John Patterson is 19 en staat op het punt een studie Engels te beginnen. Hij woont met zijn vader in Hoxton, een arme wijk van Londen. John's vader is postbode, zijn moeder is na zijn geboorte gestorven. John werd daarom als baby gezoogd door mevrouw Bromley, die net haar pasgeboren zoontje Matthew verloren had. Een jaar later kreeg ze Martin. Martin en John groeien op als 'zoogbroers' en hebben een band die net zo sterk is als een bloedband.
Het is 1914 en de eerste wereldoorlog is uitgebroken. Als in Londen de eerste oproepen voor vrijwilligers de ronde doen staat Martin vooraan. Martin is geen intellectueel maar een doener, en ziet de oorlog als een avontuur. Maar hij is net een jaar te jong om als recruut te worden aangenomen.
John daarentegen heeft een beurs gehad om te studeren, en wil die kans niet verloren laten gaan. Als Martin via een truc (hij geeft zich uit voor zijn gestorven broertje Matthew) toch aangenomen wordt als recruut blijft John achter en is vastbesloten zijn beurs ten volle uit te nutten.
Naarmate de oorlog zich dat eerste jaar ontwikkelt, wordt de druk op de achterblijvende mannen om zich te melden steeds groter. Wie die druk wist te weerstaan, kreeg vaak spontaan een witte veer opgespeld: het teken van lafheid.
Als John's vader overlijdt bij een bombardement, geeft John zich alsnog op als vrijwilliger en wordt naar de oorlog in Arras, een plaatsje in België gestuurd. Hij weet op dat moment al dat Martin inmiddels is gesneuveld omdat het officiele overlijdensbericht, samen met vele andere, in de achtergelaten stukken van zijn vader zat. Maar hij is niet in staat om het mevrouw Bromley te vertellen en houdt Martin fictief in leven.
Dit is in het kort het verhaal van Post voor mevrouw Bromley. Het was weer zo'n boek waarvan ik al bij de eerste bladzijde wist dat ik een goed boek in handen had. Het was wel even wennen, een Nederlandse schrijver die een verhaal schrijft over en vanuit Engelse mannen en de Engelse beleving van de eerste wereldoorlog. Maar omdat Nederland neutraal was in die oorlog, de enige manier om hem toch te beschrijven.
Het is prachtig ingetogen geschreven en laat de twee kanten van de oorlog zien, maar via één en dezelfde persoon: John de intellectueel die eerst achterblijft en gezien wordt als een laffe man. Hij heeft de neiging de berichten uit de oorlog af te doen als 'propaganda'. En vervolgens John de soldaat die bediende wordt van een luitenant en via wiens ogen wij midden in de loopgravenoorlog terecht komen. Opeens staat John aan de andere kant en het vormt het levende bewijs dat de berichten uit de oorlog geen propaganda zijn, hoewel John naar mevrouw Bromley schrijft dat hij het heel goed heeft en nog van Martin heeft gehoord. Martin, die al maanden in een soldatengraf ligt. Er zaten scènes in dit boek die nog lang op je netvlies blijven hangen. Eén daarvan was van een bombardement in Londen. Die vonden toen plaats door het gebruik van zeppelins, iets waar ik geen idee van had. Het wordt heel spooky beschreven en onderstaand citaat geeft meteen een indruk van de stijl waarin dit boek is geschreven:
"Ook ik keek omhoog. Wat ik zag, dwong me tot stilstand. Hoog aan de hemel hing, gevangen in een bundel van zoeklichten, een reusachtige, langwerpige ballon, gelig glanzend als de volle maan op een heldere vriesnacht. Het was een adembenemend gezicht en tegelijk het meest schrikwekkende dat ik ooit had gezien. Toch bleef ik staan, als aan de grond genageld, en keek gefascineerd toe hoe het enorme luchtschip zich traag door de lucht voortbewoog."Dit boek is op de valreep nog één van mijn favoriete boeken van 2011 geworden.
Boekgegevens:
Uitgeverij Atlas, 2011, 510 blz.
ISBN 9789045019840
Ik las dit boek: uit de biep
Geen opmerkingen:
Een reactie posten