Ik moet bekennen dat ik vond dat Connie Palmen wel een beetje met haar rouw (om haar man Hans van Mierlo, die stierf op 11 maart 2010) te koop liep; in elk praatprogramma op tv kwam ze weer vertellen hoe moeilijk ze het had en het leek wel of ze een beetje koketteerde met het feit dat ze er zo beroerd uit zag.
Toch was ik benieuwd naar dit boek. Omdat ik wilde weten hoe ze die rouw dan een literaire stem gegeven had.
Daarom was ik onlangs bij een 'lezing' ter ere van het verschijnen van dit boek. Connie Palmen zette ik altijd op dezelfde lijn als Anna Enquist: beide koele, afstandelijke vrouwen waar ik verder niks mee heb, maar die wel heel goed kunnen schrijven.
Bij de lezing bleek dat het met die afstandelijkheid van Connie wel meeviel. In het interview met Connie door Liddy Austin, dat onderdeel was van de lezing, vertelde ze vrijuit en ook met de nodige (zwarte) humor over het proces dat heeft geleid tot het schrijven van dit boek. Met die achtergrond heb ik het boek vervolgens gelezen. In de kritieken krijgt het boek er nogal van langs; het zou te weinig over haar man Hans van Mierlo gaan en teveel over Connie zelf, te openhartig en schaamteloos zijn. Onterechte kritiek, want een boek schrijven over Hans was volstrekt niet de bedoeling, het moest een boek zijn over de eerste periode van de rouw, de rouw van Connie, de persoonlijke rouw dus. En onlosmakelijk daaraan verbonden, over de liefde voor Hans. De vorm was daarbij ondergeschikt aan de boodschap. Het kon in ieder geval geen roman worden, en ook geen dagboek. Een logboek dan maar, met schijnbaar willekeurig opgetekende gedachten en uitingen van de pijn en het verdriet, de leegte die het verlies van een geliefde achterlaat. Zelf zegt ze daarover in een mail aan de kinderen van Van Mierlo:
zoals ik jullie heb verteld, werk ik aan een logboek, een gemankeerd soort dagboek waarin ik met de pen op de huid van de pijn zit. Het beslaat het jaar na zijn dood. Het gaat over rouw. Ik stop ermee op 11 maart 2011. Het heet Logboek van een onbarmhartig jaar en het is geen roman over Hans, zoals de kranten beweren.
Veel schrijvers die een verlies hebben meegemaakt, schrijven daarover omdat ze niet anders kunnen; schrijven is overleven, 'het literaire schragen van de bouwval die je leven opeens is'(Tonio van A.F.Th. van der Heijden, Het schaduwkind van P.F.Thomese, Taal zonder mij van Kristien Hemmerechts). Connie schrijft om te herinneren; hoe het was, die leegte, het rauwe verdriet van die eerste periode.
Ze leest daartoe ook haar 'plankje leed' (of, zoals vriend Reinbert de Leeuw het fijntjes zegt: je rouwkost) weer van voor tot achter door en reflecteert daarop. Ze vindt weliswaar herkenning in (o.a.) Roland Barthes, Joan Didion en Joyce Carol Oates, maar merkt ook dat niemand schrijft over die eerste periode direct na het overlijden. Dat wil zij wel, en ze wil daarmee niet alleen voor zichzelf de herinnering levend houden maar ook iets afleveren wat tot steun kan zijn voor anderen.
Is ze daar in geslaagd?
Je partner verliezen, je wilt het niet meemaken. Maar als het gebeurt, denk ik dat ik ook steun zou gaan zoeken bij literatuur,bij mensen die het eerder meegemaakt hebben. Ik denk dat ik dan de emoties van Connie wel bij mezelf zou herkennen. Wel benadert ze haar emoties op een tamelijk intellectuele manier. Over Hans zegt ze dat hij zijn leven 'verliteratuurde'(de werkelijkheid minder werkelijk maken), zelf doet ze dat eigenlijk ook een beetje. Maar wellicht is het de enige manier om de gevoelens van ontreddering te lijf te gaan, je verdriet rationaliseren.
Er had wel wat minder ophemeling van Connie zelf in gemogen. Een beetje meer bescheidenheid. Zo zit er de integrale tekst in van een speech van Hans op haar 50e verjaardag. De speech van een verliefde, dus dat is Connie voor en Connie na.Waarom je zoiets publiceert is mij een raadsel.
Wat me ook tegenstond was het steeds maar ophemelen door Connie van de fysieke verschijning van Hans. Op meerdere plekken heeft ze het over zijn 'woeste aantrekkelijkheid' en zijn 'prachtige torso'. Nou nou dat mag ook wel wat minder.
Verder heb ik er heel veel passages in aangestreept, want vorm of niet: Palmen kan schrijven. Ik hoop dat ze het nog lang blijft doen. Gezien wat ze er zelf over zegt, denk ik het wel:
Boeken als A Widow's Story, Het jaar van magisch denken, A Grief Observed, Taal zonder mij, Schaduwkind en Niet meer dan een ademtocht zijn boeken die geschreven moeten worden. Het is niet dezelfde urgentie die achter het moeten verscholen ligt waarmee recensenten soms een roman complimenteren: 'Deze roman moest geschreven worden'. De noodzaak van het schrijven is geen literaire, maar een existentiële. Het boek niet schrijven zou betekenen dat je ophoudt met schrijven, en daarmee met het leiden van het leven van een schrijver. Het staat elk boek dat je nog van plan bent te schrijven in de weg, het staat je leven in de weg. Maar met het vertellen van de waarheid heeft het bitter weinig van doen.
Boekgegevens:
Prometheus Amsterdam, 2011, 239 blz.
ISBN: 9789044617672
Ik las dit boek: uit eigen kast