangelegenheden onduidelijk. Zo kon ik niet helemaal volgen hoe de
familie van handelaars in graan opeens bankiers zijn geworden.
Als beschrijving van het 19e eeuwse Parijs van
Charles en het 20e eeuwse Wenen van Viktor en Emmy is dit echter een
fascinerend verhaal omdat zowel stad als periode gedetailleerd en levendig
worden beschreven. Het is ook een stuk kunstgeschiedenis, voor liefhebbers van
het impressionisme en het japonisme valt hier veel te genieten.
Als De Waal aan het eind van het boek tenslotte nog een
bezoek brengt aan Japan en Odessa, worden de losse eindjes netjes afgehecht.
Mijn eindoordeel: een minder geslaagde familie-geschiedenis,
maar een boeiend (kunst-)geschiedenisboek.
Als je dit boek wilt lezen raad ik de papieren versie aan,
omdat je dan (gemakkelijker) terug kunt bladeren naar de stamboom van de
familie, die af en toe hard nodig is om namen te kunnen plaatsen in tijd en plaats.
De oma van Edmund, Elisabeth Ephrussie (1899-1991) huwde
overigens met de Nederlander Hendrik de Waal en heeft zelf ook romans geschreven, die ongepubliceerd bleven, met uitzondering van The Exiles Return, een roman die begin dit jaar verscheen.
Dag Joke. Over dit boek heb ik al vaak getwijfeld, maar na het lezen van jouw blog, ga ik het er toch op wagen. Want geschiedenis schrijven vanuit de objecten, vind ik wel een fijn idee (ook al werkt het blijkbaar niet altijd)
BeantwoordenVerwijderenHa Theetante, ik had dit boek al jaaaaren in de kast, paar keer in mijn hand gehad maar nee, toch weer terug. en opeens was het juiste moment daar om het te lezen. voor liefhebbers van geschiedenis echt wel een aanrader hoor!
Verwijderen